Sven Kums was de afgelopen weken grof wild. Hij werd op het middenveld van zowat elke Belgische topclub gesignaleerd, maar uiteindelijk verkast de dirigent van de Groeningekouter verrassend naar Friesland. ‘Ik wou de juiste keuze maken en ik heb het gevoel dat ik die gemaakt heb. ‘

En dus trekt Sven Kums volgend jaar het pompeblêdenshirt aan, het blauw-witte truitje met de rode lelies die de Friese zeelanden voorstellen. Is hij nog niet echt op de hoogte van de lokale gewoontes – geen Fries die het verschil tussen klapschaatsen en noren niet kent – voor de Noord-Nederlandse bevolking is hij daarentegen nu al gewonnen. “Dat Heerenveen een warme club is, heeft zeker meegespeeld. Ik heb dat familiale gevoel nodig om goed in mijn vel te zitten.” De appreciatie is wederzijds, zegt Heerenveenscout en ex-voorzitter Riemer van der Velde. “Wij Friezen zijn een stuk minder luidruchtig dan andere Nederlanders, misschien heeft het met de weidse vergezichten hier te maken. Van wat ik van die jongen heb meegekregen, zal hij zich snel thuis voelen. Fries hoeft hij niet te leren, als hij maar kan voetballen.” Met welk gevoel stapt Sven Kums straks de grens over? “Opluchting overheerst. Ik was al een tijdje met Heerenveen aan het praten, maar ondertussen werd mijn naam bij meerdere clubs genoemd, wat nooit mijn bedoeling was. Ik kan me inbeelden dat mensen op de duur dachten: wanneer gaat hij eindelijk eens beslissen? Het vreemde was dat ik vaak in de krant moest lezen dat een club mij volgde, zonder dat ik ervan wist. Dan klopte dat wel, alleen kreeg ik zelf pas een paar dagen later een telefoontje.”

Rondje transfercarrousel

Laten we de ploegen eens aflopen waarbij je genoemd werd. Te beginnen met Standard, afgelopen winterstop.

Sven Kums: “Standard heeft geïnformeerd, maar eerder voor als er iemand zou vertrekken. Geen probleem: ze hebben al een goed bezet middenveld en ik weet niet of ik daar echt tot mijn recht zou komen.”

Willy Reynders, sportief manager van Lokeren, liet weten dat hij jou tijdens de winterstop bijna had binnengehaald, samen met Odoi en Mujangi Bia, die je alle twee nog kent van bij Anderlecht. Volgens hem waren jullie rond met de club, maar is de deal afgesprongen omdat de investeerders van Lokeren niet over de brug kwamen.

“Ik heb gepraat met Lokeren, meerdere keren zelfs, maar de rest klopt niet. Er was een voorstel, maar ik heb alleen gezegd dat ik het zou overwegen. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om niet op dat aanbod in te gaan. Ook van Denis betwijfel ik dat zijn transfer rond was. Bij hem moesten ze er trouwens nog altijd uit raken met Sint-Truiden.”

Hoe dicht stond je bij Racing Genk en je ex-coach Frankie Vercauteren?

“Genk heeft een paar keer gebeld, maar het sleepte allemaal nogal lang aan. Ze hebben een grote kern, met nog enkele verhuurde spelers en blijkbaar moesten er daarvan eerst een paar weg. Dan dacht ik: ofwel willen ze me, ofwel willen ze me niet. Daar is het ook opgehouden.”

Twee weken geleden was je volgens alle kranten op weg naar KV Mechelen. Niet dus.

“Het was niet zo vergevorderd als er in de kranten stond. Mechelen heeft mij een voorstel gedaan, maar ik heb naar waarheid gezegd dat dat niet de stap was die ik wou maken, ook omdat ik toen al met mijn hoofd bij Heerenveen zat. Dat hebben ze gerespecteerd.”

Zet eens op een rijtje waarom het uiteindelijk Sportclub Heerenveen geworden is?

“Het was al langer een droom om in Nederland te voetballen. Hun spel ligt meer in mijn aard. Ik heb twee wedstrijden van Heerenveen bijgewoond en dat heeft me definitief over de streep getrokken. Er hangt een geweldige sfeer in het Abe Lenstra Stadion, ondanks de mindere resultaten van de laatste jaren. Ze verkopen haast alleen abonnementen en dat voel je eraan. Na drieënhalf jaar Kortrijk was ik aan een nieuwe uitdaging toe en ik ben zeker dat ik die daar ga vinden. Ze zijn ook niet over een nacht ijs gegaan: de voorbije jaren heeft Heerenveen mij 27 keer gescout, telkens met verschillende mensen. Ik neem aan dat ze wel overtuigd zijn als ze je dan komen halen.”

Kan je erin komen als mensen zeggen dat je ter plaatse blijft trappelen? Björn Vleminckx staat met NEC boven Heerenveen en trekt nu naar Club Brugge.

“Ik kan dat ergens wel begrijpen, anderzijds: tussen Heerenveen en Kortrijk lijkt mij geen vergelijking mogelijk. De laatste twee jaren waren minder, maar daarvoor speelden ze altijd Europees. Bij Vleminckx hebben er misschien andere redenen meegespeeld in zijn beslissing. Ik denk dat er zich nog wel andere clubs hadden gemeld als hij tot deze zomer had gewacht.”

Aanvalleuh

Waarom denk je dat het Nederlandse voetbal je beter ligt?

“Het spel ligt er meer open. Het niveau ligt hoger en toch heb je meer tijd aan de bal. Er worden ook veel minder overtredingen gemaakt, wat het spel ten goede komt. Vanaf het moment dat een ploeg zich hier voetballend de mindere voelt, gaat die zich op de tegenstander instellen. Dat zie je in Nederland veel minder. Zelfs de kleine clubs gaan zich op Ajax of PSV niet ingraven, ze gaan uit van hun eigen sterkte. In België zijn er heel weinig ploegen die dat op verplaatsing durven. Ze denken vooral tactisch …”

Je bedoelt: defensief.

“Precies. Onlangs speelde Heerenveen tegen NEC: 2-0 voor en toch nog verloren. In België zie je dat nooit: bij 2-0 is het boeken toe en gedaan met voetballen. Willem II tegen Roda was een paar weken geleden 4-5. Zulke uitslagen zie je hier gewoon niet.”

Dat betekent dat jouw statistieken volgend jaar maal twee of maal drie gaan?

“Laat ons hopen. (lacht) Het zal voor een groot deel van mijn rol afhangen. Ik zou de tussenschakel tussen verdediging en aanval moeten worden, toch de positie die me het beste ligt. Daarom vind ik die vergelijking met Andrea Pirlo die soms valt ook maar niets: ik zie hem als een pure verdedigende middenvelder. Ik kijk vooral op naar Xavi en Iniesta en de Spaanse stijl van voetballen.”

Nog eigen aan Nederlands voetbal is dat ze het lef in hun spelwijze ook verbaal tonen. Bij de Ajaxschool hoort ook een stukje intimideren. Ga je dat overnemen?

“Ik hoop het wel, ik mag gerust een tikkeltje brutaler worden.”

Zeg je dat omdat je dat zelf vindt, of omdat anderen het jou zeggen?

“Ik hoor dat vaak en het klopt waarschijnlijk wel. Niet voor wat de kleedkamer betreft, maar misschien stuur ik nog te weinig op het veld. Ik ben dit jaar een paar keer kapitein geweest en dan voelde ik wel een impuls om meer de leiding te nemen. Het klopt dat ik die verantwoordelijkheid iets te gemakkelijk afschuif als iemand anders aanvoerder is.”

KV Kortrijk

Vorig jaar rond deze tijd heb je bijgetekend bij Kortrijk. Waarom ben je toen al niet vertrokken?

“Voor een stuk uit zekerheid. Ik voelde me goed bij Kortrijk en ik zag er het nut niet van in om weg te gaan voor een ploeg van ongeveer hetzelfde niveau en budget. Ik wist toen nog niet dat Leekens zou weggaan, maar als je hem een beetje kent, is het ook niet iets waar je steil van achterover valt. (lacht) Leekens blijft wel een geweldige trainer, hij heeft iets dat anderen niet hebben. Bij hem zijn zelfs bankzitters supergemotiveerd.”

Je hebt wel een voorwaarde gesteld om bij te tekenen: een opstapclausule, vastgelegd op 450.000 e. Is het voor een club met een krap budget als Kortrijk niet jammer dat ze jou ver onder je marktwaarde moeten laten gaan?

“Ik denk dat het voor beide partijen een goede zaak gebleken is: anders was ik voor niets weg, nu ben ik een jaar langer gebleven en houden ze een mooie som over aan mijn transfer.”

Eind 2007 stapte je over van Anderlecht naar Kortrijk, dat toen in tweede speelde. Hoe moeilijk was dat?

“Het was aanpassen, op alle vlakken. Het jaar daarvoor was ik uitgeleend aan Lierse en had ik van eerste klasse mogen proeven, dan heb je er niet echt een goed gevoel bij als je een stap terug moet zetten. Hein Vanhaezebrouck was belangrijk in mijn keuze: hij heeft me een kans gegeven toen ik bij Anderlecht niet aan de bak kwam, en daar ben ik hem dankbaar voor. We hebben een goed gesprek gehad over mijn transfer. Hij heeft gezegd wat hij in mijn plaats zou doen en een paar argumenten gegeven die ik zelf nog niet had overwogen. Welke? Zeg ik niet.” (lacht)

Bij Lierse zeiden ze: schitterende voetballer, maar verdedigen kan hij niet.

“Dat was ook zo: positioneel verdedigen, lezen waar de bal zou komen, dat kon ik, maar zelf ballen afpakken heb ik echt moeten leren. Ondertussen is druk naar voren zetten zelfs een van mijn sterke punten. Het is een automatisme geworden.”

Hou je geen wrang gevoel over aan de transfers van Ibou en Mboyo, de spitsen die afgelopen winter op het laatste nippertje vertrokken?

“Vooral de manier waarop was pijnlijk. Van Ibou wisten we het op voorhand, maar bij Mboyo merkten we pas dat hij vertrokken was toen zijn kastje in de kleedkamer ’s morgens leeg bleef. Zulke dingen gebeuren in het voetbal, maar dat dat achteraf nooit is uitgelegd aan de spelersgroep vind ik toch minder. Goed, we hebben ons daarover gezet en geprobeerd om er toch nog iets van te maken in de terugronde.”

Ogen in de rug

Hoeveel beter word jij als je omringd bent met slimme, lopende spelers? Davy De Beule heeft zijn transfer voor een groot deel aan jouw passes te danken.

“Ik speel heel graag samen met dat type. Als iemand loopt en de bal vraagt zoals Davy, dan nodigt dat alleen maar uit om zulke passes tussendoor te geven. En omgekeerd weet hij dat hij niet voor niets die inspanning doet. Zodra ik de bal heb, kijk ik naar rechts om te zien of hij al vertrokken is. We begrijpen elkaar goed. Met Brecht Capon had ik dat ook, toen hij bij de nationale beloften in de spits stond. Nu hij bij Kortrijk lager staat, is dat wat moeilijker.”

Op jouw positie moet je op elk moment je ploegmaats weten lopen.

“Het is een fantastische positie, ik leef me elke wedstrijd uit. Overzicht hebben begint eigenlijk tijdens het verdedigen, dan moet je al zien waar iedereen staat en waar de ruimtes liggen. Ik geloof wel dat dat voor een stuk aangeboren is. Verder moet je ook weten wie liefst naar binnen snijdt of aan de lijn kleeft, hoe een ploegmaat opendraait, waar hij de bal wil,… Het is wel moeilijker geworden nu er steeds vaker een mannetje op mij staat.”

Je scoort niet al te vaak, twee stuks dit jaar. Ben je egoïstisch genoeg?

“Mensen zeggen van niet. Ik denk dat ik gewoon weet wat ik wel en niet kan. Drie man dribbelen kan ik niet en een wereldschot heb ik ook niet. Ik geef ook liever assists dan dat ik zelf scoor. Het is ook niet zo dat ik veel kansen gemist heb. Daarvoor kom ik te weinig voor het doel, misschien moet dat nog beter.”

Hoop je op de Rode Duivels? Je was al kapitein van de nationale belofteploeg.

“Klopt, een hele mooie ervaring was dat, in een ploeg met Mignolet, Vadis, Odoi en andere jongens die ik al lang ken. Leuke sfeer altijd als we samen waren, alleen jammer dat we op een haar na het EK gemist hebben.”

Georges Leekens kent jou uiteraard nog van bij Kortrijk en je zat onlangs in de voorselectie. Heeft hij je toen gebeld?

“Nee, er is geen contact geweest. Ik vond het op zich al mooi dat ik bij de voorselectie zat, want de concurrentie is niet min. Uiteraard is het als speler van Heerenveen iets makkelijker om erbij te zijn dan als speler van Kortrijk. Maar daar ben ik nog niet mee bezig. Ik ben momenteel geblesseerd, hopelijk ben ik op tijd terug om nog één thuiswedstrijd te spelen en afscheid te nemen van het publiek in Kortrijk.”

DOOR JENS D’HONDT – BEELDEN: JELLE VERMEERSCH

“Heerenveen heeft mij 27 keer gescout, telkens met verschillende mensen.”

“Leekens blijft een geweldige trainer, hij heeft iets dat anderen niet hebben.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content