“Het verschil wordt almaar kleiner in voetbal. Je hebt geen plejaden vedetten meer nodig om resultaat te halen. Dat is positief, want het maakt het spannender. Moeilijker. Het viel op dat je op het voorbije EK zelden of nooit volledige controle over een wedstrijd had. Iets leek goed of fout, maar plots kon één foutje het hele beeld veranderen. Een kwetsbaarheid die te maken had met de warmte, met spelers die na een slopend seizoen frisheid misten en zeker ook met de snelheid. Concentratie wordt steeds belangrijker, de aandacht en de helderheid om een situatie te overzien en dan te handelen.

“Eén moment van onoplettendheid kan het verschil maken. Vaak zag je dat zoals op Wimbledon de kleinste fouten werden afgestraft. Waar er even een opening viel, was binnen de drie seconden de bal. Schitterend. De iets snellere bal speelde daarbij ook een rol, eens de spelers eraan gewend raakten. De tijd om ruimtes dicht te maken, wordt korter, zoals in andere sporten. Voetbal was lang een makkelijker sport : we zijn met elf en als ik niet loop of oplet, zullen anderen het wel voor mij doen, weet je wel. Dat gaat niet meer. Iedereen moet attent zijn en vooruit denken in plaats van af te wachten. Ook diep in het rood en met pijn blijven functioneren, is resultaatbepalend. Ook dat was in voetbal lang minder belangrijk dan in veel andere sporten.

“Portugal en Griekenland waren de ploegen die het meest collectief speelden. De Grieken waren al gevormd, de Portugezen, die geen kwalificatiewedstrijden dienden te spelen, zuiverden en herwerkten hun elftal tijdens het EK. Beide trainers hadden een grote inbreng. Het is zoals Otto Rehhagel zelf zei : ‘Vroeger speelden de Grieken wat ze wilden, nu wat ze kunnen.’ Realistisch, voeten op de grond, discipline. De vedetten op de bank : Vassilis Tsartas en Demis Nikolaidis. Geen dogma’s, geen heilige huisjes.

“Zie hoe hij Tsjechië ontregelde : Eén : individuele dekking op Milan Baros ; twee : een kleine snelle speler vóór Jan Koller ; drie : de dubbele dekking van een libero van bijna twee meter die bijna elke tweede bal won, geregeld op het middenveld verscheen en ook nog de winninggoal maakte. Otto Rehhagel is een slimmerik. Op het middenveld liepen geen uitvinders, maar jongens die volgens eenvoudige principes speelden : de bal verzorgd controleren, verzorgd passen én bewegen, niet stilstaan. Niet te snel diep spelen, maar de momenten zorgvuldig kiezen : niet attractief, maar zeer functioneel. Goed georganiseerd, hard in duel en onnodig balverlies vermijdend. Spelen tegen Griekenland kostte veel energie. En voorin liepen met Angelos Charisteas en Zisis Vryzas twee grote, hardwerkende, snelle én scherpe spitsen, want het voorbije seizoen niet al te veel spelend bij respectievelijk Werder Bremen en Fiorentina.

“Het was interessant. Ik zal het EK missen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content