Slecht heel even dompelde Ariël Jacobs zich afgelopen zondag in het Jan Breydelstadion mee onder in de festiviteiten nadat Anderlecht zijn 30e titel pakte. De spelers tilden hun trainer omhoog en gooiden hem in de lucht, Jacobs verdronk net niet in een oceaan van oprechte blijdschap. Als er iets is dat de trainer dit seizoen mag worden toegeschreven, dan de sfeer van sereniteit en solidariteit die hij in deze groep beitelde. Niet één wanklank kwam er de voorbije maanden naar buiten, niet één zure oprisping. Los van het incident met Marcin Wasilewski, waarin ook Jacobs zich heel even vergaloppeerde, leek het Brusselse bolwerk wel een oase van rust. Dat is in het verleden wel eens anders geweest.

Een andere mentaliteit is er onder de regie van Ariël Jacobs ook in de groep gesijpeld. Zelfoverschatting en solo-optredens zorgden vroeger vaak voor een afbrokkeling en versplintering van het groepsgevoel, het leek verweven met de cultuur van dit bastion. Nu stond er meer dan ooit een blok op het veld. Soms ergerde Jacobs zich wel eens dat een aantal afspraken niet werd uitgevoerd, maar dat soort irritaties werd steeds zeldzamer. Anderlecht putte uit de reeks tegenslagen en blessures een zelden geziene samenhorigheid. Nooit was het groepsgevoel groter dan nu. Misschien is dat wel de grote winst van deze voetbaljaargang.

Natuurlijk wervelde Anderlecht dit seizoen slechts sporadisch en speelde het niet altijd even dominant. Paars-wit viel al eens terug op werkvoetbal, gevoed door de nodige artistieke injecties, met heel vaak Mbark Boussoufa in een hoofdrol. Het etaleerde kracht, fysiek en een groot mentaal overwicht. En de efficiëntie was dodelijk: slechts drie nederlagen in voorlopig 34 wedstrijden, de meest productieve aanval, de meest hechte verdediging, een grote kloof op de concurrentie, cijfers accentueren het meesterschap van paars-wit.

Maar er is meer. Anderlecht beschikt over een jonge ploeg, een team met ongeslepen diamanten en groeipotentieel, met Romelu Lukaku als exponent. Het ontdekte zijn patrimonium. Dat de blessure van Jan Polák leidde tot de doorbraak van Cheikhou Kouyatéis een vreemd dualisme. Soms zijn clubs rijker dan ze zelf vermoeden.

Juist door de aanwezigheid van veel pril talent leek de voetbalmacht vorig seizoen naar Luik te zijn verschoven. Standard gaf toen de indruk aan het begin te staan van een gouden periode. Met een trainer die een vernieuwer werd genoemd, met bestuurlijke stabiliteit, met een gretige, hongerige spelersgroep. Niets is in de voetballerij gevaarlijker dan dergelijke voorspellingen.

Toch staan er bij Anderlecht veel steviger fundamenten dan bij Standard. Het zal niet in die pedante houding vervallen die toen aan de boorden van de Maas werd gedemonstreerd. Anderlecht stond altijd al model voor klasse en stijl. Voorbij is de tijd dat de club werd geleid door emotionele schommelingen die afhankelijk zijn van het meest recente resultaat, tot het verleden behoren de paniekaankopen. De rust die de spelersgroep kenmerkt, uit zich in alle geledingen van de vereniging. Voorzitter Roger Vanden Stock blijft in de schaduw, manager Herman Van Holsbeeck werd de spreekbuis van de club. Hij kweet zich op een beheerste manier van deze taak.

Het moet voor Anderlecht een volgende uitdaging zijn om de kloof met Europa te dichten en via de Champions League het budget verder op te drijven. Anderlecht speelde op Europees vlak goed tegen Athletic Bilbao en Hamburg, maar eerder bleek in de dubbele confrontatie met Olympique Lyon, intussen wel halvefinalist in de Champions League, waar de grenzen liggen: als techniek gekoppeld wordt aan dynamiek en een hoge snelheid van uitvoering versmacht paars-wit, een lot dat alle Belgische clubs moeten ondergaan.

Het komt er voor Anderlecht op aan zich op een verstandige manier te versterken. En alle sieraden verder aan zich te binden om die, met de nodige zelfbescherming, verder te laten groeien. Het is een taak die Ariël Jacobs op het lijf is geschreven: een stuurman die zichzelf niet hoeft op te blazen om respect en autoriteit af te dwingen.

door JACQUES SYS

Nooit was het groepsgevoel groter dan nu.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content