Als de nood het hoogst is, dan is daar voor Cercle Brugge Frans Schotte: de erevoorzitter die weer voorzitter is geworden én de eerste investeerder in de nieuwe vennootschap. ‘Hoe langer hoe meer zeg ik: er is in eerste klasse plaats voor Cercle.’

Hij ontvangt ons ’s ochtends bij hem thuis in Roeselare vóór hij zoals elke dag van de week naar zijn bureau in de kantoren van de Gezinsbond in Brussel vertrekt. Bijna drie jaar geleden stopte hij als voorzitter van Cercle Brugge en nu is hij dus opnieuw voorzitter van Cercle Brugge. “Er zijn”, zegt Frans Schotte (67) met de glimlach nog voor wij eraan toe zijn gekomen, “niet veel voorzitters die drie jaar later terugkeren hé.” Het zal zijn dat daar een goeie reden voor was, merken we op. “Er waren bestuursleden, sponsors en supporters die vonden dat ik met de komst van de cvba weer een rol kon spelen en dat een terugkeer goed zou zijn voor Cercle”, legt hij uit. “Dan begint dat idee op den duur ook bij jezelf te groeien en toen Paul Vanhaecke besliste om plaats te maken, is mij met grote unanimiteit gevraagd om het van hem over te nemen.”

Hoe beleefde u het vertrek van Paul Vanhaecke?

Frans Schotte: “Paul beschouwde het voorzitterschap altijd al als een hobby. Maar met de tegenvallende resultaten nam de druk van bestuursleden, sponsors en supporters toe en werd het voor hem minder een hobby en meer een opdracht. Het plezier was eraf en hij besefte dat hij niemand een dienst bewees door te blijven zitten.”

Bijna drie jaar geleden bent u vertrokken, zei u op dat moment, omdat de functie niet combineerbaar was met het algemeen voorzitterschap van de Gezinsbond dat u toen zou opnemen.

“Ja, maar nu ik bij de Gezinsbond ben ingewerkt, vind ik het beter combineerbaar.”

Heeft uw hernieuwde engagement bij Cercle ook iets te maken met het feit dat er twee jaar geleden kanker bij u werd vastgesteld en dat u daar intussen van genezen bent?

“Neen. Het beste medicijn is voor mij wel geweest dat ik gewoon ben blijven werken zoveel ik kon. Dat ik zo weinig mogelijk met de ziekte bezig ben geweest en zo veel mogelijk met nuttige dingen waar ik wel iets aan kon doen. Zo blijf je mentaal fris en weerbaar. Het enige dat ik aan de ziekte kon doen, was doen wat de dokters zegden dat ik moest doen en dat deed ik dan ook.”

Wat deed de diagnose “kanker” emotioneel met u?

“Het was schrikken, omdat het om een routinecontrole ging en ik mij heel goed voelde. Maar ik had vrijwel meteen een praktische reflex. Mijn vrouw had mij die ochtend aan het ziekenhuis afgezet en was ondertussen naar het reisbureau gegaan om een reis te betalen die we net geboekt hadden. Toen ze terugkeerde, moest ik zeggen: ‘Ik vrees dat we de reis zullen moeten uitstellen, want er is kanker vastgesteld en ik moet worden geopereerd en zal stralen en chemo krijgen.’ Emotionele momenten kende ik niet echt. Dezelfde avond kreeg ik na bijkomend onderzoek te horen dat de kwaadaardige poliep nog niet door de darmwand was gegroeid en dat de kans heel groot was dat de kanker nog niet uitgezaaid was. Bijkomende scans in de daaropvolgende dagen bevestigden dat het gezwel inderdaad operatief te verwijderen was en de kans op volledig herstel heel groot was. Al die tijd bekeek ik dat heel rationeel. Had ik mij continu de vraag moeten stellen ‘zal ik blijven leven of niet?’, dan denk ik dat ik echt ziek zou zijn geworden en de kans op herstel veel kleiner zou zijn geweest.”

Wat leerde u van die ervaring?

“Niet veel. Ik ben gestopt met roken en kocht een elektrische fiets waarmee ik in het weekend een tocht van één à twee uur maak als het weer dat toelaat. Voor de rest kreeg ik de duidelijke bevestiging dat je bezig moet zijn met waar je iets aan kunt doen en niet met waar je niets aan kunt doen. In álles ben ik tamelijk rationeel. Ik ben tien jaar voorzitter geweest van Cercle en bijna dertig jaar CEO van Standaard Boekhandel en iedere keer als er zich problemen stelden met een emotionele kant probeerde ik die problemen zo goed mogelijk te analyseren en te omschrijven. Want hoe beter je dat kunt, hoe beter je een oplossing kunt vinden. Zo doe ik het nog steeds. Ik ben altijd iemand geweest die probeerde in alles wat hij deed de zaken goed te doen én af te werken. Misschien is die motivatie nu zelfs nog toegenomen.”

Geldbusiness

Wat betekent dat voor Cercle?

“Voor mij is het belangrijk dat er dingen gebeuren die moeten gebeuren. Ik ben naar Cercle teruggekeerd met de intentie om in overleg met de andere mensen van de raad van bestuur zo snel mogelijk alles weer op dreef te krijgen en daarna bij te sturen waar nodig. De jonge mensen die in de loop van de voorbije drie jaar in het management en het bestuur zijn gekomen, moeten wij met onze ervaring ondersteunen.”

Het eerste wat u deed, was 250.000 euro investeren in de nieuwe cvba. Waarom deed u dat?

“Er ging twee en een half jaar over voor die cvba er eindelijk is gekomen en wat er nu staat, vind ik een heel goeie constructie, omdat het weergeeft wat er nodig is. Enerzijds de vzw die inderdaad zaken doet zonder winstoogmerk, zoals de jeugd-, de vrijwilligers- en de supporterswerking. Anderzijds de bedrijfsmatige kant van Cercle, waar het over veel geld gaat. Een organisatie met veertig mensen op de payroll is een kmo en moet worden geleid als een kmo. In dat bedrijfseconomische concept mogen emotie en nostalgie veel minder een rol spelen, want als de financiële realiteit niet goed is, ga je failliet. Daar zijn voorbeelden genoeg van. Als er geen eenduidig beleid is en iedereen een beetje het beleid begint te voeren dat hij denkt dat er gevoerd moet worden, dan is dat slecht. Ik investeerde in de cvba omdat ik erin geloof en omdat ik een signaal wou geven dat het broodnodig is voor Cercle. De grote problematiek in de voetbalwereld is dat het hoe langer hoe meer een pure geldbusiness is geworden, waarbij een rijke mens eigenaar wordt van een ploeg en die al dan niet beschouwt als een hobby of een speeltje. Dat is een bedreiging voor het voetbal. Want uiteindelijk, wat is de waarde van clubs als Cercle, Kortrijk, Moeskroen, Bergen en nog enkele andere? Twee à drie miljoen euro? Dat zijn peanuts voor iemand met veel geld. Ik vind dat als wij Cercle sterk willen maken en gezond willen houden, wij de deur niet mogen openzetten voor zo iemand. Dat we geen afstand mogen doen van alles waarin we geloven, niet honderd procent afhankelijk mogen worden van één man, het risico niet mogen lopen dat één man beslist over het voortbestaan, de continuïteit en de inhoud van Cercle. We moeten evolueren naar veel kleine investeerders die Cercle financieel dragen, maar die ook samen werken aan een beleid.”

De realiteit is: momenteel zijn er amper twee investeerders.

“Er is een lijstje opgemaakt van in de twintig potentiële investeerders die we zullen aanspreken. Ik zou teleurgesteld zijn, mochten we tegen Nieuwjaar niet het huidige aantal verdubbeld hebben en het tegen de start van volgend seizoen niet vervierdubbeld hebben.”

Wat is het profiel van de Cercle-investeerder?

“Onze investeerders zullen zeker niet uit Qatar komen, niet uit Egypte en ook niet uit Frankrijk. We zoeken mensen met verwantschap met de regio, met affiniteit met wat hier reilt en zeilt en met de waarden die Cercle propageert. Mensen die zich mee willen integreren in het maatschappelijk leven in Brugge, die kansen willen geven aan de jeugd, die willen dat de jonge spelers niet alleen goede voetballers worden maar ook goede manieren leren. Voor ons is dat essentieel.”

Is er voor Cercle Brugge, de tweede club uit een provinciestad, nog lang plaats in de eerste klasse?

“Hoe langer hoe meer zeg ik: er is in eerste plaats voor Cercle.”

Waarom hoe langer hoe meer?

“Onder meer omdat er op veel plaatsen in het land geen eersteklassevoetbal wordt gespeeld. Niet in Namen bijvoorbeeld, niet in Doornik, zelfs niet in Antwerpen en niet meer in Bergen. Mons is nochtans een stad van bijna 100.000 inwoners, de voetbalclub werd er gesteund door de stad en de Waalse overheid, maar trok in eerste toch maar 4 à 5000 toeschouwers. Heeft Moeskroen met gemiddeld 4000 toeschouwers een roeping in eerste? Eerst gaat het failliet, dan gaat het een onwezenlijke fusie aan met Péruwelz, dan komen de aandelen in handen van Rijsel en nu zouden die verkocht worden aan een Arabier. Wat is daarvan de relevantie? Cercle zit in Brugge inderdaad samen met Club, maar het project is totaal verschillend: Club wil de grootste Vlaamse ploeg zijn; wij zijn een provinciale ploeg met een lokale en regionale verankeringsfunctie en attractiezone, met een beperkter budget en regionaal gerekruteerde sponsors. Met 7 à 8000 toeschouwers zitten we in de middenmoot van alle eersteklassers. Stel dat Cercle verdwijnt, denk je dat Club dan van 300 naar 600 jeugdspelers zal gaan en dat er dan dubbel zoveel naar hun eerste ploeg zullen doorstromen? Hoe beter Cercle zijn eigen visie en doelstellingen formuleert, hoe meer het zal kunnen bewijzen en waarborgen dat het echt een bestaansreden heeft.”

Hoe belangrijk is het voor de toekomst van Cercle dat het dit seizoen in eerste blijft?

“Ik ben ervan overtuigd dat het niet determinerend zal zijn voor de projecten waarmee we momenteel bezig zijn: het stadiondossier, de cvba en de investeerders die we zoeken. Maar als we erin blijven, zal het veel makkelijker gaan dan als we zakken. Uiteindelijk kan de toekomst van Cercle niet in tweede liggen, niet op korte en niet op lange termijn. Met de projecten waarmee we bezig zijn, moeten we in eerste spelen. Degraderen zou intriest zijn, maar de projecten zouden wel voortgezet worden.”

Kunnen jullie je voldoende versterken?

“We zullen al het mogelijke doen om de ploeg sterk genoeg te maken om erin te kunnen blijven. We zijn nog niet zover met onze cvba, maar er zijn toch al voldoende middelen beschikbaar om dat op te vangen.”

Met uw terugkeer wordt ook de terugkeer van Glen De Boeck verwacht.

Glen is en blijft een heel goeie trainer. Toen Paul Vanhaecke twee jaar geleden bij gebrek aan resultaten overwoog te stoppen met Bob Peeters en mij vroeg wat ik zou doen, zei ik hem dat De Boeck misschien wel de aangewezen persoon was om Cercle in eerste te houden. Sindsdien noemde ik op Cercle zijn naam niet meer. Nu ondersteunde ik mee de beslissing om Lorenzo Staelens te ontslaan en ook de suggestie om Arnar Vidarsson een kans te geven. Omdat ik denk dat hij de beste optie is, nu en zover ik kan kijken.”

Ethiek

Bij uw vertrek naar de Gezinsbond zei u ook: ‘Ik stel mij almaar meer vragen bij de ethiek in het voetbal.’ Is dat geen bezwaar meer?

“Vanop afstand bekeken en met de informatie waarover ik beschik over wat er in de bond en de profliga gebeurt, lijkt het mij dat er nog niet zo veel veranderd is. Vandaar dat mijn intentie is: ik zal mijn uiterste best doen voor Cercle, maar ik zal niet in de vuurlinie gaan staan bij andere structuren om daar beweging en verandering in te krijgen. Naarmate er in de profliga meer clubs in het bezit komen van één rijke mens zal de kans dat we er meer corporate governance en meer ethiek in krijgen niet toenemen.”

Welk boek adviseert u de voetbalwereld in de eindejaarsperiode eens te lezen?

“Een boek van Dale Carnegie dat al heel oud is: How to Win Friends and Influence People. Het gaat over hoe je op een correcte manier goeie relaties met mensen uitbouwt en het is een van de beste boeken die ik ooit las. Als je het in de realiteit kunt omzetten, zal je beter zijn op de plaats die je in de maatschappij inneemt.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN CHRISTOPHE KETELS / BELGAIMAGE

“Onze investeerders zullen zeker niet uit Qatar komen, niet uit Egypte en ook niet uit Frankrijk.”

“Glen De Boeck is en blijft een heel goeie trainer, maar ik noemde al twee jaar zijn naam niet meer op Cercle.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content