“Excelsior Moeskroen was volgens mij leefbaar in de eerste klasse”, zegt sporteconoom Trudo Dejonghe. “Maar om de een of andere reden waren de lonen er belachelijk hoog, veel hoger dan bij pakweg Cercle Brugge of Westerlo. Daardoor konden andere schulden niet betaald worden en werd er een steeds grotere put gemaakt. Veel was ook gebaseerd op subsidies. Een echt management is er eigenlijk nooit geweest. Jean-Pierre Detremmerie droomde destijds van een omzet van een miljard Belgische frank, van Europees voetbal en van publiek dat ook vanuit Rijsel kwam, maar dat was op los zand gebaseerd.

“Er wonen in de streek van Moeskroen evenveel mensen als in die van Sint-Truiden of Westerlo. Bovendien is er in Wallonië weinig of geen concurrentie. Met een beetje logica en met misschien wat Vlaamse ondernemingsgeest die de tering naar de nering zet, is daar een ploegje uit te bouwen voor de tweede kolom in eerste dat sporadisch eens in play-off 1 kan raken. Maar seizoen na seizoen top willen zijn, is daar niet mogelijk. Dan krijg je het Icaruseffect:

de zon willen bereiken, maar je er uiteindelijk aan verbranden.

“Doornik vind ik beter gelegen dan Moeskroen, maar daar werkt het zelfs niet in tweede. Er zijn veel kmo’s, je zou er een ‘Zulte Waregemeffect’ kunnen creëren: zo’ n stadje met een paar gemeenten in de omgeving met toch relatief veel toegevoegde waarde qua industrie waar mits een goed beleid een eersteklasser mogelijk wordt. Ik denk dat het een algemene Waalse malaise is. Op Standard na is het er overal een beetje kommer en kwel. Ze teren er nogal veel op subsidies en dat maakt hen minder alert voor de economische mogelijkheden van de regio. Charleroi zou een topploeg moeten zijn, maar er zit geen volk meer en er lopen zelfs amper nog Belgische spelers rond. Bergen speelt in een stad van 90.000 inwoners voor 2000 man, Waregem is een gemeente van 35.000 inwoners en er komen er 6000 kijken … Er zijn veel regio ’s waar armoede heerst, daar zou veel talent uit moeten komen, maar dat gebeurt evenmin. Je ziet er vooral veel derderangs Fransen komen en gaan, geïmporteerde voetballers die weinig binding hebben met het lokale leven. Het probleem is voornamelijk mismanagement. Ik denk dat heel die Waalse structuur een beetje verziekt is.

“Volgens mij is voor de nieuwe club in Moeskroen de te volgen weg: vanuit een gezonde structuur geleidelijk aan bouwen met eigen middelen en eigen jeugd en zo bijvoorbeeld binnen een jaar of twee naar derde stijgen, drie of vier jaar later naar tweede doorstoten en van daar naar eerste toe werken. Hopelijk zijn er niet weer enkele lokale bonzen voor wie het veel sneller moet gaan en worden er niet weer spelers gehaald die voor putten zorgen die niet meer gedempt kunnen worden. Het belangrijkste is, vind ik: op eigen benen staan en de financiële verantwoordelijkheid niet opnieuw elders leggen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content