Nooit eerder maakte iemand 40 doelpunten in één seizoen in de Primera División. Cristiano Ronaldo deed het. Ook zijn zes hattricks zijn ongezien. Met dank aan zijn ploegmaats, en vooral … aan zichzelf.

Toen in februari van dit jaar aan Alfredo di Stéfano, de 84-jarige erevoorzitter van Real Madrid en zelf vijf keer winnaar van de pichichi in de jaren vijftig, werd gevraagd wat hij vond van Cristiano Ronaldo, antwoordde die: “Hij is een fenomeen. Hij moet niet weten tegen wie hij zal spelen, hij is toch van niemand bang. Onlangs gaf hij een pass met zijn rug ( tegen Atlético Madrid, nvdr) en werd hij daarvoor door heel wat spelers bekritiseerd. Ik vond dat fantastisch. Straks ga ik hem eens laten zien hoe hij de bal met zijn rug moet stoppen en er daarna op kan gaan zitten. Als hij dat trucje doet, zullen ze hem hopelijk nog meer bekritiseren.”

Of Di Stéfano het nu ironisch bedoelde of niet, Ronaldo wekt – ook in Spanje – zowel ergernis als bewondering op. Zijn acties zijn vaak oogstrelend, zijn doelpunten spectaculair, zijn power indrukwekkend, maar daartegenover staan zijn ongebreideld individualisme op het veld, het te hoge brillantinegehalte van zijn haar en de maniakale manier waarop hij met zijn lichaam bezig is. Cristiano Ronaldo is vaak het onderwerp van discussie. En dat was dit seizoen niet anders.

Zelfs over het aantal doelpunten dat hij maakte, is er onenigheid. Volgens het Spaanse sportblad Marca, de organisator van de Trofeo Pichichi voor de topschutter van de Primera División, maakte Ronaldo namelijk 41 doelpunten, terwijl het er officieel ‘slechts’ 40 zijn. Het doelpunt waarover controverse bestaat, viel in de met 1-2 gewonnen uitwedstrijd op Real Sociedad van 18 september 2010. Ronaldo nam toen een vrije trap die afweek op de rug van een zich bukkende Pepe en zo in doel belandde. De scheidsrechter kende het doelpunt toe aan Pepe, terwijl Marca het – niet onbegrijpelijk – op het conto van de Portugees zette. Wat er ook van zij, CR7 verpulverde dit seizoen het record van 38 doelpunten dat gedeeld werd door Telmo Zarra (in 1950/51) en Hugo Sánchez (in 1989/90).

Egoïst

Zijn record heeft Ronaldo naar eigen zeggen te danken aan zijn ploegmaats, maar een blik op enkele cijfers bewijst dat de Portugese wonderboy toch vooral zichzelf een schouderklopje mag geven. Zo was hij dit seizoen de speler in de Primera División die de meeste doelpogingen ondernam: 244 in totaal. De nummers twee en drie in die rangschikking, Lionel Messi en Villarrealspits Giuseppe Rossi, volgen met 147 en 137 pogingen al op respectabele afstand. Met dat aantal doelpogingen was Ronaldo in zijn eentje goed voor 34 procent van alle doelpogingen (708) dit seizoen van Real Madrid, ongeveer een derde dus. “Een egoïst? Dat werd mij ook verweten, maar voor een spits is dat juist een goede eigenschap. Als we niet zo waren, zouden we ook niet zo veel scoren”, zegt de nu 52-jarige Hugo Sánchez, de Mexicaanse goalgetter die zijn record van 38 doelpunten verbroken zag, in El País. “Ik denk zelfs dat hij nog meer goals zou maken als hij vaker in één tijd op doel zou besluiten in plaats van de bal eerst te controleren en tijd te verliezen in het strafschopgebied.”

Arrigo Sacchi, ooit nog sportief directeur van Real Madrid, gaat in dezelfde krant niet zo licht over het individualisme van CR7 heen: “Hij is een fantastische speler, maar hij werkt niet altijd voor de ploeg. Wat snelheid, behendigheid en fysieke kracht betreft, is er niemand zoals hij. Maar hij zou meer met de ploeg verbonden moeten zijn, zowel verdedigend als aanvallend. Hij heeft niet minder kwaliteiten dan Messi, maar die zet wel druk, pakt ballen af en denkt collectiever.”

De vergelijking met de kleine Argentijn is onvermijdelijk. Die toont dat het ook anders kan, met oog voor het collectief namelijk. Leo mag dan wel minder gescoord hebben – 31 doelpunten – maar hij voert met 19 assists wel een ander klassement aan, terwijl Ronaldo daar pas op de zevende plaats staat met 9 assists. Toch blijft het moeilijk de twee fenomenen met elkaar te vergelijken, want Messi, al heel zijn carrière bij Barcelona, speelt in een uitzonderlijk goed op elkaar ingespeeld team, terwijl Ronaldo pas aan zijn tweede seizoen bezig is in het bijeengekochte sterrenensemble van Florentino Pérez.

Valenciaverdediger Ángel Dealbert vindt in El País alvast dat Ronaldo completer is dan Messi. “Hij is een beest. Niemand heeft zijn fysieke conditie noch zijn kracht. Misschien is hij zelfs completer dan Messi omdat hij goed is met de kop, met links en met rechts. Messi’s kopspel is niet zo sterk en zijn rechtervoet is minder.” Ook Emilio Butragueño, Realmonument en nog steeds betrokken bij het bestuur van de club, spaart zijn lof niet: “Hij is het prototype van de nieuwe speler: hij kan op de drie posities vooraan voetballen en zelfs op de plaats achter de spitsen. Hij heeft met beide voeten een geweldig schot van op 25 meter. Ik weet niet of hij al op zijn hoogtepunt is, maar ik denk dat hij nog beter kan.”

Geïsoleerd

“Ons doel is nu Cristiano te helpen om pichichi te worden”, verklaarde Gonzalo Higuaín na de 4-0 tegen Getafe, wedstrijd waarin Ronaldo een hattrick maakte. We schrijven 11 mei 2011. Real heeft voor het eerst sinds 1993 nog eens de Copa del Rey gewonnen – dankzij een kopbaldoelpunt van CR7 – maar het heeft de titelstrijd opgegeven, de achterstand op aartsrivaal Barcelona is te groot. Eerder werd het ook al uitgeschakeld door de Catalanen in de halve finales van de Champions League. De woorden van Higuaín blijken niet ijdel: met de hulp van zijn ploegmaats scoort Ronaldo in de laatste vier competitiewedstrijden nog elf keer. En dat is des te opmerkelijker omdat de Portugees eigenlijk al het hele seizoen ge-isoleerd was in de spelersgroep. Ergens is dat niet onlogisch: hij is per slot van rekening de superster, de Realspeler bij uitstek die een wedstrijd kan doen kantelen. Misschien verdient een speler met zo’n status wel een aparte behandeling. Dat Ronaldo en coach José Mourinho vertegenwoordigd worden door dezelfde agent – hun landgenoot Jorge Mendes – was bovendien bevorderlijk voor hun onderlinge verstandhouding. In die mate zelfs dat veel ploegmaats zich dit seizoen stoorden aan de privileges die CR7 te beurt vielen. Er wordt immers gezegd dat Mourinho zijn voorkeursspelers heeft en dat Ronaldo, Pepe en Di María wat dat betreft boven aan de ladder staan. Zo liet The Special One dit seizoen het team verschillende keren verstaan dat het zonder Ronaldo veel van zijn waarde verloor. De spits, die sowieso al geen last heeft van een laag zelfbeeld, liet zich de vleierijen welgevallen, maar betaalde daarvoor de prijs dat de meeste van zijn ploegmaats hem afstandelijk bejegenden.

Die ijselijke houding smolt echter enigszins na de met 0-2 verloren heenwedstrijd in de halve finale in de Champions League tegen Barcelona. Onmiddellijk na de match stak Ronaldo zijn ontgoocheling over de ultradefensieve speelwijze van de Koninklijke – 23 procent balbezit – niet weg: “Ik hou er niet van om zo te spelen, maar ik moet me aanpassen omdat het gewoon zo is.” Met die uitspraak was hij de enige Realspeler die openlijk Mourinho’s tactiek in vraag durfde stellen. Alle andere spelers hadden alleen de mond vol over de rode kaart voor Pepe, net zoals Mourinho zelf trouwens. Toch bleek uit de teneur in de Spaanse sportpers in de dagen na de wedstrijd dat Ronaldo het overheersende gevoel in de kleedkamer verwoord had. De gevolgen voor CR7 waren echter niet min: in de eerstvolgende thuiswedstrijd tegen Real Zaragoza zat hij niet in de kern. Pikant detail: Madrid verloor die match met 2-3 en liet een unieke kans liggen om op vier speeldagen van het einde de achterstand op Barcelona, dat met 2-1 verloor van Real Sociedad, van acht naar vijf punten te herleiden …

Zijn relatie met Mourinho mocht dan vertroebeld zijn, het respect van een aantal ploegmaats voor Ronaldo was wel toegenomen. En dat vertaalde zich op het veld … in doelpunten. In de laatste vier wedstrijden van het seizoen scoorde CR7 nog respectievelijk vier keer (2-6 tegen Sevilla), drie keer (4-0 tegen Getafe), twee keer (1-3 tegen Villarreal) en twee keer (8-1 tegen Almería). Dat belooft voor volgend seizoen.

Bekijk het ’41e doelpunt’ van Cristiano Ronaldo op www.sportmagazine.be.

DOOR STEVE VAN HERPE

Ronaldo was in zijn eentje goed voor een derde van alle doelpogingen van Real Madrid dit seizoen. Ronaldo was de enige Realspeler die openlijk Mourinho’s tactiek tegen Barcelona in vraag durfde te stellen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier