Trond Sollied, de Noorse trainer van herfstkampioen Club Brugge, landde zes jaar geleden met zijn valies in Zaventem. Hij is niet meer dezelfde, België veranderde hem. ‘Ik ben voorzichtiger geworden in wat ik zeg’, zegt hij.

‘Ik verloor aan spontaniteit.’

De laatste vraag luidt : wat is uw kerstboodschap ? ” It’s a wonderful world“, antwoordt hij zonder nadenken. “En wie zong dat ? Er zijn er drie. Drie bekende Armstrongs. Louis Armstrong, Neil Armstrong en Lance Armstrong.”

Even later wandelen we met de fotograaf van ’t Zand naar de Grote Markt. Het is nul graden Celsius in Brugge. “Bij ons leeft Kerstmis sterker”, zegt Trond Sollied. “Het is er minder commercieel. Op kerstdag vind je er geen hotel open. Voor mij is het vooral familie en vrienden ontmoeten en samen een goede tijd beleven. Kerstmis is voor de kinderen. Dan krijgen ze geschenken, dan kunnen ze spelen en dan zijn ze blij. Zelf trekken we in de eindejaarsperiode naar de zon. Gran Canaria, 25 graden. Met een zoontje van twee jaar is dat beter. Ik denk dat hij liever in short rondloopt dan helemaal ingepakt. Maar ik wil hem toch zo snel mogelijk leren skiën, want dat is prettig en gezond.”

Geen ploeg die in 2004 meer punten behaalde dan Club Brugge. Wat was de beste wedstrijd ?

Trond Sollied : “Dat weet ik niet. Over zo’n lange periode is het moeilijk vergelijken, maar we hadden meer goede dan niet zo goede wedstrijden.”

Wat zoek je in het spel van je ploeg ?

“Wij proberen altijd meerderheidssituaties te creëren en met zoveel mogelijk spelers in de zestien meter van de tegenstander te komen. Ik ben een offensieve trainer. Als de balans goed is, schakelen we snel om en dan is het aan de spelers om te beslissen of we de bal in de ploeg houden of vlug aanvallen. Dat is het leerproces van de spelers. Soms gaat het goed, soms niet.”

Kan Club Brugge in 2005 op dat elan verder blijven gaan ?

“We hopen het en werken er hard voor, maar garanties over wat er in de toekomst gebeurt, heb je niet. In de maanden januari, februari en een deel van maart zie je door de weersomstandigheden en de staat van de velden soms niet zo’n goed voetbal, maar met harde werkers kan je nog altijd goede resultaten halen.”

Wat leerde je uit de wedstrijd op Anderlecht ?

“Dat goals qua impact op een wedstrijd a hell of a difference kunnen maken. Anderlecht kreeg door de gelijkmaker zo’n opstoot van energie dat wij bijna ieder duel begonnen te verliezen. Dan is er van tactiek niet veel sprake meer. Dan moet je terug naar het laagste niveau : man tegen man. Als je dan de duels en de second balls niet wint, kan je de wedstrijd niet winnen. Want dan zal je nooit in staat zijn om de bal in de ploeg te houden. Dat is wat er gebeurde. Het was in hoofdzaak psychologie. Terwijl zij een push kregen, gingen wij de diepte in.”

Had je niet beter naar 3-5-2 overgeschakeld ? Dan waren de backs van Anderlecht misschien wel nog meer vrij vrijgekomen, maar je had dan toch een man meer centraal in verdediging gehad, de driehoek centraal op het middenveld was intact gebleven en je had centraal voorin twee man in plaats van alleen Rune Lange gehad om de bal vast te houden. Neen ?

“Die overweging maakten we op de bank ook en in theorie kan dat oké zijn, maar in principe hádden we in de centrale as al één man op overschot én kenden we problemen met de backs van Anderlecht. Bosko ( Balaban, nvdr) viel uit, Victor was niet gelukkig en Gert ( Verheyen, nvdr) kende problemen. Te veel spelers wonnen de duels niet. We brachten met Ivan ( Gvozdenovic, nvdr) een extra middenvelder in om een betere pressing te hebben en op het einde Philippe ( Clement, nvdr) om te pushen, maar het probleem was algemeen. Ik bekeek de wedstrijd achteraf op video en ik blijf erbij : er was meer aan de hand dan we konden oplossen. We kunnen ook niet toveren. Er zijn dagen dat je niet slaagt en dan spreken we zelfs niet over voetbal.”

Waarom verkoos je Birger Maertens boven Philippe Clement als verdedigende middenvelder ?

Philippe kwam uit blessure, terwijl Bicky ( Birger Maertens, nvdr) in goede vorm was, ondertussen toch ook al wat ervaring heeft en eerder al in deze positie tegen Anderlecht speelde. Ik nam de beslissing na overleg binnen de staf en na een gesprek met Timmy ( Simons, nvdr) en Bicky. Philippe had gekund, maar garantie dat het met hem beter geweest zou zijn, is er niet. Soms zoekt de pers te veel naar gemakkelijke conclusies.”

Typisch Trond Sollied blijft ook : late wissels. Waarom ?

“Ik ken mijn spelers, ik weet wat ik op de bank heb en wat ik kan wijzigen. En ik heb geleerd : wissel niet te vroeg. Weet je nog Châteauroux : drie centrale verdedigers out in één wedstrijd ! Als iemand hulp nodig heeft, moet je er hem afhalen voor hij een catastrofe veroorzaakt, maar voor de rest : wees geduldig, overleg altijd, ook wie er zich wanneer opwarmt, en verander niet te veel. Things take time.”

Je imago van betweter verbeterde er in 2004 niet op.

“Als iemand mijn mening vraagt, geef ik die. Maar als iemand een andere mening heeft en zegt dat ik over zijn mening beslis, dan betekent dat natuurlijk dat hij eigenlijk geen mening heeft.”

‘Stevie Wonder’ is stilaan een running gag aan het worden.

“Je moet iedere uitspraak in zijn context zien. Natuurlijk, als iemand iets niet ziet wat nochtans duidelijk is, wat kan ik dan zeggen ? Dat hij gek is ? Dat zeg ik nooit. Ik doe het op een mooie manier. Iedereen weet dat Stevie Wonder blind is. Maar ook dat hij goed kan zingen, hé ( glimlacht). En, sorry, maar er verschijnen ook veel dingen in de pers die ik niét gezegd heb.

“Mensen kunnen van mening verschillen, maar als de feiten niet juist zijn, is wat je schrijft natuurlijk bullshit. Ik merk dat veel journalisten niet veel om de echte voetbalfeiten geven en alleen maar om meningen van ergens.”

Voor de wedstrijd tegen Zaragoza werd je gehuldigd voor je vijftigste Europese wedstrijd met Club Brugge. Een mooi gebaar van de club. Doet het je wat ?

“Het is tof, maar ik ben niet zo bezig met zulke dingen. Maar het klopt dat ik een positieve statistiek heb.”

Was 2004 Europees geen tegenvaller ?

“Je moet de dingen altijd een beetje in perspectief plaatsen : wat presteerde Club Brugge in Europa de vijf jaar voor ik hier kwam ? Niets. We zitten in Europa in een subtopblok en weten dat we in een zeer goede dag AC Milan kunnen kloppen. Vorig jaar waren we daartoe in staat. Nu niet meer, omdat we te weinig aanvallers hebben. Maar we deden het in 2004 niet zo slecht. Op Shakhtar na was het oké. In Dnepr waren we ongelukkig zoals je het niet zo vaak ziet. Utrecht was een slechte wedstrijd, van beide teams, maar op een slecht veld en met tien man. Een gelijkspel op Austria was oké. Tegen Zaragoza, de beste ploeg van de groep, heeft iedereen gezien wat we tekortkwamen. In Bordeaux, vorig seizoen, gaven we het weg. Dat betekent dat je als groep en individueel nog meer te leren hebt, maar daar moet je je niet om schamen. Vergeet niet dat de groep dit jaar serieus gewijzigd werd. Er zijn veel spelers verkocht, er kwamen nieuwe jongens met minder ervaring. Aanpassen en groeien als team, dat is geen hocus-pocus, hé. Dat vergt tijd. En als je de lat te hoog legt, zal je nooit slagen.”

Gert Verheyen verwoordde vorige week in Het Brugsch Handelsblad de mening van wel meer mensen : “Europees kozen we soms te veel voor de aanval. We lieten thuisploegen soms de kans te counteren op hun eigen veld.”

“Ik ben het daar niet mee eens. Iedereen weet dat we proberen de balans te vinden. En als we de bal hebben, wat moeten we doen ? Hem in de tribune knallen ? We spelen pressing, maar of dat low of medium pressing is, hangt ook af van hoe sterk de tegenstander is en hoe hij speelt. De wedstrijden waarin wij de meeste problemen kenden, waren deze waarin de tegenstander de bal won op onze helft. Dan kan je niet zeggen dat we te offensief spelen, eerder dat we niet goed genoeg zijn met de bal. Wanneer is het risicomoment, wanneer niet ? Dat is belangrijker. En : hoe voelt het individu zich ? We leverden enkele prestaties waarin we het resultaat niet bereikten dat we verdienden én individuele fouten werden cash betaald. Dat hoort bij het leerproces van jonge spelers.”

Verwacht je na nieuwjaar een extra spits ?

“Als je met drie spitsen speelt en die posities zijn niet dubbel bezet, weet je dat je in de problemen kunt komen.”

Er zijn ook Dieter Van Tornhout en Sebastian Hermans.

“Ik wil geen jonge talenten kapotmaken. Ik wil hen de kans geven om te groeien, ik zet hen in als het goed gaat.

“Wat ik vernam, is dat als er niemand verkocht wordt er ook niemand gekocht zal worden. Ik hoop het beste, maar als trainer moet je zo goed als je kunt werken met de spelers die je hebt.”

Je bent zes jaar in België. En ?

“Ik ken België nu veel beter. Toen ik in januari 1999 toekwam, wist ik niks. Ik ben nieuwsgierig en hou van reizen en mijn doel was : ik heb nu een kans om Europa in te gaan en ik zal zien of ik er mijn denken, mijn – laat ons zeggen – Scandinavische principes kan gebruiken. De principes zijn Scandinavisch, niet de manier van spelen. Ik heb het antwoord ondertussen gevonden. En ik heb hier met de spelers en de staf al mooie jaren gekend.”

In welke zin ben je geëvolueerd ?

“Globaal gesproken weet ik nu hoe Belgen denken en reageren en ben ik voorzichtiger geworden in wat ik zeg.”

Dat is positief toch ?

“Dat weet ik nog zo zeker niet, want ik voel dat ik een beetje aan spontaniteit verloor. Dat is niet zo goed, vind ik. Want praten met een kind is toch fantastisch ? Beter is volgens mij gewoon spontaan je mening te geven, maar niet met de bedoeling te kwetsen uiteraard. Ik vind het bijvoorbeeld geweldig Peter Van der Heyden bezig te horen. Was ik journalist, ik zou hem iedere dag interviewen ( glimlacht).”

Waarom ben je voorzichtiger geworden ?

“Omdat ik merk dat je gemakkelijk fout begrepen kunt worden en dat mijn mening in een context geplaatst kan worden waardoor ze een andere betekenis krijgt dan deze die ik eraan gaf. Soms zeg ik : ‘De Trond Sollied van de media ken ik niet.'”

Rune Lange zegt : “In Noorwegen praten wij in het openbaar niet zo negatief over elkaar. ” Is dat zo ?

“Ja. Vaak zeg ik tegen mijn spelers : ‘Ik zeg niet over anderen wat anderen over mij zeggen.’ Als we intern iets zeggen, brengen we dat ook niet uit. Als je naar de oorlog moet, moet je het samen doen. Zonder dergelijke basisprincipes in een werksysteem is er anarchie.”

Wat kan jij van ons leren ?

“Het Franstalige gedeelte ken ik niet, maar Vlamingen zijn werkers en goed in talen. Bourgondiërs. Ze zijn beleefd en ze komen altijd een kwartier op voorhand. Het zijn ook klagers en dat vind ik zeer raar. Ze hebben het goed, België is een gemakkelijk land om te leven, maar ze appreciëren niet wat ze hebben, vind ik.

“Sinds ik uit Noorwegen weg ben, apprecieer ik ook meer wat er daar is, moet ik zeggen. Een mooie natuur, fantastische vis die je nergens anders vindt. Gas, olie, elektriciteit. In feite is niet Israël maar Noorwegen het beloofde land – en we hoeven er geen muren voor te bouwen. Het rijkste land ter wereld ook, inderdaad, BNP gedeeld door het aantal inwoners. Maar wij zijn geen grote uitgevers. Noren zorgen er doorgaans voor dat ze in slechte tijden ook nog voort kunnen. Ik geef zelf niet veel uit. Ik wil mijn familie veiligstellen, maar ik ben niet zo materialistisch.”

Als je maar goed betaald wordt ?

“Ik ben niet jaloers op wie veel meer verdiend dan ik. Ik zorg er juist voor dat ik een correct salaris heb en dat heb ik.”

Zal dat niet moeten blijken uit je volgende contract ?

“Dit is mijn vijfde jaar Club Brugge en mijn volgende salaris zal veel hoger zijn. Twee, drie keer zoveel, denk ik.”

Je kent je toekomst ? !

“Je toekomst moet je een beetje kennen, maar voor honderd procent kan je die niet kennen.”

Je gaat naar Oekraïne ?

“Ik zei daar al drie keer neen. Maar het is niet alleen daar dat ze twee, drie keer meer betalen. Ik weet waar ik naartoe wil, maar dat zal ik tegen jou niet zeggen.”

Wat kunnen wij van jou leren ?

“In voetbal ? Systematiek, organisatie. In Noorwegen moéten we goed georganiseerd zijn en veel weten, want we zijn maar met vier miljoen inwoners en de afstanden zijn heel groot. Ik moét ook geen voetbaltrainer zijn, ik kan veel andere dingen doen. Ik prijs mij gelukkig dat ik mijn hobby als werk kan beoefenen.”

Je werd vorig seizoen voor het eerst uitgefloten. Hoort het bij een trainerscarrière ?

“Het probleem is dat supporters de feiten niet hebben waarover wij op de bank beschikken. Mochten wij ons door hen laten beïnvloeden, dan zouden er veel stommiteiten gebeuren. Alles wat wij doen, is gebaseerd op discussie, waarna wij tot de voor het team beste conclusie proberen te komen. Ik denk niet dat er veel clubs te vinden zijn waar er gewerkt wordt zoals bij ons. Ik denk dat het uniek is, hoe ik alle trainers erbij betrek – ook Cedo ( Cedomir Janevski, beloftecoach, nvdr) en Dany ( Verlinden, keeperstrainer, nvdr). Ik kan ook alles zelf doen, maar waarom heb ik dan assistenten ? Dat is mijn manier van werken niet. Ik werk in team. Tenslotte zien zij ook iedere training en iedere match.

“En wat betekent het woord supporter ? To support, s tay behind. Je moet het niet eens zijn met iedereen, maar ik kan iedereen verzekeren dat we alles in het kader van een goed doel doen : we proberen de wedstrijd te winnen. De beste supporters van Club Brugge zijn die van het Blue Army ( sfeerbevorderend supporterscollectief dat voor creativiteit en positivisme staat, nvdr). Uniek. Ik ben al veel in Engeland geweest en ik zeg : ze zijn top. Zij zijn in staat om heel het stadion te inspireren.

“Er zijn veel supporters die denken dat ze voetbal kennen, maar ze moeten accepteren dat ze geen trainer zijn en geen beslissing kunnen nemen. Iedereen heeft ook zijn favoriete speler. Het is een emotionele mix die in een slecht moment kan exploderen. Het is als mens alleen kwestie van dat te begrijpen.”

door Christian Vandenabeele

‘Wat presteerde Club Brugge in Europa in de vijf jaar voor ik hier kwam ? Niets.’

‘Was ik journalist, dan zou ik iedere dag Peter Van der Heyden interviewen.’

‘Mijn volgende salaris zal veel hoger zijn. Twee, drie keer zoveel, denk ik.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content