Club Brugge en AA Gent ontmoeten elkaar in de kwartfinale van de beker van België. Een mooie aanleiding om eens na te gaan door wie van de twee de voetballiefhebber in de Vlaanders zich laat verleiden.

Sporteconoom Trudo Dejonghe stelt: “Er is een moeilijk te doorbreken traditie: blauw-zwart is een Vlaamse club, AA Gent een regionale.” Dejonghe doceert aan de Lessius Hogeschool Antwerpen en is gastdocent aan de Vrije Universiteit Brussel. De geografische spreiding van de abonnees van Club en Gent (zie kader, nvdr) staaft zijn stelling. Ook andere cijfers van Dejon-ghe geven dezelfde richting aan: de laatste jaren zijn er in Brugge zo’n tien mensen met een abonnement van AA Gent en heeft Club zo’n 600 abonnees in Gent. Dejonghe zegt: “De verklaring voor dat laatste – een hoog aantal – ligt vermoedelijk ook deels bij de vele West-Vlamingen die na hun studie in de Gentse regio blijven plakken.”

De jaren zeventig

Dejonghe vindt dat Club en Gent tot nog toe nooit echt slag leverden om fans. “Blauw-zwart palmde gewoon eerder dan Gent veel Vlamingen in. Het grote verschil is gemaakt in de jaren zeventig, toen Club hoge toppen scheerde en Gent in de tweede en derde klasse speelde. De laatste tien jaar had Club ook meer oog voor marketing. Dat merk je bij de evolutie van het aantal toeschouwers ( zie kader, nvdr). Rond 2000 telde Club ongeveer dubbel zoveel toeschouwers als Gent. In 2005 had Club, dat ook in een groter stadion speelt, er al meer dan drie keer zoveel.”

Het laatste decennium bleef Gent tot 2006 qua toeschouwersaantallen wat ter plaatse trappelen. “Dat had mee te maken met de sportieve ambities; het was een ploeg in afbouw, de club moest schulden afbetalen … Pas toen Trond Sollied kwam, groeiden de ambities van Gent. Ook nam door het idee van het nieuwe stadion het besef toe dat de club nieuwe fans moest verleiden. Er volgde een omslag. AA Gent was vroeger de club van Gent, maar profileert zich nu als de club van het Gentse. Het dialect wordt gebannen. De rand van Gent, waar nog veel te veroveren valt, voelt zich niet verbonden met dat taaltje. Sinds de start van dat charmeoffensief vier jaar geleden deed Gent een tegenzetje ten opzichte van Club, ook mede dankzij jeugdacties. Zeker in de randgemeenten boekte AA Gent wat vooruitgang.”

Nu worstelen de twee clubs met hetzelfde probleem: “Het kot zit vol. Wie als eerste een nieuw stadion heeft, kan een grote stap voorwaarts zetten. Eigenlijk begint de wedloop nu pas. Het wordt er dus wel een met twee snelheden, want blauw-zwart en blauw-wit behoren, zoals ik in het begin aangaf, tot verschillende categorieën. Club, Standard en Anderlecht ronselen over respectievelijk heel Vlaanderen, bijna heel Wallonië en heel België. Dat is zo gegroeid. RC Genk, dat is FC Limburg. En Gent zit in een derde groep. Gent kan zelfs Genk niet imiteren, want ‘het Oost-Vlaanderengevoel’ bestaat niet. De vijver van Gent blijft beperkt. In zuidelijke richting kom je snel in de invloedssfeer van Zulte Waregem, waar ze ook niet slapen. In westelijke richting bots je al vanaf Nevele op Clubgebied. In oostelijke richting kom je al vanaf Erpe-Mere op Anderlechtdomein.”

Gent, de slapende lokale reus

De wedloop tussen Club en Gent die in het verschiet ligt, komt dus samengevat neer op het volgende: Gent moet vooreerst vermijden dat Club nog nieuwe fans lokt uit de Gentse regio. “Vanuit een nieuw stadion”, zegt Dejonghe, “moet Gent blijven focussen op de eigen streek. In Gent zelf woont veel volk ( zo’n230.000 mensen, nvdr). Per 10.000 gaan er nu zo’n 190 naar het voetbal. In Brugge ligt dat aantal op 500 en in pakweg Bergen op 300. Als Gent dat laatste zou evenaren, spreken we al over zo’n 2500 extra toeschouwers. Als je dan ook nog eens weet dat er in de Gentse regio zo’n 600.000 mensen wonen, kun je stellen dat Gent een slapende lokale reus is.”

Bij Club is de situatie anders. “Bouwen ze daar een nieuw stadion, dan liggen de supporters overal voor het rapen. Als blauw-zwart tien procent meer toeschouwers lokt, stijgt het aantal Clubfans overal in Vlaanderen ongeveer even sterk. Dat is zuur voor Gent, dat een universiteit heeft en grotere hogescholen dan Brugge. Gent is groter, telt twee keer zoveel inwoners en beschikt over een beter winkelcentrum. Qua diensten doen de Gentenaars het op zowat alle vlakken beter dan de Bruggelingen, alleen in het voetbal delven ze het onderspit.”

door kristof de ryck

Gent moet blijven focussen op de eigen streek. Trudo Dejonghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content