Na een seizoen van overmacht kan Sven Nys ook met moordende druk omgaan. Op de ijspiste van Sankt Wendel viel hij net zolang aan tot hij iedereen uit het wiel kegelde.

Hoe snel worden woorden verdreven door de wind. Eén jaar geleden leek Bart Wellens na een tweede opeenvolgende wereldtitel definitief voor een nieuw tijdperk te zorgen in het veldrijden. Paul Ponnet, de trainer van Wellens die zich graag voedt aan de bron van de wetenschap, declameerde dat zijn beschermeling nog vier jaar lang vooruitgang zou boeken “omdat hij een mager trainingsverleden heeft en zijn lichaam verschrikkelijk belastbaar is.” En Danny De Bie, de anders nooit met forse uitspraken uitpakkende ploegleider van de Kempenaar, riep versteld te staan van de kracht die Wellens had bijgewonnen en voorspelde dat hij ook in de toekomst alle oppositie zou wegblazen. Inclusief Sven Nys, die in Pont-Château moreel ontredderd had opgegeven en van wie De Bie wist dat hij niet meer kon verbeteren. In een ploeg die helemaal op de weg focuste, liet de begeleiding van Nys – zo vond De Bie – te wensen over. Hij stelde een scherpe diagnose : “Sven heeft nood aan mensen die hem rust geven, hij is veel te gestresst.”

Na een lange zomer zonder wedstrijden op de weg maakte Sven Nys zich in september klaar voor een nieuwe campagne in het veld. In een interview met Sport/Voetbal Magazine (nummer 39 van 22 september 2004) profeteerde Nys : “Ik weet zeker dat er nog jaren komen waarin ik beter zal presteren dan Bart Wellens.” Hij keek toen al vooruit naar het WK (“Een wereldtitel is het enige dat mijn carrière perfect kan maken”) en vertelde stralend van zelfvertrouwen dat hij zijn trainingsaanpak bijstuurde : hij had, naast een reeks intervaloefeningen, twee keer per week tien kilometer gelopen, waardoor hij niet meer opzag tegen crossen waarin hij veel van de fiets moest. In het veldritmilieu werd er hier en daar gegniffeld. Nys, zo meenden sommigen te weten, zou absoluut niet opgewassen zijn tegen de met veel meer klasse begiftigde Bart Wellens. Uit zijn motor viel echt niet meer vermogen te halen.

Zou er nog iemand aan deze voorspellingen hebben teruggedacht toen Sven Nys zondag in Sankt Wendel een veel te grote regenboogtrui aantrok ? Na een wedstrijd die de allure aannam van een thriller hield hij zijn zenuwen uiteindelijk het best onder controle. In een seizoen waarin hij een verpletterend overwicht etaleerde, werd Nys de hele tijd geconfronteerd met de vraag of hij na zes mislukte aanlopen eindelijk de wereldtitel zou pakken bij de profs. En als iemand bij wijze van vergetelheid dit thema niet aansneed, begon Nys er zelf over. Na een indrukwekkende reeks overwinningen vertelde hij dat het missen van een wereldtitel voor hem absoluut geen afbreuk zou doen aan een glanzende campagne. Hij probeerde op die manier zichzelf niet onder druk te zetten. Insiders wisten echter beter : het wereldkampioenschap was voor Sven Nys een obsessie. Met een verbale agressie die niet bij hem past, pompte de nochtans altijd door bloednuchtere mensen omringde Nys zichzelf op. Eén dag voor de wedstrijd liet hij snoevend horen dat het zijn fout niet zou zijn als de wedstrijd tot een saai kijkstuk zou uitgroeien.

De manier waarop Nys in Sankt Wendel won, toonde – meer dan in welke andere wedstrijd dan ook – welke (mentale) progessie de Balenaar deze winter boekte. Na een lekke band volstonden een spervuur van demarrages niet om de opponenten terug te slaan. Vroeger gierden in dat soort omstandigheden de zenuwen door Nys’ lichaam. In zijn tijd bij de amateurs zocht Nys zelfs een psychologe op die hem via ademhalingstechnieken en relaxatie-oefeningen leerde hoe hij de extreme druk kon controleren. Dat lukte slechts moeizaam. Op belangrijke momenten bleef Nys last ondervinden van faalangst. Dat botste diametraal met de rust die op andere momenten altijd zijn houvast vormde, met de regelmaat waaraan hij zich als onvervalste traditionalist vastklampte. Wanneer die overboord werd gegooid, raakte Nys uit balans.

Nu was er in het Duitse Saarland van een gebrek aan zelfvertrouwen niets te zien, ook al sprong het in het oog dat de Belgische kampioen bij iedere demarrage angstvallig achterom keek. Op de gladde ijspiste kon Nys zijn techniek en stuurvaardigheid showen, maar anderzijds liet de omloop hem niet toe om zijn kracht en macht aan te wenden. Toch bleef Nys aanvallen. Tot hij in de laatste ronde met de hulp van Sven Vanthourenhout alsnog Erwin Vervecken losgooide. Vreemd genoeg had Vanthourenhout, die voor het WK Vervecken als favoriet tipte, voordien de indruk gegeven vooral aan zichzelf te denken. Wat overdreven stelde Nys achteraf dat hij zijn zege voor een groot deel aan zijn Rabobank-ploegmaat te danken had. Terwijl de overwinning alleen Nys zelf toekomt. Ook na de bevrijdende wereldtitel blijft Sven Nys zichzelf : braaf en bescheiden.

Op zijn achtentwintigste is Sven Nys sterker dan ooit. Zijn basisprincipes bleven dezelfde als vroeger : discipline, op tijd slapen, hard trainen en letten op de voeding. Door een aanpassing in de trainingsmethodiek werd hij beter in het lopen en derhalve completer. Hij verhoogde ook zijn explosiviteit, die was afgebot omdat hij in de zomer op de weg vaak te lange wedstrijden reed. Bovendien schafte Nys zich ook een lagedrukkamer (kostprijs : 22.500 euro) aan, waardoor hij een ander gevoel in de benen kreeg en veel efficiënter fietste.

Het maakte van Nys een andere renner : hij is zelfverzekerder, neemt in de wedstrijden meer initiatief en steekt ook daarbuiten zijn nek uit. Toen de UCI liet horen het totale prijzengeld dat verbonden is aan de wereldranking drastisch in te krimpen, riep Nys op tot actie. Het zou een paar maanden geleden nog onmogelijk geweest zijn.

De wereldtitel van Sven Nys kan met het oog op volgend seizoen een stimulans vormen voor Bart Wellens. De uittredende wereldkampioen begon na een slechte zomer zonder fundament aan het seizoen en betaalde daar maanden lang de tol voor. Hij slaagde er niet in zijn lichaam te controleren, laat staan te sturen. Na twee succesrijke seizoenen miste Wellens de prikkel om er nog eens alles voor te doen. Dat wordt straks anders. Nu er ook vanuit het buitenland steeds meer talent doorsijpelt, moet dat voor duels vol vuurwerk zorgen. Het zal de populariteit van het veldrijden naar nieuwe hoogten stuwen. Zeker als Erwin Vervecken na een wisselvallig seizoen uit de knappe tweede plaats van zondag de energie haalt om een hele winter lang alles op te offeren voor het veldrijden. Te vaak vervalt de ex-wereldkampioen in de loop van het seizoen in laksheid. Terwijl sommige insiders vinden dat Vervecken meer intrinsiek talent heeft dan Bart Wellens.

Maar wat is talent ? Met heel weinig veel kunnen doen. Dat lukt niet meer in een sportdiscipline waarin je een uur lang in het rood moet fietsen. Alleen degenen die zich vanuit hun beroepsernst helemaal kunnen wegcijferen voor hun vak presteren. Zoals Sven Nys, de personificatie van de pure prof. Hij werd zondag beloond voor jaren van hard labeur. Dat sommigen die overwinning trachten te minimaliseren en deden alsof Nys zonder Vanthourenhout niet gewonnen zou hebben, was dan ook totaal ongepast.

door Jacques Sys

‘Sven Nys, zo meenden sommigen te weten, zou absoluut niet opgewassen zijn tegen de met veel meer klasse begiftigde Bart Wellens.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content