De man die hier voor Brazilië het WK moest proberen te winnen is een overlever van vele oorlogen en een motivator, eerder dan een tactisch genie. Maak kennis met Felipe Scolari, alias Felipão.

Eigenlijk hadden we gisteren even goed tegenover Pep Guardiola kunnen zitten, in de perszaal van het Minerão, waar Brazilië en Duitsland hun halve finale op dit WK afwerkten. Toen in het najaar van 2012 binnen de Braziliaanse voetbalbond (CBF) stemmen opgingen om met het oog op dit toernooi Mano Menezes te vervangen, viel de naam van de huidige trainer van Bayern München, op dat moment bezig aan een sabbatjaar. Verscheidene toppers in de bond waren gewonnen voor het idee van een buitenlandse coach, maar voorzitter José Maria Marin stelde zijn veto. “Ik loof hem voor zijn werk bij een club, maar een nationaal elftal is nog wat anders.” Marin greep liever terug naar Luiz Felipe Scolari,met Brazilië wereldkampioen in 2002 en met Portugal verliezend finalist op het EK in 2004 en halve finalist op het WK in 2006.

Je zou hem zo het etiket van ideale opa opspelden, door de manier waarop hij met zijn spelers omgaat, de 65-jarige Scolari. Een knuffel, een omhelzing, een streling. Toen het team helemaal van de kaart was na de blessure van Neymar, reageerde hij sussend “dat een nederlaag tegen Duitsland het einde van de wereld niet was”. Want dat leek het wel, voor, tijdens en na de strafschoppenserie tegen Chili: dat het einde van de wereld de inzet was. Zoveel tranen…

Na Chili riep Scolari de hulp in van Regina Brandão. Haar de huispsychologe van de nationale ploeg noemen, is haar wat veel eer aandoen, zeggen Braziliaanse collega’s. Ze werd voor het toernooi door Scolari gevraagd om psychologische profielen van de spelers op te stellen, maar haar inbreng bleef daarna beperkt, al hield ze via WhatsApp en andere moderne media wel contact. Ze is anderzijds wel expert: in 2000 doctoreerde ze op een onderzoek over stress bij profvoetballers. Allemaal jongens die ze kon interviewen bij clubs waar Scolari werkte.

Tegelijk liet Scolari zijn andere kant zien. Terwijl Regina aan het werk was, nodigde hij zes (bevriende) journalisten uit voor een babbel van een uur, in het bijzijn van technisch coördinator Carlos Alberto Parreira (bondscoach van de wereldkampioen in 1994), waarin Scolarivroeg om wat begrip. Zij die er niet waren, schreven er schande van, dat het de zwakte van de leiding aantoonde. Zij die er wel waren, kregen ook dit te horen: dat Scolari er spijt van had dat hij één welbepaalde speler had meegenomen. Wie, zei hij niet. Hij wist natuurlijk wel maar al te goed dat het nieuws zich snel zou verspreiden en bij de spelers terechtkomen. Hij hoopte zo hun ego’s voor het duel tegen Colombia wat te prikkelen. Felipão (zijn koosnaampje hier, te vertalen als grote Phil) is ook een manipulator.

Porno

Het voorbeeld is, zeggen zij die hem leerden kennen, Scolari ten voeten uit: een lieve man, maar ook nooit te beroerd om een vijand te zoeken. En als hij die niet vindt, te creëren. Wel meer coaches doen dat, vaak is op een toernooi de pers de gebeten hond. Hier lukte dat niet, de kritiek op het spel was door de winst niet zo hard. Dus noemde hij Louis van Gaal openlijk een “ezel”, toen die zich liet ontvallen dat door na Nederland-Chili te mogen spelen, Brazilië zijn tegenstander in de achtste finale voor het uitkiezen had. Later begon hij de FIFA en de arbitrage te bekritiseren. De strafschop die Brazilië in de openingswedstrijd cadeau kreeg, werkte tegen hen. Dat aanvoerder Thiago Silva gisteren niet mocht meespelen tegen Duitsland vanwege een stomme gele kaart (Silva hinderde doelman Ospina bij het uittrappen), daar heeft hij twee dagen stennis over gemaakt.

Het ligt in zijn karakter: opvliegend. Cristiano Ronaldo weet dat ook. Ronaldo was in 2004 de vedette bij Manchester United, maar nog niet in de nationale ploeg, waar hij in de schaduw stond van Figo en Rui Costa. Toen hij tegen Zweden in een oefenwedstrijd steevast de individuele toer opging, sprak Scolari, toen bondscoach van Portugal, duidelijke taal: als je zo verder doet, vergeet je selectie dan maar. Ronaldo plooide nog een keer, vier jaar later, op het EK, toen hij na een slechte eerste helft tegen Tsjechië aan de rust voor alle ploegmaats te kijk werd gezet door de coach. Hij herpakte zich en Portugal plaatste zich voor de kwartfinales.

Als u wil weten hoe opvliegend opa toen was: u moet maar eens de beelden van Portugal-Servië op dat EK in 2008 opsnorren. Scolari gaf toen Ivica Dragutinovic een linkse hoek. Gelukkig is hij een beter trainer dan bokser en was het een schamper. Het kostte opa een schorsing. Ook bij Palmeiras, de club die hij trainde voor hij Brazilië een tweede keer overnam, viel hij ooit eens scherp uit tegen zijn spelers: dat ze niet agressief genoeg waren… Op dat vlak is het misschien ook typisch dat de wedstrijd die hij nooit zal vergeten de slag van Nürnberg is. Nederland-Portugal, WK 2006. Vier uitsluitingen (twee aan elke kant) en nog een reeks gele kaarten. Voor hem onvergetelijk, omdat Portugal die dag won en als een ’team’had gepresteerd.

Zijn verbale uitvallen zijn hier in Brazilië legendarisch, elke journalist heeft een paar voorbeelden. In 2002 verzon een van hun collega’s dat de spelers van hem pornomagazines hadden gekregen. Nog terwijl de perswoordvoerder rustig een verklaring aan het opstellen was om het bericht te ontkennen, was Scolari niet meer te houden. Hij boomde naar de verslaggever en maakte de man met de grond gelijk. Later overkwam een fotograaf, die foto’s nam van het team op de bus, hetzelfde. Je merkt het ook op de bank. In het begin houdt hij zijn emoties min of meer onder controle, maar naarmate een wedstrijd vordert, is er geen houden aan. Dan moet alles eruit. Soms, zeggen mensen die het van dichtbij meemaakten, gaat hij zelfs aan het bidden tijdens de match.

Slogans

Wat zijn voornaamste kracht is? Toch vooral het motiveren van de spelers. Bij Chelsea werkte dat niet, binnen de kortste keren rolden de rustige miljonairs vechtend over de vloer. Na zeven maanden trok Roman Abramovitsj de stekker eruit. Zijn kracht ligt in het woord en dat woord is toch vooral Portugees, ook al spreekt hij voldoende Engels om erin te converseren.

Hij ziet het zeer snel, klinkt het bij de spelers, wanneer hen iets dwarszit. Dan komt hij langs, op de kamer of op het veld. Felipão prikkelt de speler door eerst hém het woord te geven. Zo ontstaan soms verhitte discussies. Als het buiten gebeurt, komt dat in de pers, maar voor hem is dat normaal. “Hij geeft je veel kracht”, zegt Ramires, die hier nochtans niet zo vaak in actie kwam. “Hij zegt dan dat hij in je gelooft.”

Hij pleegt hier ook, en eigenlijk doet hij dat overal, spreuken aan de muur te kleven, of achter te laten voor de ogen van zijn spelers. Voor elke wedstrijd hangt hij een briefje op de deur van hun kamers. Daarop positieve woorden, aanmoedigingen. Citaten. Een paar haalden de pers, want dat soort lekken bestrijdt hij niet. Eentje was van een Engelse theoloog, William Ward. “De pessimist klaagt over de wind, de optimist hoopt dat hij verandert, de realist past zijn zeilen aan.” Eronder schreef Scolari een eigen bedenking. “Ik ontdek geen problemen, maar vind oplossingen.” Ook Scott Fitzgerald (een Amerikaanse schrijver), Edmund Burke (een Brits filosoof) of George Bernard Shaw (een Iers schrijver) behoren tot zijn inspiratiebronnen. Niet dat hij zo geletterd is dat hij hun werken allemaal las, maar Scolari is voortdurend op zoek naar quotes die bij zijn filosofie passen.

Hij steekt, zei hij hier al diverse keren op persconferenties, bijna meer tijd in motiveren dan in trainingen. Ook dat kwam ter sprake tijdens dat ‘exclusieve’ gesprek met de vrienden van de pers. Dat er volgens de journalisten te weinig werd getraind. Het ging, zo antwoordde hij hen, vooral om het fris houden van de spelers.

Hebben zij een ‘invloed’ op de opstelling? Kenners zeggen van niet, Felipão laat zich door niemand de les spellen. Niet door een sjeik in het Midden-Oosten (hij werkte er in een paar landen), niet door het bestuur van FC Porto toen hij nog voor Portugal werkte (en het bestuur van Porto heeft veel macht in dat land), zelfs niet door de Braziliaanse president. Toen twaalf jaar geleden begon door te sijpelen dat Romário niet voor het WK in Japan en Zuid-Korea zou worden geselecteerd, kwam Fernando Henrique Cardoso tussenbeide. Scolari gaf geen krimp. Vitor Baia moest het later bij Portugal ook ondervinden. Voor één individu, hoe goed ook, riskeert Scolari geen teamspirit. Maar hij heeft wel vertrouwenspersonen, als hij ergens werkt. Zijn assistenten hoeven geen jaknikkers te zijn, ze kunnen hem overtuigen.

Italië

Dat het bij Chelsea fout liep, vond hij jammer, want hij was graag in Europa. Zelfs in Engeland, ook al was zijn avontuur er na zeven maanden afgelopen. Eerder had hij nog een negatieve ervaring met het land. Toen zijn contractverlenging met Portugal in de aanloop naar het WK in Duitsland niet in orde kwam, had de Engelse FA met hem contact opgenomen. Hij wilde praten, maar vroeg om geheimhouding, tenslotte konden de twee landen – Engeland en Portugal – tegen elkaar uitkomen.

Helaas, iemand lekte. De Engelse pers ging hem opjagen, kampeerde voor zijn deur, in de kranten verschenen vergelijkingen tussen zijn Olga en de fotomodellen die Sven-Göran Eriksson rond zich verzamelde. De flirt werd door hem direct geaborteerd. Wat de FA had gedaan, vond hij respectloos.

Wie wél zijn respect krijgt, gaat lang mee. Regina al van in 1993. Zij stelde in 2002 ook een profiel op van de selectie en suggereerde toen om de spelers apart te laten slapen. Dat gebeurde. Toen hij voor Portugal ging werken, deed ze dezelfde analyse bij de Portugese ploeg.

Zijn assistent bij Brazilië, Flávio Murtosa, werkt zelfs al met hem samen sinds 1982. Murtosa begon dat jaar als coach bij Pelotas, een ploeg in het zuiden van Brazilië. Tot zijn grote verbazing begon dezelfde dag nog een andere coach, ene Luiz Felipe Scolari. Al even onervaren als hij. Er was spanning tijdens de eerste dagen, tot de beide mannen mekaar vonden en binnen hun twee-eenheid hun eigen profiel invulden. Sindsdien is een job voor Murtosa een eis bij elke contractbespreking, slechts twee keer – en telkens heel kort – ging het duo uit elkaar.

In Europa ontdekten ze beiden hun roots. Die van Scolari liggen in Noord-Italië (de streek rond Verona, hij was er vaak en heeft zelfs een Italiaans paspoort). Die van Murtosa in… Murtosa, Portugal. Vandaar dat hij onder die naam bekend is, meer dan onder zijn echte: Flávio Teixeira.

Is Scolari alleen woorden? Dat ook niet. De Portugese pers is zeer te spreken over zijn impact op hun nationale ploeg. Eentje die nooit beter presteerde dan onder hem. Powerpoints, videosamenvattingen van tien minuten, individuele rapporten die de spelers mee naar huis kregen om te bestuderen, het teamScolari liet niks aan het toeval over.

Datzelfde doet hij nu bij Brazilië. Of dat allemaal volstond om wereldkampioen te worden, moet deze week blijken. Gisteren al tegen Duitsland en mocht dat gelukt zijn, nu zondag opnieuw. De laatste twee hordes op weg naar de roem.

DOOR PETER T’KINT IN SãO PAULO – BEELDEN: BELGAIMAGE

Scolari liet weten dat hij er spijt van had dat hij één welbepaalde speler had meegenomen. Wie, zei hij niet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content