Voetbalclub Oud-Heverlee Leuven groeit elke dag: steeds meer personeel (binnenkort wordt onder meer een commercieel manager aan het organigram toegevoegd) en steeds meer financiële middelen (het budget werd in een jaar tijd van 7,8 naar 8,8 miljoen euro opgetrokken). Toch liggen er op extrasportief vlak nog enkele mooie uitdagingen.

De uitbreiding van het stadion bijvoorbeeld. Want met gemiddeld 7900 toeschouwers – meer dan Zulte Waregem of Kortrijk – per wedstrijd zit OHL daar al bijna aan zijn plafond.

De plannen worden onderzocht om tegen 2015 de staantribune om te bouwen naar een evenbeeld van de huidige hoofdtribune. Gedelegeerd bestuurder Paul Van der Schueren: “De resultaten van de studie die we daaromtrent besteld hebben, zullen deze zomer bekend zijn. Als de uitbreiding haalbaar blijkt, kunnen we met de stad rond de tafel gaan zitten om te zien wat mogelijk is. In principe mikken we in dat geval op een uitbreiding tot 12.500 plaatsen.”

Een verhuis naar een volledig nieuwe site in Haasrode is niet meer aan de orde. “We hebben ingezien dat we aan Den Dreef nog zo slecht niet zitten. De helft van onze toeschouwers komt te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer. Wij hebben dit seizoen daarom al geïnvesteerd in ons huidige stadion, waardoor het binnenkort tot categorie drie behoort. Dat wil zeggen: de voorronde van de Europa League waardig.”

Een ander hiaat is de jeugdopleiding. Ook al verwijst OHL graag naar Leuvense talenten die ooit aan de club verbonden waren ( Dries Mertens, Denis Odoi, Jeroen Simaeys, Dennis Praet), de realiteit is dat er eigenlijk geen enkel jong talent uit de eigen opleiding klaarstaat om de komende jaren door te breken in de A-kern. Enkel Ben Yagan en Thomas Azevedo kunnen enigszins aanspraak maken op een plek in het eerste elftal, maar zij kregen hun opleiding elders.

Ronny Van Geneugden, destijds succesvol beloftetrainer bij Genk, erkent het manco: “Ik geef toe dat we ons niveau daar moeten optrekken maar die achterstand is logisch gezien ons langdurige verblijf in de lagere reeksen. Want OHL heeft zeker mogelijkheden: we liggen in het centrum van het land – en zijn dus minder afhankelijk van gastgezinnen – brengen leuk voetbal en geven kansen aan jongeren. Bij Genk zat ik daar veel korter op, hier ligt dat moeilijker omdat ik als trainer van het eerste elftal eerst en vooral een bepaalde continuïteit wil bewerkstelligen. We mogen geen stappen overslaan. De essentie van het hele jeugdverhaal ligt bij je eerste ploeg. Die moet het uithangbord zijn.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content