De ster van Harm van Veldhoven rijst nu ook in Nederland. De genaturaliseerde Belg kende een moeilijke start bij Roda JC, maar schudde de degradatiezorgen en kritiek intussen vlotjes van zich af. ‘Ik heb veel bijgeleerd, maar mijn visie is dezelfde gebleven.’

Dit weekend is het exact twee jaar geleden dat Roda JC Harm van Veldhoven voorstelde als de nieuwe hoofdtrainer. De club uit Kerkrade stond troosteloos zeventiende toen Van Veldhoven overnam, twee jaar later pronkt ‘de Trots van het Zuiden’ op een zevende plaats. Na een turbulent seizoen, waarin Roda maar net ontsnapte aan de degradatie, bezorgt Van Veldhoven de Limburgse club nu een welgekomen heropleving. “Ik kende Roda als een warme traditievereniging waar de spelers zich 200 procent inzetten tijdens de wedstrijd”, zegt Van Veldhoven. “Dat was allemaal weg toen ik hier aankwam. Er was geen groep en er werd alleen nog maar gevochten op training.”

De tot Belg genaturaliseerde Nederlander kreeg van de Directeur Voetbalzaken bij Roda JC, Martin van Geel, de tijd en het vertrouwen om een groep te smeden en om zijn sportieve visie volledig te ontplooien. “Het is nochtans niet vanzelfsprekend voor Nederlanders dat een Belg het eventjes allemaal komt uitleggen. Binnen de club zat ik snel op één lijn met iedereen, maar voor de buitenwereld heeft het wat langer geduurd voor iedereen een correct beeld van mij kon vormen.”

De tijd dat de ex-coach van onder meer Cercle Brugge en Germinal Beerschot beschimpt werd als ‘Mr. Nobody’ ( Johan Derksen), ‘een vervelende kerel’ ( Gertjan Verbeek) of als ‘Veld Van Harmhoven ( Hugo Borst) is intussen definitief voorbij. Van Veldhoven, nu ook in Nederland gerespecteerd als trainer, vertelt vrijuit. Over zijn succes in Nederland, over de nog steeds herkenbare problemen bij Germinal Beerschot en over zijn zorgvuldig uitgestippelde carrière als trainer.

‘Die man is gek!’

Hoe kijk je terug op de voorbije twee jaar bij Roda JC?

Harm Van Veldhoven: “In het eerste seizoen was het heel lastig, omdat we met het mes op de keel speelden. Er speelden allerlei extrasportieve zaken mee: financiële problemen, de mislukte fusie met Fortuna Sittard, … De spelers konden zich daardoor niet voldoende focussen op de wedstrijden. Toch voelde ik ergens wel dat die groep voluit zou blijven gaan, tot het bittere einde als het moest. En dat is ook gebleken: we hebben ons pas in juni gered, na een penaltythriller tegen Cambuur Leeuwarden.”

Je kreeg veel kritiek dat eerste seizoen, van de media, maar ook van je collega-trainers.

“Ik zat natuurlijk ook in een moeilijke rol. Ieder punt was heilig voor Roda en dan win je niet meteen een schoonheidsprijs voor het voetbal dat je brengt. Op een bepaald moment heb ik ook heel bewust de risicovolle keuze gemaakt om me kwetsbaar op te stellen. Ik had voor mezelf bepaald dat ik mijn spelers ten koste van alles zou verdedigen. De redenering was: ze kunnen beter op mij schieten dan op mijn jongens die op dit moment al in een vertrouwenscrisis zitten. Na de match zei ik dus dat mijn ploeg ‘fantastisch’ gespeeld had en dat Roda zelfs had kunnen winnen. Dat viel natuurlijk niet in goede aarde bij de buitenwereld. ‘Die man is gek,’ werd er gezegd, ‘waar heeft hij het over?’ Ik heb gelukkig een groot incasseringsvermogen. Maar die aanpak werd uiteindelijk wel mijn kracht: op de duur had ik de groep volledig achter mij. Je merkt dat spelers die in bescherming worden genomen dan gerust wel iets willen terugdoen voor je.”

Ook Michel Preud’homme mocht deze zomer proeven van het voorbehoud en de scepsis waar jij in het begin mee geconfronteerd werd …

“Hij speelde de eerste twee wedstrijden gelijk en er werd al meteen helemaal brandhout van gemaakt. Intussen staat Twente aan kop en is het weer helemaal omgeslagen. De meningen zijn hier heel extreem, zowel de positieve als de negatieve. Nederlanders zijn heel assertief en hebben altijd een mening. Helaas is die soms gebaseerd op vooroordelen, die iedereen dan ook maar gewoon overneemt. Het is meer dan één keer gebeurd dat een journalist na een interview tegen me zei: ‘Nou, u valt eigenlijk beter mee dan verwacht.’ Het voordeel in Nederland is dan weer wel dat je vanuit de club veel minder druk ervaart. Een trainer krijgt meer tijd om iets op te bouwen. Belangrijke beslissingen worden vanuit de organisatie genomen en niet zoals meestal in België door één geldschieter of clubvoorzitter. Zo wordt emotie voor een groot deel uitgeschakeld.”

Mentale begeleiding

Na dat stormachtige eerste seizoen volgde een rustig jaartje in de middenmoot. Dit seizoen draait Roda zelfs mee in de subtop.

“Ik moet je wel zeggen: dit seizoen lopen we een beetje op de toppen van onze tenen, we zullen nog wel een terugval kennen. De voorbije weken verloren we niet, maar konden we ook niet meer winnen. De basis voor de goede seizoensstart hebben we eigenlijk in de tweede ronde van vorig seizoen al gelegd. Als ik me niet vergis staat Roda JC in de rangschikking van het kalenderjaar 2010 op een derde plaats, na Twente en Ajax.”

Maar het sprookje kan niet blijven duren?

“We moeten realistisch blijven: met ons budget zou het al een succes zijn om in de top acht te blijven hangen. Roda moet creatief zijn met beperkte middelen. We bieden kansen aan jonge talenten, maar dat heeft natuurlijk ook een keerzijde: jongens die zich goed ontwikkelen, vertrekken vrij snel. Dan mag je weer helemaal van vooraf aan beginnen. De harde wetten van het voetbal. Wellicht verliezen we in de winterstop onze sterkhouder Willem Janssen aan Twente. Ik heb dat bij Germinal Beerschot ook meegemaakt, met het vertrek van Kenny Steppe, Hernán Losada en Gustavo Colman.”

Is je aanpak als trainer ingrijpend veranderd nu je in Nederland werkt?

“Ik ben niet fundamenteel veranderd als coach. Mijn visie is dezelfde gebleven, maar hier kan ik mij als trainer met meer middelen verder ontplooien. Er zijn in Nederland het hele jaar door verrijkende en interessante bijscholingen voor coaches. Ik hecht veel belang aan mentale begeleiding en op dat vlak staat men hier ook al wat verder. Er is meer ruimte voor psychologische ondersteuning van spelers, door trainers maar ook door specialisten.”

De kameleon zonder thuis

Heb je het gevoel dat je in België een beetje van de radar verdwenen bent?

“Soms toch een beetje. Dat er voor Preud’homme meer aandacht uit België komt, dat kan ik zonder enige jaloezie accepteren. Michel is een ‘echte’ Belg en heeft meer naam en faam. Maar ik ben al twintig jaar Belg, woon in België en heb er ook mijn hele voetbalcarrière gemaakt. Soms zie ik wel eens een lijstje passeren met een overzicht van ‘Belgen in het buitenland’ en dan merk ik dat ik er niet tussen sta. Dan denk ik bij mezelf: Harm, je hoort eigenlijk nergens thuis . Ik val eigenlijk zo’n beetje overal tussenin. In België blijf ik de Nederlander, hier blijf ik de Belg. Soms is dat wel verwarrend, want ieder mens zoekt naar een identiteit. Naar geborgenheid ook, naar een plaats waar hij zich echt thuis kan voelen. Anderzijds geeft dat ook wel het voordeel dat je in de luwte kan werken. Het komt me soms wel goed uit dat er niet over mij gesproken wordt.”

Je laat wel geen gelegenheid onbenut om te benadrukken dat je je goed voelt in Kerkrade, bij Roda.

“Tuurlijk. Ik heb hier de kans gekregen om iets op poten te zetten en ben goed omringd. Roda is een club die bij me past, net zoals ik me heel goed voelde in het Limburgse Lommel, in grootsteden als Antwerpen en Brussel, maar evengoed in West-Vlaanderen bij Cercle. Ik beschouw het als een kwaliteit van mezelf dat ik ook een beetje een kameleon kan zijn. Ik heb een groot aanpassingsvermogen en vereenzelvig me volledig met de club waarvoor ik werk. Toch zou ik lang niet op alle aanbiedingen ingaan. De klik moet er zijn.”

Stapje per stapje

Je contract loopt af aan het einde van dit seizoen. Ga je verlengen?

“Daarover ga ik pas in januari verder onderhandelen. De eerste voorwaarde is alvast dat Roda JC ook verder gaat met sportief directeur Martin van Geel, met wie ik tot nog toe uitstekend samenwerkte. Ik ben blij dat mijn werk hier geapprecieerd wordt, dus als ik hier nog voldoende uitdaging vind, wil ik wel bijtekenen.”

En als dat niet het geval is?

“Dan zal ik waarschijnlijk op zoek gaan naar een nieuwe uitdaging. Grote salarissen spelen voor mij echt geen belangrijke rol, zolang ik maar voel dat ik als trainer weer een nieuwe stap kan zetten. Mijn trainersloopbaan verloopt voorlopig min of meer zoals ik gepland had: stapje per stapje opbouwen en heel geleidelijk ervaring opdoen. Uiteraard heb ik een risico genomen door zelf op te stappen bij Germinal Beerschot, maar ik had het geluk om een aanbieding te krijgen uit de Eredivisie. Trainer zijn in Nederland behoorde altijd al tot mijn carrièreplanning.”

Wat is de volgende stap? Weet je of de topclubs in België jou volgen?

“Daar heb ik geen zicht op. In Nederland zijn ze daar nu ook mee bezig, gek eigenlijk: het eerste jaar word je nog afgeschoten en een jaar later worden er blijkbaar polls georganiseerd of ik al dan niet klaar ben voor een Nederlandse topclub. ( lacht) Het belangrijkste voor mij is dat het gevoel goed zit, dat ik pas bij een bepaalde club. Dat kan in België, Nederland, maar evengoed in Duitsland zijn. Maar ik ben ambitieus en ik ben een winnaar, dus ik wil in de toekomst zeker eens proeven van Europees voetbal. Dat zie ik als de volgende stap: meespelen voor de prijzen, want daar ben ik echt hongerig naar.”

door bregt vermeulen – beelden: proshots

“De meningen zijn hier extreem, positief en negatief. Preud’homme speelde twee keer gelijk en er werd al meteen brandhout van gemaakt.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content