Royal Antwerp Football Club, ontelbare keren doodverklaard en begraven, maar in zijn tiende seizoen in tweede klasse plots weer springlevend. Ontmoetingen langs de Oude Bosuilbaan 54, 2100 Antwerpen.

Een vrijdagavond op de Bosuil, ooit De Hel van Deurne Noord, vandaag de ideale locatie om pril huwelijksgeluk op foto’s vast te leggen. Zij, gekleed in een lange witte rok en rood topje, balt de vuisten naar de denkbeeldige spionkop in tribune 2, hij – zwart pak, wit hemd en rode das – gaat op de middenstip op zijn knieën. Lachen, knuffelen, dollen. In de betonnen catacomben duikt een… konijntje verschrikt weg, een kalende man wandelt met de hond rond de jeugdvelden. Een diehard, zo blijkt. “Ik kom hier drie keer per dag. De club voelen… Een dag zonder Bosuil is er eigenlijk geen.”

In het Antwerpcafé herinneren foto’s en krantenknipsels aan de hoogdagen van Royal Antwerp Football Club. Vale en vergeelde beelden, want gelijktijdig met het oprukkende betonrot werd ook de reputatie van de oudste club van het land aangetast. Vergane glorie, net als het stadion, dat al negen volle jaren naar eersteklassevoetbal smacht. Dit seizoen, zo leeft de hoop, zou ‘het’ wel eens kunnen gebeuren.

In een hoekje laten vier oudgedienden, gebogen over ‘een bolleke’, hun licht schijnen over den Antwaarp. De avond ervoor won de club in Tubeke, dus is de sfeer bijna euforisch, maar die kan snel omslaan. “We zijn hondstrouw, maar tegelijkertijd bijzonder kritisch”, zegt Julien De Ridder, voorzitter van de Federatie Antwerp Supporters Clubs (FASC) en lid van ASA, Antwerp Supporters Adviesraad, met als motto Tradition keeps the legend alive!

In die conclusie kan Paul Bistiaux, sinds 1992 secretaris, zich vinden. “Voor Antwerpenaars is, en niet alleen in de sport, zelfs het beste meestal niet goed genoeg. Toon Hermans testte zijn shows altijd in Antwerpen uit. ‘Als het hier succesvol is, dan kan ik met een gerust hart op tournee gaan.’ Een moeilijk publiek. Beetje blasé, verwend en misschien ook wel verwaand.

“We zijn dit seizoen met een zes op zes begonnen en voor de mannen aan de toog waren we al kampioen, hé. Op zulke momenten word ik door die gasten geknuffeld en gezoend – ‘Goed gedaan, jong…’ -, maar na twee verloren matchen kan ik niet snel genoeg weglopen of ze gooien mij in de vijver die voor het stadion ligt. (lacht) Heel goed of heel slecht, iets tussenin bestaat hier niet. De club drijft op emotie, waardoor je nooit rustig kan werken.”

Passie

Na een desastreus seizoen waarin de club op een tiende plaats eindigde (Bistiaux: “Barslecht, een van onze slechtste seizoenen in 133 jaar”), lijken de rust én het enthousiasme teruggekeerd. 1600 Antwerpsupporters voor een oefenwedstrijd op eersteprovincialer Antonia, 1100 fans die de trip naar Nottingham Forest maakten, meer dan 6500 bezoekers op de fandag. De Ridder: “Voor vijf euro per ticket! Dit jaar stond een optreden van Tourist Lemc, een supporter, geprogrammeerd, maar de voorbije jaren waren het meestal ‘vijfderangsartiesten’, van wie je maar beter de micro kon uitzetten, want anders liepen de mensen weg. (lacht) En toch: iedereen wilde er ook toen al bij zijn. Zó gepassioneerd door de club.” Bistiaux: “Drie jaar geleden speelden we een oefenwedstrijd in Inverness, in het uiterste noorden van Schotland, waar meer dan 300 Antwerpsupporters in de tribune zaten. Antwerpen-Inverness, dat is een trip van 1000 kilometer! Als we morgen naar de noordpool gaan en we slaan daar vier palen in het ijs, dan staan die gasten er ook…”

Dit seizoen verkocht de club om en bij de 4000 abonnementen, een absoluut record. De Ridder: “Ter vergelijking: het seizoen na onze finale op Wembley, in 1993, hadden we 2100 abonnees. Om en bij de 4000 abonnementen aan een minimum van 200 euro betekent op jaarbasis ongeveer 800.000. Plus: voor elke thuiswedstrijd minstens nog 3500 losse tickets voor 20 euro, dat is meer dan een miljoen. Wij, de supporters, zijn de hoofdsponsor van de club. Het management houdt rekening met ons, maar in de toekomst willen we als een volwaardige partner beschouwd worden. Trainers, spelers en zelfs een bestuur zijn vergankelijk, maar supporter ben je voor het leven.”

En dat mag wat kosten. De Ridder: “Ik ben ook nog voorzitter van ASC Classics Fancrew, waar ik momenteel nog 710 euro voor verplaatsingen te goed heb. ‘Julien, er zijn veel wedstrijden in september en mijn loon wordt pas op het einde van de maand gestort. Mag ik het volgende maand betalen?’ De passie om de ploeg te blijven volgen is ongezien, zelfs wanneer het slecht gaat. Dirk Poppe, toen nog manager van tweedeklasser Red Star Waasland, hoopte elk jaar dat we in het begin van het seizoen bij hem op bezoek kwamen. ‘Met de recette kunnen we nog een of twee spelers aantrekken…'”

“We zijn niet klein te krijgen, ondanks alle tegenkanting van stad, media, voetbalbond of politie. Wij zijn de ziel van de club. Voor de eerste thuiswedstrijd van onze damesploeg, RAFC Ladies, zaten er 2186 betalende toeschouwers in de tribune. 2186! Er was weliswaar een weddenschap aan verbonden (indien er meer dan 2000 supporters aanwezig waren, zouden de dames aan een fotoshoot in lingerie deelnemen, nvdr), maar toch…”

Gesjoemel met stamnummers

Antwerp till I die, dat zeker, maar nergens is de kracht en macht van het supporterslegioen zó groot. In juli 2011, toen bekend raakte dat Jos Verhaegen in de club wilde investeren, trok het FASC met ongeveer 1500 supporters naar het Bosuilstadion om het beleid van Eddy Wauters te hekelen. Een maand erna sloot Wauters, voorzitter van de vzw, een historisch akkoord met de nv RAFC Management, die sindsdien voor de dagelijkse werking instaat.

En onlangs, eind mei, mobiliseerde De Ridder ‘zijn troepen’ voor de Mars van de Schande om voor de deuren van het stadhuis meer politieke en financiële steun te eisen. “Die werd ons toen achteraf ook beloofd. Maar ondertussen heeft Bart De Wever zijn kazak gedraaid en stellen we vast dat KFCO Beerschot Wilrijk op het Kiel voetbalt en was er het gesjoemel met de stamnummers van KV Oostende en SV Zulte Waregem.” (zucht)

Een fout, noemt Bistiaux de demarches van De Wever. “Toen heeft de burgemeester, voor wie ik overigens de grootste sympathie heb, toch een vinger in zijn oog gestoken. Hij heeft zich in die kwestie laten adviseren door bepaalde groepen die het verdwijnen van Beerschot niet konden verkroppen en achter de schermen allerlei machinaties opzetten, puur op economische gronden, dat hij met een leeg stadion zou overblijven. Een club uit West-Vlaanderen importeren, te dwaas voor woorden. Zijn uitspraak dat ‘Antwerpen toch een voetbalclub moest hebben’, heeft aan deze kant van de stad voor diepe verontwaardiging gezorgd. Er ís een club, met Antwerp(en) in de clubnaam, die bovendien ook nog eens in de kleuren van de stad speelt. En dan doen alsof wij niet bestaan… Maar hij had van diezelfde ‘adviseurs’ – mensen uit Antwerpen van wie we de naam kennen – verhalen gehoord dat Antwerp even dicht bij het faillissement stond als Beerschot. Dat was een verkeerde inschatting van De Wever, ja, en dat heeft hij ook toegegeven. Geen voeling met de emoties die voetbal kunnen losmaken.”

Maar, nuanceert Bistiaux: “Ik zie de samenwerking met het stadsbestuur echt wel positief, wat sinds de legislatuur van Patrick Janssens eigenlijk al het geval was. Janssens’ voorgangers hadden een voetbalvijandige houding: Bob Cools was zelfs ronduit tegen voetbal, terwijl Leona Detiège zonder enige affiniteit naar het voetbal keek.”

Economische realiteit

De hernieuwde beleving is voor een groot deel te verklaren door het partnership met spelersmakelaar Saif Rubie, met wie The Great Old sinds eind juni een nieuw voetbalverhaal aan het schrijven is, zegt Paul Bistiaux. “We hebben een ‘speciale’ coach. Jimmy Floyd Hasselbaink, een voetbalicoon dat je niet meteen in de Belgische tweede klasse verwacht.” Julien De Ridder voegt toe: “Door de samenwerking met Rubie heeft de trainer een enorm spelerspotentieel, zowel wat kwaliteit als wat kwantiteit betreft. Plus: de chemie tussen Hasselbaink en zijn assistent Richard Stricker doet ons denken aan het duo Warren JoyceAndy Welsh, dat in de eindronde van 2008 nipt naast de promotie greep. Sinds de overname van de groep rond Jos Verhaegen is er een visie, al wordt ze door een gebrek aan centen niet altijd gevolgd.”

Een chronisch geldgebrek, het loopt als een rode draad door de geschiedenis van de voorbije dertig jaar. Bistiaux: “Geen enkele andere tweedeklasser is zó afhankelijk van ticketing als wij. Amper tv-gelden – geen 50.000 euro per seizoen – terwijl we het altijd al moeilijk hadden om sponsors aan ons te binden. Ik ben jaloers op een club als Feyenoord, óók een volksclub, maar alle bedrijven van de Rotterdamse haven zijn in de Kuip aanwezig.

“In onze glorieperiode begin jaren negentig was het iets gemakkelijker, maar nooit in verhouding tot onze successen. Het is een historisch gegeven dat het ‘oude’ Beerschot, de club van de betere burgerij, altijd meer sponsors had dan wij. Wij zijn van Deurne Noord, de arbeidersbuurt, waar mensen vaak hun laatste centen aan Antwerp geven. Of niet met vakantie gaan om dan in de zomer met het voltallige gezin in Engeland naar onze oefenwedstrijd te gaan.”

Maar het stamnummer 1 heeft de vele stormen overleefd, ook na negen volle seizoenen in tweede klasse. Bistiaux: “Ik spreek niet graag in gemeenplaatsen, maar eigenlijk kan Antwerp niet tevreden zijn met een permanent verblijf in tweede klasse. Het schip hangt scheef, maar drijft nog. Misschien raken we straks opnieuw in de haven, want er zit veel minder water in het ruim dan een paar jaar geleden. (lacht) En dat is absoluut de verdienste van het nieuwe management, dat de club gesaneerd, verjongd en gemoderniseerd heeft. Het gaf Antwerp een boost, zonder daarom een steen naar Eddy Wauters, onze vorige voorzitter, te werpen. De figuur van Wauters was een paradox: zonder Wauters had Antwerp nu niet meer bestaan, dat staat vast en daar moet iedereen hem erkentelijk voor zijn, maar anderzijds heeft hij zich – zeker op het einde – te lang tegen vernieuwingen en andere ideeën afgeschermd. Ach, de geschiedenis zal wel oordelen.

“Mag ik een anekdote vertellen? Niet zo lang geleden ontmoette ik in een ‘Antwerpmilieu’ een jonge vrouw die niet wist wie Hans-Peter Lehnhoff was, toch het grootste clubicoon van de laatste 25 jaar. Ik wist echt niet wat ik hoorde. Waarom zeg ik dit? Omdat we allemaal een voetnoot in de geschiedenis van de club zijn.”

Alles voor ‘den Antwaarp’

Vrijdag 25 september. Royal Antwerp FC ontvangt Excelsior Virton, een van de (vele) lelijke eendjes in de tweede klasse. De Zegemarsch, in 1928 door Jos Lahou geschreven en gecomponeerd, blijkt nog altijd een klassieker in tribune 2.

Rood en Wit: liefdevolle kleuren

Gij brengt de vijand steeds ten val

Want wat er ook moge gebeuren

Ons mannekens staan altijd pal

Rood en Wit: Laat het ons herhalen

Gij zult vandaag weer zegepralen

En zingt, ja, zingt nu allen mee

Rood en Wit, R.A.F.C.

Het thuispubliek is heterogeen. Jonge kinderen, tieners die Antwerp nooit in eerste klasse gezien hebben, vrouwen én oudere mannen die alles – hoogte- én dieptepunten – meemaakten. De Ridder: “Wij hebben geen generatiekloof zoals bijvoorbeeld op Berchem, waar ze allemaal tussen de 60 en 80 jaar zijn.”

RAFC, anno 2013/14: de Engelsman John Bostock, op zijn zestiende door Tottenham Hotspur naar Londen gehaald; de Rwandees Solomon Nirisarik; de vier Nederlanders Kelvin Maynard, Sandro Calabro, Kevin Tano, Roy Bakkenes; en vijf Belgen: Björn Sengier, Jannes Vansteenkiste, Jonas De Roeck, Emrullah Güvenç en… Wim De Decker, die met acht seizoenen (Germinal) Beerschot op de teller toch luid wordt toegejuicht. De Ridder: “Toen Wim hier een overeenkomst tekende, heeft Gunther Hofmans meteen contact met ons opgenomen. ‘Hoe moeten we daarmee omgaan?’ Want veertien dagen ervoor stond Wim aan het Kiel nog met een abonnement van Beerschot te zwaaien. We hebben hem aangeraden om van Facebook of Twitter weg te blijven, dat hij zich op het veld moest bewijzen. Na drie weken stonden ze op de banken te applaudisseren, alleen omdat hij het waard was om het shirt te dragen. Dat is vroeger ook gebeurd met Patje Goots, die ons hier met Turnhout dood heeft gedaan. 1-5, drie keer Goots, die lachend voorbij tribune 2 liep. Het seizoen erna scoorde hij in zijn eerste match voor Antwerp twee keer en was hij plots een god. Heel vergankelijk allemaal.”

Antwerp domineert tegen Virton, maar het duurt tot de 68e minuut vooraleer de 8000 supporters door het dak gaan: Sandro Calabro, die met FC Utrecht en VVV-Venlo ooit Eredivisievoetbal speelde, scoort net als tijdens de vorige thuiswedstrijd tegen Lommel United het enige doelpunt van de wedstrijd. 1-0, Antwerp speelt de wedstrijd professioneel uit, iedereen gaat tevreden naar huis.

The Great Old glijdt ook na negen speeldagen mee in het zog van de kopploegen. Bistiaux: “Met dit team moeten we minstens de eindronde kunnen halen.” Maar zei het nieuwe management in augustus 2011 niet dat het zichzelf drie jaar de tijd gaf om naar eerste klasse te promoveren? Bistiaux: “Ja, dat voornemen blijft, maar misschien is drie jaar te kort.”

Als de club rond Nieuwjaar nog meedrijft in de top van het klassement, is de kans groot dat thuiswedstrijden voor een vol huis worden afgewerkt. Bistiaux: “Als het goed gaat, dan komen ook de latente supporters terug naar het stadion. 100.000 Antwerpenaren noemen zich supporter, maar komen alleen als het sportief goed loopt. En blijven ook heel snel weg, terwijl de 5000 diehards er altijd staan, ook al spelen we al zo lang in tweede.”

Julien De Ridder: “Die liefde is niet te verklaren. Ik heb twee huwelijken om zeep geholpen met het voetbal, maar mijn nieuwe vriendin weet wat Royal Antwerp FC voor mij betekent. Op mijn rug staat een tatoeage – ‘1880’, het geboortejaar van de club – iets wat ik voor altijd zal meedragen. De liefde voor de club is zoals een huwelijk: in goede en slechte tijden… Maar ze hebben ons vooral nodig als het slecht gaat. En mocht er iets gebeuren, dan kan ik in de spiegel kijken en zeggen: ‘Aan mij ligt het niet.’ Elke dag alles voor de club doen, mocht elke supporter dat kunnen zeggen, dan zouden we een heel rijke club zijn.”

DOOR CHRIS TETAERT – BEELDEN: YORICK JANSENS / IMAGEGLOBE

“Trainers, spelers en zelfs een bestuur zijn vergankelijk, maar supporter ben je voor het leven.” Julien De Ridder

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content