Twee vergaderingen over het toekennen van de tv-rechten hebben in dit dossier nog voor geen doorbraak gezorgd. Eerst kon de profliga zich niet vinden in het voorstel van Belgacom TV, dat in plaats van de verhoopte 50 miljoen euro 44,7 miljoen bood. Een toename van 25 procent tegenover drie jaar geleden, maar het bleek niet te voldoen aan de verwachtingen. Dat gaat zo als je je vooraf rijk rekent en al heel voorbarig tot een verdeelsleutel komt.
Nu zal er de profliga volgende vrijdag, op een derde vergadering, niets anders overblijven dan de offerte te aanvaarden. Belgacom TV is de enige bieder, de profclubs zullen opnieuw moeten nadenken over de manier waarop deze inkomsten worden verdeeld, de tweedeklassers – anderhalve week geleden al ontstemd over de hervormingsplannen – dreigen opnieuw de dupe te worden. Dat zal ongetwijfeld weer tot verhitte discussies leiden. Zoals veel wat in de voetbalbond en de profliga gebeurt voer is voor polemieken. En op een irritant trage manier verloopt.
Met die trein der traagheid heeft ook Club Brugge te maken, dat geen schot krijgt in zijn plannen voor een nieuw stadion. De Vlaamse regering nam daarover nog steeds geen standpunt in. Eerst moest dit in maart gebeuren, nu is dat uitgesteld naar juni. In Brugge (zie ook het interview met projectontwikkelaar Bart Verhaeghe verderop in dit blad) worden ze met de dag zenuwachtiger.
De discussies zijn intussen zo geladen dat de werkelijkheid dreigt vertekend te worden: veel meer dan om de bouw van een nieuw stadion gaat het hier bij de zogenaamde tegenstanders om de realisatie van een nieuw winkelcomplex. Ook de Brugse burgemeester Patrick Moenaert, die een rabiate opposant van het project heet te zijn, is vóór een nieuwe voetbalarena maar tégen het winkelcomplex. Een belangrijke nuance. Alleen dit shoppingcenter, kennelijk noodzakelijk voor de financiering, maakt dit project nog steeds zo complex. Een serene discussie valt daarover nauwelijks nog te voeren. De emoties zijn te hoog opgelaaid.
Als Club Brugge weer een plaats wil krijgen op de Europese kaart, heeft het uiteraard behoefte aan een nieuw stadion. Net zoals het hele Belgische voetbal qua infrastructuur achterop blijft hinken en inkomsten misloopt. Alle pogingen om met die inhaalbeweging te beginnen verzanden steeds weer in politieke mallemolens en administratieve logheid. In Gent – het eerste stadion dat wel groen licht kreeg – moet de eerste steen nog gelegd worden, al zou dat eind augustus gebeuren.
Ondanks een soms schrijnend gebrek aan comfort zit ons voetbal qua belangstelling in de lift. Elf van de achttien eersteklassers zagen dit seizoen meer toeschouwers de loketten passeren dan het jaar daarvoor. Dat moet een springplank zijn voor de toekomst. Dat meer comfort effect heeft, bewijst de situatie in een min of meer vergelijkbaar land als Nederland. AZ zag zijn aantal toeschouwers verdubbelen sinds het in een nieuw stadion speelt, bij provincieclubs als Heerenveen en FC Groningen bedraagt de stijging respectievelijk 35 en 30 procent. Maar nergens zorgden nieuwe of vernieuwde voetbaltempels voor zo’n boom als in Duitsland, waar gemiddeld 38.000 mensen naar de Bundesligawedstrijden komen. Zes jaar geleden waren het er nog 28.000. Een opmerkelijke klim in een periode dat steeds meer Duitse topvoetballers naar het buitenland uitzwermden en de spelkwaliteit daalde. Deze paradox toont dat mensen die naar voetbalwedstrijden gaan andere prioriteiten stellen.
België blijft op dat vlak een ontwikkelingsland. Tijdens het komende EK zullen Oostenrijk en Zwitserland fraaie arena’s presenteren en straks dreigen we zelfs voorbijgesneld te worden door de armere Oost-Europese landen. Intussen linkt Alain Courtois zijn WK 2018-project aan liefst zes nieuwe stadions waarvan de ligging eind dit jaar bekend moet zijn. Hoe politieke traagheid dat bemoeilijkt, blijkt juist in Brugge: zestien maanden is het geleden dat Club zijn stadionplannen ontvouwde. Nog geen stap is het intussen verder geraakt. S
door Jacques Sys
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier