KVSK United, in 2003 ontstaan uit het samengaan van Lommel en Overpelt-Fabriek, trok de lijn van vorig seizoen door. Ongeslagen werd de neo-tweedeklasser de eerste periodekampioen.

Pierre Berx (dertien jaar geleden trainer van Lommel SK toen dat van tweede klasse naar eerste promoveerde), Rik Lavreysen, Luc Beyens… Wie het organigram van KVSK United overloopt, ontmoet wat bekende namen uit het groen-witte verleden. Maar de bestuurders zijn allemaal nieuw. Dat kon ook haast niet anders. Ruim twee jaar geleden zat Lommel SK diep in de miserie, het maakte dat seizoen zelfs in eerste klasse niet af. Het liquide tekort, ontdekten de curatoren, bedroeg één miljoen euro. Te veel, vond de nieuwe vzw, die meende dat de enige oplossing om niet naar vierde provinciale te tuimelen, een fusie met de naburige derdeklasser Overpelt-Fabriek was. Met dat stamnummer kon aan de Gestelsedijk een derdeklasser voetballen. De schulden bleven bij het oude stamnummer, waar de oude bestuurders aansprakelijk voor werden gesteld.

In het eerste jaar moest KVSK United nog in Union zijn meerdere erkennen, maar vorig jaar werd het autoritair kampioen. En zie, die lijn trekt het door, want de eerste periodekampioen in tweede klasse komt uit Lommel. “Het is ergens logisch dat we de lijn doortrekken”, zegt trainer Peter Balette, “als je ziet wat er vorig seizoen werd gepresteerd. Anderzijds hebben we zelf nooit gedacht dat deze club de overgang zo makkelijk zou verteren. De voorbereiding was niet zo goed en de competitie begon zonder Philip Haagdoren, onze motor. Tot overmaat van ramp kwamen we in de eerste wedstrijd al na twee minuten op achterstand bij Waasland. Maar toen heeft de groep schitterend gereageerd, we hebben die situatie bij een ploeg die vorig seizoen nog de eindronde speelde, omgezet in 1-3-winst. Van daaruit zijn we gaan voetballen.”

United is geen profclub en dat was voor de nieuwe trainer wennen. Professioneel moest hij bijsturen, hoor je van de spelers. Zijn eis, iedereen één uur voor de start van de training op de club, bleek praktisch niet te realiseren. “Niet dat ik zo lang echt professioneel heb gewerkt, vier jaar bij Heusden slechts, maar de omschakeling naar avondtrainingen, met jongens die om halfzeven na een volledige dagtaak op het veld kwamen, was toch een aanpassing. Ik besef nu weer dat rust soms de beste training is.”

Ook tactisch was het bijsturen, “vanuit mijn eigen voetbalvisie. Ik heb vorig seizoen diverse wedstrijden van de jongens gezien en dat was goed, maar met beperkingen. Weinig aandacht voor omschakeling in balverlies. Dat hoefde ook niet want als je van de 30 wedstrijden er 24 wint en de rest gelijkspeelt, ben je veruit de beste ploeg. In tweede zou dat anders zijn, dacht ik. Daarnaast vond ik dat de ervaren mannen – Machiels, Haagdoren en Waligora – op het veld nogal nadrukkelijk het beleid bepaalden. In derde klasse kon dat nog, maar in tweede gaat het iets sneller. Vandaar dat ik een en ander wilde bijsturen. Groep en trainer vonden elkaar vrij snel. Wat ik ook belangrijk vind, is dat het gevaar van alle kanten komt. Er zit heel veel voetballend en scorend vermogen in de ploeg.”

Geen favoriet

Philip Haagdoren is nog steeds de dirigent. “Toen ik twee jaar geleden eerste klasse ruilde voor derde, was dat toch een grote uitdaging”, zegt hij. “In je eigen dorp voetballen, waar je vader schepen van Sport is, dat is niet gemakkelijk. Maar het is allemaal bijzonder goed geslaagd. Op dit moment hebben we nog geen enkele ploeg ontmoet waarvan ik dacht : die is beter. Ook Bergen niet.”

Hij werkt halftijds en zijn contract loopt af. “Ik heb nog wel een optie voor één jaar. Normaal stop ik. Fysiek heb ik weinig problemen, maar het is vooral mentaal. Ik verg erg veel van mezelf, wil ieder weekend presteren en dan moet je heel wat opzijzetten. Dat gaat op je 35ste wegen. Nu gaat het allemaal nog wel, maar ik ben ook bang van het jaar te veel.”

“Zegt hij dat hij gaat stoppen ? Ik hoor hem heel andere dingen vertellen, geloof dat maar niet.” Mirek Waligora is nog zo’n oudgediende, vorig seizoen goed voor 21 goals, nu 2. Normaal als kapitein de leider, nu vanaf de tribune de lijder. “Out tot na de winterstop met een kuitbeenbreuk. Een tackle in Oostende. Ongelukkig, die speler deed dat niet met opzet. Ik bleef zestien jaar gespaard van letsels, dit moet ik aanvaarden. Stoppen ? We zullen na nieuwjaar zien hoe ik het doe, in principe loopt mijn contract af, maar ook ik heb nog een optie.”

Luc Beyens, vorig seizoen trainer, werd de sportieve manager. Haagdoren : “Dat is een versterking, deze club wordt goed geleid door zakenmensen, maar die hebben voor de dagelijkse beslommeringen niet altijd de tijd. Luc kent de club, heeft een sportieve achtergrond, het was ongetwijfeld verstandig om hem die functie te geven.”

Ze blijven in Noord-Limburg, waar ze een gemiddelde van 2500 toeschouwers laten noteren, Bergen wel in de favorietenrol duwen. Balette : “Zij hebben de infrastructuur, de ervaring, de financiën en ik denk ook wel de groep. Mijn collega’s zeggen wel, als ze onze installaties zien : ‘Peter, jij zit hier goed.’ Dat is ook zo, misschien is het stadion niet meer van de modernste, maar er is ervaring op het hoogste niveau én infrastructuur. Voorlopig nog allemaal semi-professioneel, ik ga zelf ook weer halftijds werken in de basisschool om overdag iets om handen te hebben. Ik denk dat een profbeleid in tweede klasse financieel heel moeilijk vol te houden is. Bovendien – dat is een beetje de schuld van mijn collega Francky Dury in eerste klasse – is men gezien zijn resultaten niet direct geneigd om bij te sturen. Al denk ik dat zoiets op korte termijn misschien wel lukt, maar dat het minder vol te houden is op de lange termijn.”

De eindronde ? “Ik heb er nog geen seconde aan gedacht hoe ik die straks zou aanpakken. De bedoeling was over twee, drie jaar die stap te zetten. We hebben misschien geprofiteerd van het voordeel dat we nieuw waren in tweede klasse. Misschien kunnen we straks in die rol van underdog aan de eindronde beginnen. En dan weet je maar nooit.”l

PETER T’KINT

‘OP DIT MOMENT HEBBEN WE NOG GEEN ENKELE PLOEG ONTMOET WAARVAN IK DACHT : DIE IS BETER.’ PHILIP HAAGDOREN