Wanneer het leven hard is, moet je het ondergaan, het hoofd koel houden, de pagina draaien en voortwerken, dan zal dat vroeg of laat renderen, leerde Cheikhou Kouyaté bij herhaling. Van Khar Yalla tot het Constant Vanden Stockstadion: hoe de kleinzoon van een Senegalese imam zijn droom realiseerde.

Dakar Je kunt er niet naast kijken: de portretschildering recht tegenover de ingang van de met golfplaten overdekte kamer met de betonnen zitbanken aan de linkerkant van het doorgaans met wasgoed overspannen binnenkoertje. Het is de grootvader van Cheikhou Kouyaté. Hij was imam in de moskee van La Médina, de oude volkswijk waar de vader van Cheikhou werd geboren in dezelfde straat als de bekende Senegalese zanger en musicus Youssou N’Dour. Ook hij heette Cheihkou. Hij overleed kort voor de geboorte van Cheikhou, die naar hem is genoemd en van wie de familie verwacht dat hij in zijn leven de wil en de wetten van God zal reflecteren.

Het huis ligt in een zandstraat in de levendige en kleurrijke buurt Khar Yalla van het stadsdeel Grand Yoff. ‘Khar Yalla’ is Wolof, de moedertaal van de meeste Senegalezen, en betekent ‘wachten op God’. De naam dateert van de tijd toen veel plattelandsbewoners zich aan de rand van Dakar kwamen vestigen in afwachting dat er zich in de hoofdstad werkgelegenheid en een beter leven zouden aanbieden. Het verklaart waarom er nu zo veel mensen wonen die afkomstig zijn van Casamance, de afgelegen streek tussen Gambia en Guinee-Bissau die de voedselschuur van Senegal wordt genoemd en van waar onder meer de eerste mango’s worden ingevoerd. Ook de moeder van Cheikhou, Aminata, is van daar. Zij was christen, maar bekeerde zich na haar huwelijk met Bandiougou, de vader van Cheikhou, tot de islam.

Als kind is Cheikhou mager en timide. Het leven in een kansarme en onveilige omgeving én zijn liefde voor het voetbal zullen hem vormen. Hij leert zich fysiek te weren en door prestaties te leveren zijn zelfvertrouwen op te bouwen en de angst uit zijn lijf te jagen. Bandiougou is in Dakar een gerespecteerde voetballer geweest en Cheikhou koestert dezelfde ambitie. Wanneer zijn ouders scheiden, zijn moeder terugkeert naar haar familie in Casamance en zijn vader voor het avontuur in Abidjan en Johannesburg kiest, wordt hij opgevoed door zijn grootmoeder. Op straat en op een zandveld zonder zijlijnen en doelen zonder netten en dwarslatten speelt hij zijn eerste wedstrijdjes. De inleg van wat centen of melkpoederzakken voor de winnaar zorgt voor strijd, vreugde en verdriet. Zijn bezieling drijft hem al snel naar zelfstandigheid. Met geld voor het eten op school schrijft hij zich stiekem in bij de voetbalschool Djiby Ndiaye.

Hij is amper vijftien als hij met de wijk Sacré Coeur deelneemt aan les Navétanes, de populaire interwijkencompetities tijdens het regenseizoen. Daar wordt hij opgemerkt door de tweedeklasser ASC Yego Dakar, maar zijn eerste seizoen bij de cadetten van die club is niet zo’n succes: hij is te timide, te veel onder de indruk en laat zich onvoldoende gelden. Ondertussen is zijn vader ernstig ziek geworden. De voorzitter en de trainer roepen Cheikhou bij zich en leggen hem uit dat hij de enige is die in staat is om het geld te verdienen dat nodig zal zijn om hem de komende jaren te verzorgen en dat hij daarvoor tot het uiterste zal moeten gaan. Ze maken hem aanvoerder van de junioren en dat bevrijdt hem: hij blinkt geregeld uit en de ploeg wordt landskampioen.

Het is in die periode dat zijn grootmoeder in een droom de Senegalese vlag op zijn slaapkamerdeur ziet verschijnen. Een paar maanden later wordt haar kleinzoon opgeroepen voor een dubbele junioreninterland tegen Ghana en dan gaat het plots snel. Enkele uren na zijn thuiskomst van de uitmatch moet hij alweer het vliegtuig op. Een Grieks-Franse scout met de naam Philippe Kontosvovelos die het nummer 9 van Senegal kwam bekijken, raakte onder de indruk van het nummer 10 – Kouyaté – en neemt hem mee voor tests in Griekenland en Frankrijk. Maar de tijd is te kort om zich te manifesteren in een spel dat in Europa veel sneller gespeeld blijkt te worden dan in Afrika. Niettemin is Sedan een optie, maar er rijst een financieel geschil tussen Kontosvovelos en de voorzitter van Yego. Cheikhou gaat in Parijs bij de zus van zijn vader logeren en neemt dan de trein naar Brussel. Daar wacht op vraag van de voorzitter van Yego de Turkse makelaar Bekir Tedik hem op. Die regelt voor hem een test bij FC Brussels.

Brussel

De test valt mee en in het tweede elftal evolueert hij onder de hoede van Patrick Wachel van targetspits tot centrale middenvelder. Maar naast het veld beleeft de zeventienjarige Senegalees vanaf zijn aankomst in Brussel harde tijden. Hij komt er terecht in een wereld waarin de koude hem treft, die van de temperatuur en die van al die mensen die hij niet kent. Hij mist de warmte en de ambiance van Dakar, beseft hoe goed hij zich daar wel voelde en droomt op zijn kamer tussen de tranen door van een terugkeer. Maar het mag niet. Van wie in Europa een kans krijgt, worden thuis prestaties en financiële steun verwacht. Daar is hij op dat moment nog niet toe in staat, maar er is maar één optie, verzekert zijn vader hem telkens als hij hem belt: doorzetten. Ritueel bidden biedt troost; en luisteren naar muziek, die hem herinnert aan zijn vrienden in Khar Yalla. Maar wanneer zijn grootmoeder overlijdt en hij de centen niet bezit om een vliegticket te kopen om haar begrafenis te gaan bijwonen, ziet hij geen uitweg uit de diepte meer. Zijn vader praat op hem in: als het leven hard is, moet je het ondergaan, het hoofd koel houden, de pagina draaien en voortwerken, dan zal dat vroeg of laat renderen, zegt hij. Het helpt. Cheikhou wordt een tijd niet betaald, breekt een enkel, maar de tien competiewedstrijden die hij in zijn tweede seizoen in eerste speelt, volstaan om zich te laten opmerken. Administratieve nalatigheid van FC Brussels laat zijn makelaar bovendien toe om via de rechtbank zijn vrijheid te bekomen. Hij tekent bij Anderlecht.

Kortrijk

Maar de succesrijkste club van het land stelt hem meteen ter beschikking van KV Kortrijk en dat stelt hem erg teleur. Zijn start bij de nieuwe eersteklasser is moeilijk. Voor de eerste invallerswedstrijd op vrijdagavond daagt hij zelfs niet op, wegens … geen vervoer. Brusselse ploegmaats zoals Sven Kums, Stéphane Demets en Daniel Calvo met wie hij normaal vanuit de hoofdstad meerijdt, zitten in tegenstelling tot hem in de wedstrijdselectie van de eerste ploeg en spelen in het weekend. Assistent-trainer Yves Vanderhaeghe stelt hem voor een taxi te nemen, maar daar gaat hij niet op in. Bij volgende gelegenheden biedt de trein een oplossing, en Ibou. Want in het eerste is er maandenlang geen plaats voor hem. Met Daniel Calvo, Karim Belhocine, Adlène Guédioura en Salah Bakour beschikt Hein Vanhaezebrouck al over vier man voor de twee posities voor de verdediging. De neo-eersteklasser pakt vrij veel punten én krijgt lof voor het constructieve voetbal waarmee hij dat doet.

Het is al november wanneer Cheikhou Kouyaté zijn kans krijgt. Hij grijpt ze. Bidden voor de wedstrijd doet hij in het bureautje van de trainer, in zijn eerste topwedstrijd – tegen AA Gent – scoort hij én hij haalt nog voor het einde van het jaar zijn rijbewijs! De doorbraak is gerealiseerd. Maar na Nieuwjaar wordt hij na de terugkeer uit het oefenkamp in Spanje op de parking van het Guldensporenstadion opgewacht door Philippe Kontosvovelos en twee ongure types. Die eist van hem 30.000 euro, omdat hij hem naar Europa bracht, en vraagt hem in zijn wagen te stappen en met hem naar Brussel mee te rijden. Maar ploegmaats snellen ter hulp en vooral Elimane Coulibaly voelt zich in zijn element. Sindsdien is er niets meer van Kontosvovelos en co vernomen.

KV Kortrijk beleeft een moeilijke terugronde, maar Kouyaté steekt er af en toe fysiek boven uit. Vanderhaeghe, gewezen verdedigende middenvelder van Anderlecht, bereidt hem voor op zijn terugkeer naar het Constant Vanden Stockstadion; en werkt met hem aan zijn positiespel, balaanname en passing. Vanhaezebrouck gebruikt hem in nood al eens centraal achterin én diep in de spits. Na de thuiswedstrijd tegen Standard vraagt Standardtrainer Laszlo Bölöni hem hoe oud hij is en hoelang hij bij KV Kortrijk nog onder contract ligt. Wanneer hij verneemt dat hij eigendom is van Anderlecht druipt hij af.

Anderlecht laat KV Kortrijk weten dat de terbeschikkingstelling zich zal beperken tot één seizoen. Na de vakantie zal Kouyaté er deel uitmaken van de A-kern. KVK-aanvoerder Demets vergelijkt zijn kracht al met die van Yaya Touré, zijn ex-ploegmaat bij Beveren, en voorspelt hem een toekomst in de top vier van de Premier League. KVK-trainer Vanhaezebrouck vraagt zich af zo’n lieve jongen bij Anderlecht door bepaalde persoonlijkheden in de groep niet te gemakkelijk opzijgezet zal worden.

Brussel

In de zomer van 2009 keert Cheikhou Kouyaté naar Anderlecht terug met één doelstelling: basisspeler worden. Maar op training breekt hij meteen een jukbeen in een kopduel met ploegmaat (en concurrent) Bakary Saré. Wanneer hij na twee maanden tegen AA Gent dan toch zijn competitiedebuut maakt, loopt hij na acht minuten in een kopduel met Marko Suler een hersenschudding en een gecompliceerde neusbreuk op. Hij wil voortspelen, maar de dokter maakt hem duidelijk dat het onverantwoord is. Tijdens zijn wederoptreden met een masker zes weken later tegen KV Mechelen moet hij zich alweer laten verzorgen met een bloedneus.

Het is mee het gevolg van zijn onrust. Hij wil absoluut slagen, maar is in een omgeving met alleen maar topspelers onzeker. Hij zoekt houvast en vindt er niet meteen. Ook dat hij in geen enkele krantenprognose in de basiself terug te vinden is, knaagt aan zijn zelfvertrouwen en vertroebelt zijn focus. Zijn vriendin drukt hem op het hart dat hij niet in de kranten maar in zichzelf moet geloven; en zijn vader legt hem aan de telefoon uit dat zijn accidenten een inwijding zijn in de keiharde wereld van de topsport waarin je op alles voorbereid moet zijn.

Het gaat niet meer om een paar melkzakken, maar om groot geld; elke training is een wedstrijd, de concurrentie is bikkelhard en alleen winnen telt.

Hij redt het. Wanneer Jan Polák geblesseerd uitvalt, grijpt hij zijn kans als box-to-boxmiddenvelder. Hij laat zien hoe sterk hij in duel is, hoe hij met zijn snelheid iemand terug kan halen en hoe gevaarlijk hij is als hij voor het doel van de tegenstander opduikt. Aan zijn passing en zijn afwerking is nog werk, maar hij past zich snel aan het ritme van een topclub aan en gaandeweg kan niemand nog naast hem kijken: hij is een teamplayer, een werker voor de ploeg en een jongen die in de kleedkamer door zijn kalmte, vriendelijkheid en dankbaarheid met iedereen overeenkomt. Op het einde van het seizoen is Anderlecht kampioen en danst hij zich de ziel uit het lijf in discotheek Carré in Willebroek. Zonder één druppel alcohol te drinken. Puur.

Het is geen toevalstreffer. Kouyaté groeit door, helpt het team in zijn tweede seizoen ook enkele keren met succes uit de nood centraal achterin en ondertussen is hij de sterkhouder van de verdediging geworden. Ondanks het nieuwe, riante contract tot 2016 dat hij onlangs in het Constant Vanden Stockstadion tekende, is de vraag: hoelang is hij nog te houden?

Dakar

Intussen hangen in Khar Yalla naast het schilderij van imam Cheikhou foto’s van de profvoetballer Cheikhou aan de muur. Vrienden met volgens hem minstens evenveel talent als hij die nog niet uit le quartier zijn weggeraakt, kijken met grote ogen naar zijn prestaties in Europa en hopen hem binnenkort in het nabijgelegen Stade Léopold Sédar Senghor zijn eerste officiële A-interland te zien spelen. Naast het veld is hij dezelfde aardige jongen met die wat nonchalante lichaamshouding gebleven, kunnen ze vaststellen telkens als hij naar huis terugkeert. Maar zodra hij op hun televisiescherm in een paars-wit shirt verschijnt, wordt hij onherkenbaar. Dan verandert hij in een leeuw, loopt hij rechtop en gaan er onvermoede mentale en fysieke krachten van hem uit; en dan komen ze tot het besef dat hij als kind eigenlijk ook al een beetje zo was.

Geluk noemt hij het zelf, dat hij wél doorbrak en vrienden met volgens hem minstens evenveel talent als hij niet. Maar zij realiseren zich nu ook dat niemand er zo veel voor deed om zijn droom te realiseren als hij. Het begon met de pijn die hij na een nederlaag voelde. Dan weende hij, zonderde hij zich af en kon hij niet eten – zo herinneren zij zich hem allemaal. Zijn honger werd er alleen maar groter van.

Van klein af was hij bezeten van voetbal. Hij wist wat hij wilde, deed daar alles voor en geen tegenslag bracht hem van zijn pad af. Zo is Cheikhou Kouyaté Khar Yalla ontgroeid.

Bronnen: reportages en interviews die de voorbije jaren in Sport/Voetbalmagazine zijn verschenen.

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN: GF

Wanneer zijn ouders scheiden, wordt Cheikhou opgevoed door zijn grootmoeder.

Anderlecht stelt hem meteen ter beschikking van KV Kortrijk en dat ontgoochelt hem.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content