Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Met driemaal goud op een EK schreven Kim Gevaert en Tia Hellebaut het voorbije weekend atletiekgeschiedenis. Sport/Voetbalmagazine gaat op zoek naar de vijf hoekstenen in dit succes.

K im Gevaert (28) gaf het startsein voor een verbazingwekkende atletiekweek door al op woensdag 9 augustus een eerste gouden medaille te pakken op de 100 meter. Maar het Europees Kampioenschap in Göteborg had nog meer vuurwerk in petto. Op vrijdag 11 augustus verraste Tia Hellebaut (28) vriend en vijand door een spectaculaire hoogspringcompetitie te winnen met een sprong over 2,03 m (nieuw Belgisch record !). Amper vijf minuten later snelde Gevaert naar haar tweede gouden plak van het EK, ditmaal op de 200 meter.

Sport/Voetbalmagazine trok op zoek naar de vijf hoekstenen die deze twee leading ladies van de Belgische atletiekwereld naar hun internationale succes leidden. Vijf stappen naar het hoogste Europese schavotje.

Kim Gevaert

EK München 2002 : tweemaal zilver

“Het was de eerste maal dat ze een medaille behaalde op een outdoorkampioenschap. Een eerste Europese bevestiging voor Kim”, bevestigt haar trainer, Rudi Diels. Al twaalf jaar, sinds Kim Gevaert aan de Leuvense universiteit logopedie ging studeren, begeleidt hij haar naar internationale successen. Ook Wilfried Meert, de organisator van de Memorial Van Damme, stipt München aan als een eerste belangrijk moment : “Ze behaalde zilver op de 100 en de 200 meter, ze bewees daar aan zichzelf dat ze mee kon met de Europese top.”

Indoormeeting in Birmingham, winter 2003-2004 : Marion Jones geklopt

Volgens Wilfried Meert een kantelpunt in de mentale evolutie van Gevaert. “Birmingham geldt als de sterkst bezette indoormeeting in de wereld. Met een Belgisch record (7.13sec, nvdr.) finishte Kim voor Marion Jones. Daarmee kreeg ze erkenning buiten Europa. Toen Jones werd geklopt, was dat groot nieuws in de Angelsaksische en Amerikaanse media. Bovendien keek Kim tot dan geweldig op naar Marion Jones”, weet Meert. En Diels vult aan : “Sindsdien houden de andere sprintsters rekening met haar.”

Olympische Spelen Athene 2004

Kim Gevaert nam er deel aan drie loopnummers. Op de 100 meter strandde ze in de halve finales, op de 200 meter eindigde ze knap zesde en op de 4×100 kaapte de estafetteploeg eveneens een zesde stek weg. Haar trainer : “In de halve finale van de 200 meter vestigde ze een nieuw Belgisch record. Dat was de beloning van vier jaar inzet. Want dat ze de Spelen in Sydney miste, zat heel diep. Naar Athene heeft ze vier jaar intens toegeleefd.” Athene waren de eerste Spelen voor Gevaert, de limieten voor Sydney 2000 had ze net niet gehaald. Een sleutelmoment in haar carrière, zo beoordeelt ook Wilfried Meert. “Eigenlijk was het niet behalen van de Spelen in Sydney nog belangrijker voor haar verdere carrière dan het wél behalen van Athene”, zegt hij. “Kim had de minima op een haar na gemist. Als atleet kan je op zo’n onrechtvaardigheid op twee manieren reageren ; ofwel zeg je foert en kap je met topsport ofwel reageer je door het ongelijk te bewijzen.”

EK Indoor Madrid 2005 : tweede maal Europees kampioene 60 meter

Meert : “Ze had eerder al goud behaald in Wenen, in 2002, maar de tweede keer is altijd moeilijker. In Wenen was ze outsider en daardoor meer relaxed. In Madrid bewees ze dat ze ook als titelverdedigster, en dus favoriete, kan presteren.”

Ook trainer Rudi Diels wijst op het mentale belang van die tweede indoortitel : “Die combinatie maakte dat Kim in een periode van vier jaar tweemaal de titelhoudster was op de 60m indoor. Dat sterkte haar in haar overtuiging als sprintster. Het betekende ook de bevestiging dat Kim er constant staat, terwijl andere concurrentes met blessures of zenuwen uitvallen.” Onze landgenote heeft inderdaad bijzonder weinig last van blessures. Ondanks een zwakke achilleshiel die haar al jaren parten speelt.

Raymond Seneca, de voorzitter van de Vilvoordse atletiekclub waar Gevaert al ruim tien jaar lid is, wijst op het belang van de wetenschappelijke aanpak van trainer Rudi Diels. “Diels is samen met Kim gegroeid in de internationale atletiekwereld”, merkt hij op. “Diels is een zegen voor haar carrière : een integere coach die veel tijd in zijn atlete stopt en die haar door zijn samenwerking met de KU Leuven perfect medisch kan begeleiden.”

EK Göteborg 2006 : Europees kampioene 100 en 200 meter

“Indoor had ze al bewezen dat ze met druk kon omgaan”, aldus Wilfried Meert. “Deze zomer nam de druk nog elke dag toe, vooral door het wegvallen van Christine Arron, haar voornaamste concurrente. In elke buitenlandse krant werd Kim Gevaert getipt als favoriete voor de Europese titels. Ze is enorm goed omgegaan met die druk.”

Raymond Seneca wijdt die stressbestendigheid aan de entourage en de opvoeding van Kim. “Ze komt uit een gezin van vier, waarin haar ouders nooit een voorkeursbehandeling gaven”, meent hij. “Het feit dat Kim eerst haar diploma behaalde, maakt deel uit van die opvoeding. Bovendien is ze geen slaaf van haar sport en toont ze genoeg interesse voor andere zaken : winkelen, muziek en eten. Elk jaar last ze een rustperiode in van anderhalve maand en dan doet ze werkelijk niets om zo haar hoofd leeg te maken.”

Tia Hellebaut

September 1999 : een nieuwe trainer

Tia Hellebaut werd opgeleid door Marc Borra, voormalig Belgisch kampioen hoogspringen, die haar pushte om de meerkamp te laten vallen. Daarop liep de samenwerking tussen hem en Tia fout. Trainen voor de meerkamp deed de Antwerpse almaar vaker in Herentals, waar ze met Wim Vandeven – toen al een gereputeerde atletiektrainer – in contact kwam. Sinds vorig jaar vormen ze trouwens een paar en wonen ze samen in Limburg. Vandeven wordt door velen dé cruciale factor in Hellebauts carrière genoemd. Want voordien stond ze te boek als iemand die niet geheel voor haar sport leefde en al te vaak op feestjes verscheen.

Wim Vandeven noemt hun eerste ontmoeting in 1999 zelf ook als een belangrijke datum in de carrière van zijn leerling/ partner. “Eén van de belangrijkste afspraken bij het begin van onze samenwerking, was dat ze meer voor haar sport zou moeten leven”, herinnert Vandeven zich. “Voordien was ze een atleet die vrij onregelmatig en zelfs weinig trainde. Amper drie keer per week.”

De oprichting van een profploeg door Atletiek Vlaanderen in januari 2001, ziet Vandeven als een volgende belangrijke stap in het groeiproces van Hellebaut. “Tot dan toe werkte ze parttime in een sportwinkel. Tia was de enige die niet helemaal voldeed aan de criteria om tot die profploeg te behoren, namelijk een B-minimum voor het WK in Edmonton, maar dankzij wijlen Paul Eerdekens werd ze toch toegelaten. Hij wist dat er potentieel zat in Tia Hellebaut.”

Olympische Spelen Athene 2004 : finale

Athene was voor Hellebaut het eerste grote kampioenschap waar ze als hoogspringster haar kans waagde. Eigenlijk als bij toeval. “In feite wilde ze zich kwalificeren voor de meerkamp op de Spelen,” verklaart Vandeven, “door falen in het verspringen lukte dat niet, maar kwalificeerde ze zich wel voor het hoogspringen. Het voornaamste gevolg aan die finaleplaats was dat we leerden uit de fouten. Om zich te kwalificeren voor die finale moest ze 1,95 m springen, een evenaring van het Belgische record, en daar kroop zoveel energie in dat er voor de finale niets meer overbleef.”

WK Helsinki 2005 : zesde plaats

Volgens Tia’s trainer was het WK in Helsinki zo mogelijk nog doorslaggevender in haar keuze voor het hoogspringen dan de prestatie een jaar eerder op de Spelen in Athene. Vandeven : “Amper vijf maanden na een operatie in maart eindigde ze op een zesde plaats op een WK. Voor haar is daar de klik gekomen dat ze met hoogspringen meer kon bereiken dan in de meerkamp. Toen besloot ze : ik ga hoogspringster worden. Het klopt inderdaad dat Marc Borra haar eerder al die keuze opdrong, alleen zeg ik altijd : je kan niet tegen de wil en het hart in een atleet dwingen om voor een bepaalde discipline te kiezen. Ik ken genoeg voorbeelden van atleten waarbij dat wel gebeurde en daar hoorde je nadien niets meer van.

“In het najaar van 2005 besloten we al dat er in 2006 maar één meerkamp meer zou volgen”, vervolgt Vandeven. “Daar en dan (Götzis, Oostenrijk, nvdr. ) zou ze het Belgisch record van Ingrid Didden op de zevenkamp verbreken. We hadden een perfecte winter achter de rug, waarbij ze in alle onderdelen een stap vooruitzette, en eigenlijk waren we er toen al vrij zeker van dat ze dat record zou breken. Belangrijkste reden voor die progressie was dat ze nog twee kilogram kwijtspeelde en meer spieren kweekte, dat is dubbele winst.”

Golden League meeting Parijs, juli 2006 : de magische grens van 2 meter

Het was amper het tweede grote toernooi waar Tia Hellebaut als volwaardig hoogspringster aan deelnam. Net voordien had ze haar debuut in de Golden Leaguecompetitie gevierd in Oslo, waar ze meteen tweede eindigde met een sprong over 1,98 m. In het Stade Saint-Denis breidde ze een vervolg aan de droomstart van het zomerseizoen. Ze gleed voor het eerst over de 2-meterlat. Wilfried Meert daarover : “Iedereen zegt al een paar jaar dat Tia zich moest focussen op het hoogspringen. Het is ontzettend snel gegaan voor Tia sinds ze de meerkamp liet vallen. In Oslo, op haar eerste grote toernooi, eindigde ze meteen in de prijzen en in Parijs zette ze de volgende stap in haar carrière door in dat selecte clubje terecht te komen van atletes die over de 2 meter springen.”

Trainer Wim Vandeven relativeert : “Je moet het niet groter voorstellen dan het is, uiteindelijk blijft 2 meter maar één centimeter hoger dan 1,99 m. Vanaf het moment dat Tia 1,98 m sprong, heb ik haar meteen gezegd dat haar limiet hoger ligt dan die 2 meter. Daarmee verlegde ik de focus en haalde ik de druk weg die die magische grens met zich brengt.”

EK Göteborg 2006 : Europees kampioene

“Het was één van de meest hoogstaande competities in de geschiedenis”, vertelt Vandeven. “Voor de eerste maal in de geschiedenis van de kampioenschappen stond je met een sprong over 2,01 m niet op het podium. Mentaal en fysiek staat Tia momenteel top. Dit is echt goed gepiekt naar een moment, verwacht van haar niet dat ze nu elke week over 2,03 m springt. Maar Tia hoort sowieso al bij de categorie waarvan verwacht wordt dat ze de finale haalt. Het valt echter moeilijk te voorspellen wat 2007 gaat brengen, want er lopen nog vijf concurrenten rond die boven de 2 meter gaan. Dit zal in ieder geval niet het eindpunt zijn van haar carrière. Het komt erop aan nu die 2,03 m te bevestigen en daarna door te groeien naar 2,04 m of 2,05 m.”

Volgens Wilfried Meert ligt de reden van het succes in die bloedstollende finale in Tia’s geschiedenis als meerkampster. “Meerkampers moeten zich altijd opnieuw kunnen focussen en telkens op een totaal andere discipline, zeven competities op twee dagen tijd, dat is een hele waaier. Van die mentale sterkte plukt ze nu de vruchten. Op het EK stonden wellicht even goede atletes als zij, maar in een hoogstaande finale als daar komt het vooral aan op de nervositeit in toom houden.”

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content