NIETS ZO VERRIJKEND ALS EEN ONGEHOORDE MENING DIE INSPIREERT. DEZE WEEK: JESSE DE PRETER, CEO VAN LIERSE SK, OVER HET LICHTZINNIGE VERWIJT DAT HET SPAANSE CLUBVOETBAL ZIJN SUCCES MEDE DANKT AAN DE EUROPESE BELASTINGBETALER.

Jesse De Preter: “Dat vijf van de acht ploegen in de halve finales van de Champions League en de Europa League uit de Spaanse Primera División kwamen, wekt bewondering, maar ook afgunst. Zeker nu ook de Spaanse schuldencrisis haar ontknoping nadert. Samengevat komt de kritiek hierop neer dat de Spaanse topclubs virtueel failliet zijn en alleen overeind worden gehouden door Europees belastinggeld. Onzin natuurlijk en een zoveelste staaltje van typisch Belgisch calimerogedrag. Het zou iedere betrokkene sieren, mocht hij het fenomeen van het Spaanse sportieve succes grondig analyseren in plaats van zich ervan af te maken met het excuus dat het toch zo oneerlijk is.”

Erger in Engeland

“De kritiek op de schuldpositie van het Spaanse voetbal is natuurlijk gedeeltelijk terecht. Ze heeft zeker te maken met een jarenlange structurele over-spending. Alleen gaat men gemakshalve voorbij aan enkele andere feiten. Ten eerste zijn Real Madrid en Barcelona vanuit inkomstenperspectief al jarenlang veruit de rijkste clubs ter wereld. De omzet van Real, exclusief transferinkomsten, steeg vorig jaar nog met 9 procent tot 480 miljoen euro. Die van Barcelona met 13 procent tot 450 miljoen euro. Zijn de Spaanse toppers big spenders? Jazeker, maar het zijn vooral ook ’s werelds biggest earners. Geen enkele club haalt meer geld binnen dan zij.

“Bovendien is de schuldpositie van de Spaanse topclubs veel minder dramatisch dan die van de Engelse topclubs. De totale schuld van het Spaanse voetbal wordt – afhankelijk van de bron – geschat op 3 à 4 miljard euro. In landen met strenge licentievereisten zoals België, Nederland en Duitsland zou dit ondenkbaar zijn. Maar wanneer je de schuldpositie per club bekijkt, zie je dat de individuele schuld van zowel Manchester United als Chelsea zowat het dubbele bedraagt van die van Barcelona en Real Madrid. Ook de Italiaanse topclubs hebben een schuldpositie die niet substantieel lager ligt. Het Spaanse topvoetbal dus afschilderen als de clochard van het Europese topvoetbal, is de waarheid geweld aandoen.”

Failliete banken

“Het gaat al helemaal niet op er de Europese schuldencrisis bij te sleuren en te beweren dat de Duitse, Belgische of Nederlandse belastingbetaler opdraait voor de vermeende hybris van Barcelona of Real, en dus onrechtstreeks ook mee betaalt aan de gigantische lonen van Lionel Messi en Cristiano Ronaldo. Zo’n bewering is fout en getuigt van een gebrekkige kennis van het Europese financiële systeem.

“De huidige problemen in Spanje zijn te wijten aan drie factoren. Ten eerste aan een vastgoedbubbel die in hoge mate is gecreëerd en gefinancierd door Duitse en Franse banken, terwijl Europese toezichthouders de andere kant opkeken. Ten tweede aan de onvoltooide Eurozone, die wel monetair, maar niet politiek en economisch geïntegreerd is. En, ten derde, aan de buitenproportioneel grote Europese bankensector, waarbij heel wat banken too big to fail worden geacht. Veeleer dan dat de Spaanse banken hun topclubs niet failliet zouden durven laten gaan uit nationale trots, deinzen Europese overheden ervoor terug hun bankinstellingen failliet te laten gaan, uit vrees voor een financiële meltdown.

“De totale schuld van de Spaanse topclubs – 3 à 4 miljard euro dus – verbleekt bij de 800 miljard euro die in de gecombineerde Europese noodfondsen is voorzien. En het legt al helemaal geen molensteen rond de Spaanse staatshuishouding, zoals de Belgische waarborgen tegenover Dexia dat wel doen.”

Portugese finale

“Het is nogal vroeg om conclusies te trekken uit het feit dat drie van de vier halvefinalisten in de Europa League Spaanse ploegen waren. Vorig seizoen stond er in de kwartfinales slechts één Spaans team. De finale was volledig Portugees getint. De enige niet-Spaanse ploeg in de huidige halve finales was Sporting Lissabon, dat volgens zijn eigen auditor dit seizoen virtueel failliet werd verklaard. Deze Portugese club boekte in twaalf van de laatste dertien boekjaren een verlies, wat heeft geleid tot een gecumuleerde schuld van 375 miljoen euro. Nog maar eens een bewijs dat de schuldpositie van de Europese topclubs echt geen exclusief Spaans fenomeen is.

“De voorbije tien seizoenen haalden slechts twee Spaanse clubs de finale van de Champions League in tegenstelling tot vier Engelse clubs. Zelfs Italië doet beter met drie finalisten. En Duitsland doet even goed met twee finalisten. Spreken over een hegemonie van de Spaanse ploegen op kosten van de staat en ten koste van een gigantische schuldpositie, is dus op zijn zachtst gezegd overdreven als het objectief vast te stellen is dat andere landen – waar de financiële positie van de clubs nog veel benarder is – het Europese voetbal de voorbije jaren veel meer hebben gedomineerd.

“Wat wél opvalt, is dat Real Madrid en Barcelona de meest volmaakte exponenten zijn van twee totaal verschillende modellen. Real gedraagt zich als biggest earner én very big spender. Het is vanuit inkomstenperspectief veruit de rijkste club ter wereld en het volgt hetzelfde businessmodel als zijn concurrenten in andere landen: het investeert zwaar in spelerstransfers.”

Residentiële academie

“Meer lessen zijn er te trekken uit Barcelona’s model. Hoewel het, net als zijn concurrenten in andere landen, een uit de hand gelopen spelerssalarisbudget heeft waarin dringend moet worden gesnoeid, brengt het een voor de Champions Leaguetop uniek model door zijn beste spelers uit de eigen jeugdopleiding te rekruteren. Net als de meeste andere Spaanse toppers heeft Barcelona zijn eigen cantera, een residentiële academie in internaatvorm waar de spelers zowel in hun voetbalopleiding als in hun schoolse opleiding worden begeleid.

“In België is Lierse de enige club met zo’n fulltime residentiële voetbalacademie. De enige realistische manier voor een Belgische club om hogerop te raken is door intensief te investeren in de jeugdopleiding. Alleen schieten de Belgische clubs zichzelf hier in de voet: er is zogoed als geen juridische of financiële bescherming om zulke investeringen te rechtvaardigen. De enige manier om dit op te vangen is de opleidingsvergoedingen te verhogen. De juridische tools daarvoor zijn voorhanden: in het zogenaamde arrest-Bernard heeft het Europese Hof van Justitie de deur wagenwijd opengezet voor een realistische opleidingsvergoeding. Het wordt stilaan tijd dat de Pro League en de KBVB actie ondernemen.”

DOOR JAN HAUSPIE

“Lierse is de enige Belgische club die lessen trekt uit het model van Barcelona.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content