Afgelopen zaterdag waren de spots even niet gericht op de topploegen. KV Kortrijk en Sporting Lokeren stonden oog in oog in de bekerfinale, beslist door een flits van Hamdi Harbaoui.

Dinsdag 20 maart

Iets voor halfdrie. Zo’n dertig man staan te wachten tot de fanshop van Lokeren opengaat. Uitzonderlijk voor een dinsdag. Adhemar (“met of zonder h, je schrijft maar hoe je het wil”) is 73 en houdt samen met Cecile (72) al meer dan dertig jaar de shop open. Het is te zeggen, vroeger verkochten ze voor enige honderden franken (“duizend, ofte 25 euro, als we een goeie dag hadden”) in een hoekje in de kantine wat materiaal. Toen discussieerden ze ‘boven’ nog over het aantal te bestellen shirts: 20 of durven we 25 aan? Nu kan Jartazi niet snel genoeg het materiaal leveren, elke dag 200 shirtjes, vlaggen, sjaals. Later op de week komt er zelfs een grote vlag, tweeënhalve meter op twee. Het enige wat niet werkt, en nu in de etalage fors afgeprijsd staat, is een replica van het shirt van vroeger. Met zijn 58 euro, inmiddels tot de helft afgeprijsd, een mooi relikwie maar te duur. Adhemar: “Jonge mensen kennen dat shirt niet en mensen van onze leeftijd kopen dat niet.”

De shop is normaal alleen op woensdagnamiddag en zaterdagvoormiddag open, én op wedstrijdmomenten. Maar toen bekend werd dat Lokeren de bekerfinale haalde, vroegen ze ‘boven’ of Adhemar en Cecile geen extra inspanning konden doen. En dus staan ze hier elke namiddag. Beginuur: 14.30 uur. Einduur onbekend. Officieel 17.30 uur, maar er zijn dagen dat ze maar om 19 uur naar huis kunnen.

In de kantine komen verantwoordelijken voor de bussen hun bordjes met het nummer afhalen. Voor de passagiers zijn er zakjes voorzien met wat gadgets: een gratis wafel, een pin van de stad Lokeren, een speciale sporteditie van De Streekkrant én een kortingsbon van 5 euro voor een abonnement volgend jaar. Het wedstrijdticket van de finale geldt als bewijs. Ruim 200 bussen zijn er intussen geboekt, de bekerfinale heeft voor een ongeziene gekte gezorgd aan de boorden van de Durme. Dit is dan ook uitzonderlijk, pas de tweede finale in de geschiedenis van de club. En dus gebeuren er uitzonderlijke dingen. Zoals in dat café in Schoten, waar twee supporters van de club aan de toog over de bekerfinale staan te praten. Vraagt de cafébaas: “Waar? Naar Brussel? Ik ga mee. En weet je wat: ik hang hier een lijst, misschien willen anderen ook mee.” Twee bussen zullen ze uiteindelijk in dat café vullen.

Het Antwerpverhaal, zegt Romain Van Schoor, al zestien jaar bezig met de commerciële werking. Zijn dochter reisde ooit met rood-wit mee naar Wembley, voor de Europese bekerfinale. Terwijl ze niet eens het verschil kon uitleggen tussen Antwerp en een andere Belgische club. Zo lijkt iedereen zich nu ook te bekennen tot Sporting Lokeren.

De mannen die elke dag verzamelen aan lantaarnpaal P13, zijn al lang supporter. Vlak bij het oefenveld bespreken ze het komende bekerevenement, de vorm van de ploeg én het belang van de wedstrijd van ’s anderendaags, tegen Cercle. Iets voor drieën komen de spelers eraan. Eerst de Vlamingen, dan Lazic, Leko en Fevang, en als laatsten de Afrikanen. En als allerlaatste Barry Copa, de flamboyante doelman. De vaste volgorde, zullen we de komende dagen constateren. Persoons, Overmeire, De Roover en De Ceulaer zijn altijd bij de eersten, Copa is gegarandeerd de laatste. En altijd giet hij, net voor het betreden van het veld, een klein flesje water over het hoofd. Rituelen. Ook opvallend: de opwarming, in groepjes, verloopt lachend, met telkens terugkerend een vast spelletje: bal twee keer hoog houden en dan afspelen naar een ploegmaat in het cirkeltje, zo moeilijk mogelijk. Wie de controle verliest, krijgt van iedereen een pijnlijke tik tegen de oren. En ook opvallend: zo los als de sfeer is tijdens de opwarming, zo ernstig is het op het veld als de training écht start. Als Laurens De Bock Leko aflost bij de corners en een bal niet goed genoeg komt, krijgt de linksachter naar zijn kop. Maes houdt van duidelijkheid en scherpte. Op het veld is het nu opvallend stil, zelfs bij speelvogels als De Pauw en De Ceulaer.

Verfrissend: geen gedoe met trainingen achter gesloten deuren hier, de dag voor een match. Peter Maes heeft geen geheimen. En dus zien ze bij het groepje supporters van P13 dat er tegen Cercle vijf ‘vaste’ waarden (De Ceulaer, Persoons, De Bock, Harbaoui en Leko) rust krijgen. Al is Maes in alle staten, als iemand nadien gewag maakt van een B-ploeg. Wie heel het seizoen intern predikt dat Lokeren een groep van twintig is, houdt daar niet van.

Woendag 21 maart

Heldere zon, maar een trieste dag voor België. Peter Maes woont in Lommel en zijn gedachten gaan uit naar het drama dat zijn omgeving zo hard trof. Overdag holt Romain Van Schoor van hot naar her. Al zestien jaar in Lokeren, is hij nu een cruciaal aanspreekpunt in de organisatie van de bekerfinale. Grote clubs verdelen de taken over verschillende hoofden, maar in de provincie is de structuur beperkt. Beleggen ze in Brussel een vergadering over de veiligheid, dan komen ze bij hem terecht. Idem voor de ticketverkoop. En stel dat Lokeren wint, dan moet de Europese licentie in orde worden gebracht. Met de hulp van … Juist. Van Schoor: “Maar dat geeft niet, want al jaren droom ik ervan een keer groots te mogen denken.”

Nu het een succes is, durft hij zijn angsten na het bereiken van de finale toe te geven. De dag nadat ze zich tegen Lierse kwalificeerden, had concurrent Kortrijk al 9000 kaartjes aan de man gebracht. Lokeren moest zijn draaiboek dan nog opstarten en was bang. Van Schoor: “De voorzitter had ook grote twijfels. Achtduizend zou een ontgoocheling zijn, zei ik bij de eerste voorzichtige prognose, we dachten aan 10.000, misschien 12.000.” Het werden er uiteindelijk nagenoeg 16.000.

Als Willy Reynders – “de architect van het succes” – de deur van zijn bureau openduwt, hoort hij net dat cijfer. En denkt hij luidop: “Ik hoop dat er wat van blijft hangen.” Van Schoor is een commercieel man, uiteraard hoopt hij dat ook. Maar hij is realistisch. “Vraag me geen percenten, maar ik hoop op iets. Wij zijn op dat vlak wel een zéér eigenaardige club. Ofwel hebben wij een mooi aantal abonnementen en verkopen we tijdens het seizoen een klein beetje dagtickets, ofwel zijn de supporters tijdens de zomer boos op wat is geweest en verkopen we geen abonnementen. Maar uiteindelijk komen ze wel kijken en verkopen we dat jaar relatief veel dagtickets. De eindsom is, op de zestien jaar dat ik hier ben, nagenoeg altijd dezelfde.”

Willy Peeters, de ploegafgevaardigde, is er gerust in. “Voor 99 procent zeker: wij winnen de finale.” Van Schoor zegt al voorbereid te zijn op een moeilijk dossier, dat van de Europese licentie. Een kopzorg want “ons stadion is totaal niet klaar.” UEFA eist zitjes met een rug, dertig cm hoog. Dat heeft in België nagenoeg niemand, ook Lokeren niet. Ze liggen klaar in zijn bureau, op een kast. Maar het is niet zo simpel als het lijkt: het ene zitje eruit, het andere erop gemonteerd. De hele betonstructuur moet worden herbekeken, de doorgangen verbreed. Supporters eisten onlangs ook nieuwe toiletten, en toonden daarbij foto’s van de oude. Een schande.

Van Schoor: “Daar gaan we aan werken. Er moet een perszaal voor vijftig man komen, het medische gedeelte moet worden uitgebreid, de trainer wil absoluut in de voorronde in eigen huis spelen, maar dat wordt niet eenvoudig. De bekerwinnaar start in de derde ronde, de tegenstanders kunnen grote ploegen zijn, die in eigen land de top spelen. We gaan het proberen, er is al iemand van de bond langs geweest. Architecten gaan een plan maken om het vrije gedeelte naast dit hoofdgebouw te bevrijden van de containers die er nu staan, om daar een soort tent – al moet je niet denken aan een tent, eerder aan een vaste constructie – te plaatsen die we dan één keer gaan gebruiken.”

De tijd van draadjes en koordjes en lapwerk moet weleens gedaan zijn, vindt de commerciële man. Het probleem: Roger Lambrecht investeert wel in de ploeg, maar niet in het stadion, in erfpacht genomen. Van Schoor: “Ik begrijp hem wel. Het verhaal van de kip of het ei is dat. Moet ik eerst veel volk hebben en dan investeren om het hen aangenaam te maken, of moet ik eerst investeren en komt er daardoor meer volk? Ik ga uit van het tweede. Als je wat naslagwerk doet in Nederland, … Een nieuw stadion en ploegen die geen volk hebben, halen daar plots wél meer supporters. Daknam blijft helaas een oud stadion.”

’s Avonds zal hij de persconferentie van de twee trainers modereren. Zijn hoofd staat er niet naar. De vragen aan Bob Peeters, die zwaar ontgoocheld is door de nederlaag en het missen van play-off 1, gaan niet verder dan: bent u nu teleurgesteld? Pol Van Den Driessche, Cerclewoordvoerder, ergert er zich blauw aan. Maar wie al uren bezig is met Brussel, mag een zwak moment kennen.

Donderdag 22 maart

Een roddel, aan P13. Of we wisten dat ze bij de bond deze bekerfinale met twee kleintjes wilden verplaatsen van Brussel naar Brugge? Gecheckt. Klopt niet. Maar toch, de ergernis, dat ze in Brussel de provincie niet serieus nemen, is hier groot.

Rond halfelf start de uitlooptraining. In dezelfde volgorde als dinsdag druppelt iedereen het veld op. Copa loopt zijn rondjes met Fall, de doelpuntenmaker tegen Cercle, en trekt zeer snel weer naar binnen. De keeper heeft wat interviews te geven, net als De Ceulaer, Overmeire en Persoons. De nationale pers strijkt neer in Lokeren. Rudi Cossey legt er de pees op bij hen die niet speelden, Danny Veyt houdt zich bezig met de mannen die na het lopen wat kunnen dollen met elkaar. Omdat Copa al naar binnen is, traint Erwin Lemmens, coach van de doelmannen, mee. De Ivoriaan werkt al een beetje aan de reconversie, in eigen land heeft hij zijn opleidingsacademie. Op 15 april komt een aantal jongens van die academie trainen in Lokeren. Overal in het stadion hangen affiches, dat de club zoekt naar gastgezinnen, om de jongens tijdelijk op te vangen. “Ik moet er nog twee hebben”, zegt Copa.

Kinderen van de Hagewinde, een sociaal orthopedagogisch centrum, komen even voor het einde van de training kijken. Ze hebben een spandoek bij zich, en een beker in miniformaat. Aanvoerder Killian Overmeire mag die al even in de lucht houden. “Zaterdag volgt hopelijk de echte.” Vertederend vraagt er eentje, als hij naar de training staat te kijken, aan zijn schoolmaatjes: “Doet Scifo ook mee?”

Na de training praten we even met Jérémy Taravel, een van de natuurlijke leiders in de groep. Steunbeer achterin, normaal met Mijat Maric, maar die is voor de finale geschorst. Zaterdag moet hij het doen naast Ibrahima Gueye. Taravel is 24, voor hem is dit het hoogtepunt van zijn carrière. Zijn contract loopt tot eind volgend jaar. “Straks, na de bekerfinale, kunnen we praten”, zegt hij. Door Waregem weggehaald uit de anonimiteit van Lille, verkreeg hij hier rust, maturiteit en een grotere concentratie. Weg zijn de lapsussen in zijn spel. “De trainer vraagt me om de hele tijd te praten, zo behoud je de concentratie.”

De sterkte van het team is het collectief, zegt hij. En de voortdurende aandacht van de coach voor dat team. Hij maakte het al mee onder Francky Dury, maar toen had hij moeite om er voortdurend mee bezig te zijn. Dat is nu weg, met een gelijkaardige trainer. “Soms is dat vermoeiend, maar als je overeind blijft, steek je er wel wat van op.” Begin dit seizoen hakte Maes op hem in. Na een uitstekend vorig seizoen en een leuke vakantie had hij moeite om de knop om te draaien.”Per uitbreiding”, zegt hij, “gold dat voor de hele ploeg.” Nu hebben ze daar spijt van, “omdat we op twee punten na play-off 1 misten. Gelukkig compenseert de bekerfinale iets.”

In het terugrijden passeren we de vernieuwde Grote Markt. Drie hazen, drie grote beeldhouwwerken, kijken uit over de Durme. Eentje draagt een sjaal van Lokeren.

Vrijdag 23 maart

D-day min één. Spaghetti op de club, dan theorie, vervolgens de bus in naar Brussel. De zon schijnt, fans nemen een dag verlof en verkennen het Heizelplateau. Ook Peter Maes moet in de catacomben even de weg naar het veld zoeken. Op de grasmat liggen korrels, vetstof, de stad Brussel wil in de ultieme uren voor de wedstrijd nog snel wat doen aan de kale vlekken. Er hangt wel een gloednieuwe video wall, pas ingehuldigd. Copa komt als laatste het veld op, voorafgegaan door Hamdi Harbaoui, voor de gelegenheid in gloednieuwe roos-oranje schoentjes. Het levert een applausje van de rest op.

Geen afzondering, geen training achter gesloten deuren, Maes heeft geen geheimen. Hij geeft zonder aarzelen zijn ploeg prijs, als hij rond halfvier de hesjes uitdeelt, weet iedereen wie gaat spelen. De enige verrassing: traint op vrijdag De Pauw op links en De Ceulaer vanaf de rechterkant, dan zal dat een dag later in de finale andersom zijn.

Voor het eerst zien we ook Roger Lambrecht. In november aan de heup geopereerd, en wat moeizaam stappend. Hij haalt herinneringen op aan de vorige bekerfinale, die van 1981, met 4-0 verloren. Hij hoopt op een prijs, zijn eerste in zestien jaar bewind. We halen herinneringen op aan het debuut van Preben Larsen, tegen Standard. 0-3 aan de rust, 5-3 eindscore. Weergaloze match.

Onder de bollen van het Atomium wordt de laatste hand gelegd aan het fandorp. Toen Beerschot hier in 2005 de bekerfinale tegen Club Brugge speelde (en won), kloegen de fans van de Ratten over het gebrek aan drankmogelijkheden op de Heizel. Een inventieve Antwerpenaar, Marc Steenackers, contacteerde de bond en nam de organisatie van de twee feestdorpen in handen. Lokeren werkt zonder problemen mee, Kortrijk had het moeilijker. De dranksponsor van de West-Vlamingen is Bavik, de Heizelvlakte is Jupilerland.

Als de training is afgelopen, vergaapt de Griekse rechtsachter Georgios Galitsios zich aan de foto’s die in de wandelgangen van het Koning Boudewijstadion hangen. Onder meer eentje van Robbie Rensenbrink, die hier met Anderlecht speelde. De Griek denkt dat het Cruijff is. Hij lijkt er wel wat op, de slangenmens.

Zaterdag 24 maart

D-day. Bussen rijden af en aan, fans zingen, drinken bier, dansen. Voor zijn zakenpartners huurde Lokeren een speciaal gebouw af. De beurs in hartje stad. In Lokeren maken de cafés zich op voor een groot volksfeest, in geval van winst. Een echt wij-feest moet het worden. Overal een toog voor de deur, elk café met dezelfde prijs, 2 euro voor een pint. De stad zorgt voor een podium, toiletten en de veiligheid. Horeca, club en overheid lijken elkaar te hebben gevonden. Het was ooit anders met Lambrecht, die nog dreigde de stad te verlaten omdat hij het gebrek aan medewerking beu was. Nu al worden afspraken gemaakt om volgende zomer de club weer naar de gemeenschap te brengen, zoals buur Gent dat zo goed doet.

Rond halfelf is het zover. Lokeren wint. Net voor hij het podium op mag, krijgt Overmeire van iedereen een tik tegen de oren. Leuk zicht. De voorzitter heeft zijn prijs, nota bene via zijn prijsschutter, Hamdi Harbaoui, een spits van 750.000 euro. Zes maanden omstreden. Zichzelf bij zijn komst veel druk opgelegd, hij wilde topschutter worden. Toen dat niet lukte, groeide de ergernis en frustratie. De bom ontplofte in Marbella, tijdens de winterstage. Harbaoui vierde er zijn verjaardag. Op een gegeven moment trok de hele groep de stad in. De spits hield zich wat afzijdig en kreeg daar kritiek voor. De andere spelers vroegen waarom hij niet bij hen bleef. Verbolgen riep Harbaoui een taxi en hij reed weg, naar het hotel. Een uur later stond de Tunesiër er terug. Tot inkeer gekomen. Dat apprecieerde de groep en zo kwam het uiteindelijk nog goed.

En zo werd het een lange nacht. Met de zonnige groeten uit Brussel. Uit Tunesië. En ook wel een beetje uit Marbella.

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“De trainer wil absoluut in de Europese voorronde in eigen huis spelen, maar dat wordt niet eenvoudig.” Romain Van Schoor

Tijdens de winterstage in Marbella ontplofte de bom.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content