Wanneer hij de naam van de Marokkaanse badstad Mirleft uitspreekt, licht het gelaat van Didier Quain op zoals tijdens een van die grootse Europese avonden destijds op Rocourt. Mirleft is het Saint-Tropez van Marokko, een wonder gelegen aan de poorten van de Sahara, op drie kwartier autorijden van Agadir en twee uur vliegen van Europa. Het leven is er aangenaam en goedkoop, met als bonus een gemiddelde temperatuur van 25 graden. “Voor mijn vrouw en mijzelf is dat een beetje het paradijs op aarde”, zegt de voormalige defensieve middenvelder van US Tournai, KV Kortrijk, FC Liégeois en Seraing. “We zijn verliefd geworden op Mirleft. Door er op reis te gaan, is in ons hoofd een plan gerijpt. We hebben om te beginnen een huis gekocht dat we ombouwen tot gastenverblijf. In de toekomst zullen we allicht meer en meer tijd ginder gaan doorbrengen om de rijkdommen en de schoonheden van Mirleft aan onze vakantiegangers te tonen: stranden, bergen, gastronomie… Het leven is al zo kort, je moet ervan profiteren.”
Het is wel een harde werker die dit vertelt. De inspanningen die hij altijd leverde in dienst van het collectief, werden heel zijn carrière lang bijzonder geapprecieerd. Die carrière bestond onder meer uit 444 wedstrijden in eerste klasse, van 1980 tot 1996. Hij had er na zijn actieve loopbaan als speler ook geen moeite mee om de knop om te draaien. “Mijn vrouw is fotografe, ze heeft een winkel in Hoepertingen, een dorp in Borgloon, niet ver van Tongeren. Foto Vision is ook bekend in voetbalkringen. We fotografeerden jaarlijks tussen de 2000 en de 3000 jeugdploegen over gans het land.”
Maar het bleef voor Quain niet bij fotografie. Op een dag vertelde een cliënte van zijn echtgenote dat haar man bijna met pensioen zou gaan. “Die man was zelfstandig chauffeur voor een bekend bedrijf, Krinkels”, herinnert Quain zich. “Ik had een rijbewijs voor zwaar vervoer en ik heb dan zijn zaak overgenomen. Opeens reed ik over de weg met een gevaarte van zestien ton. ’s Morgens sta ik vroeg op, voor vijf uur, zodat de arbeiders over de nodige materialen beschikken wanneer ze op hun werf aankomen. Als het nodig is, help ik hen een handje. De wereld van de bouw is opmerkelijk: de arbeiders zijn er erg solidair en dapper. Ze werken keihard, in weer en wind, en zijn nooit een dag ziek. Nochtans zijn zij de eerste slachtoffers van de crisis en de globalisering. Er zijn werven waar ik geen woord Nederlands of Frans meer hoor, dat is raar. De wereld is echt een dorp geworden.”
Didier Quain was nog trainer bij Visé, FC Tilleur-Liège en FC Hannut, maar die bladzijde heeft hij omgeslagen. Jarenlang was hij ook scout voor de KBVB, maar de bond maakte onlangs een einde aan die verbintenis met een standaardbrief zonder enige uitleg. Dat griefde Quain, die te trots is om te klagen. De mensen spreken hem nog weleens aan over het voetbal: “Ja, maar minder dan vroeger. Kortrijk is me destijds bij Tournai komen weghalen na een wedstrijd die ze in feite kwamen bekijken voor Claude Carbonelle. Ik ben dan samen met Carbonelle naar Kortrijk gegaan, hij onderstreepte bij het Kortrijkse bestuur mijn kwaliteiten: ik heb dus veel aan hem te danken. In 1986 wees ik aanbiedingen van Club Brugge en Standard af en ben ik naar FC Liégeois gegaan. Een goede keuze, want ik heb op Rocourt geweldige tijden beleefd onder Robert Waseige: Europese campagnes, het winnen van de beker van België in 1990, de uitschakeling van Benfica in de UEFA Cup in 1988, enzovoort.” Hij zal straks dus veel te vertellen hebben aan zijn gasten in Mirleft.
DOOR PIERRE BILIC
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier