In de aanloop naar het WK neemt Sport/Voetbalmagazine u elke week mee in de wondere wereld van een Rode Duivel. Vandaag: hoe de technisch onderlegde Axel Witsel via Standard en Benfica bij Zenit belandde.

Een carrière bestaat uit hoogtes en laagtes. Uit keerpunten ook. We schrijven augustus 2009. Axel Witsel is de nieuwe chouchou van het Belgisch voetbal. Luiks bloed, product van de jeugdschool van Standard en door iedereen geliefd. Het Brusselse publiek, dat likkebaardend naar zijn techniek kijkt, naar zijn beheerste balcontroles en zijn vista, ziet hem ooit al bij Anderlecht spelen. Anderen gaan prat op zijn ontwikkeling en de verjonging die hij kan teweegbrengen bij de nationale ploeg. De halfbloed, het volmaakte resultaat van de liefde tussen een Luikse vrouw en een man die van Marti- nique naar Luik is geëmigreerd, heeft met zijn blauwe ogen iets van een engel, je zou hem de communie geven zonder biechten. Met zijn perfect getrimde kapsel beantwoordt hij aan het imago van het nieuwe idool, in januari 2009 bekroond met de Gouden Schoen en unaniem geloofd in het hele Belgische voetbalwereldje.

En dan is er die vreselijke 30 augustus 2009. Hij die sinds het begin van zijn prille carrière twee jaar eerder al overal in geslaagd is, schrijft zijn eerste zwarte bladzijde. Die avond gooit hij zich met de ogen dicht en het been gestrekt naar voren in een duel met Marcin Wasilewski, de harde Poolse verdediger van Anderlecht die zelf niet vies is van een elleboogstoot. Het is een beetje het duel tussen de schone en het beest. Alleen breekt die avond de schone het been van het beest. In de media ontstaat een tsunami die alles op zijn weg meesleurt. Iedereen velt er zijn oordeel over. Witsel wordt aan de schandpaal genageld en krijgt als straf een schorsing van acht wedstrijden. Wat begint als een wedstrijdfeit (een zware overtreding bestraft met een rode kaart) groeit uit tot een maatschappelijk debat. “Als je terugblikt op zijn carrière, dan kun je niet om die gebeurtenis heen”, erkent zijn vader Thierry Witsel. “Er zijn duidelijk twee Axels. Die van ervoor en die van erna.”

Gehaat

Wanneer je de foto’s van nu bekijkt, zie je een volwassene. Zijn kapsel is minder afgeborsteld, het is nu meer afro, wilder. En waar hij vroeger nooit een journalist de deur wees en op de zoveelste interviewaanvraag inging – zelfs de ochtend na zijn Gouden Schoen ontving hij ons in zijn ouderlijk huis – spreekt hij nu nog zelden met de media. Hij houdt zijn communicatie strak in de hand.

Dat hij zich zo wil beschermen is logisch, aangezien hij door Het Laatste Nieuws werd opgenomen in het lijstje ‘meest gehate personen van 2009’ naast bijvoorbeeld kindermoordenaar Kim De Gelder. Hij heeft ermee moeten leren omgaan dat de fans van de tegenstrever hem uitjouwen. Zeker de fans van Anderlecht, die in hem niet langer de briljante creatieve spelverdeler zagen die perfect in het paars-witte shirt zou passen, maar wel een vijand tegen wie men verbaal tekeer moet gaan.

“De mensen begonnen hem uit te schelden, ze kwamen zelfs stenen naar onze ruiten gooien”, vertelt zijn vader. “Ik kreeg zelf ook van alles naar mijn hoofd geslingerd wanneer ik een wedstrijdje had met mijn U11. Axel is snel volwassen moeten worden, heeft snel moeten inzien hoe de media werken. Is hij gesloten geworden? Allicht wel. Als je door de mensen wordt uitgespuwd, als je door sommigen door het slijk wordt gehaald, dan sluit je je af, denk je twee keer na en geef je nog met mondjesmaat interviews. Hij heeft uit die affaire lessen getrokken.”

Hij incasseert zonder verpinken die eerste tegenslag. “Je zag wel op zijn gezicht dat hij erdoor getekend was”, gaat zijn vader verder. “Dat heeft een aantal dagen geduurd. Nadien moet je toch weer aan de slag. Hij heeft zich mentaal goed herpakt, nadien fysiek ook, want hij was tenslotte lang geschorst. Op geen enkel moment hebben we gezegd dat hij maar beter zou weggaan om de druk van de media te ontvluchten. We hebben gewoon geïncasseerd. Door die affaire heeft hij een dikke huid gekregen. Tegenwoordig breng je hem niet snel meer uit evenwicht.”

Straatvoetbal

De zaak Witsel-Wasilewski tekende heel het Belgisch voetbal omdat ze symbolisch was voor de vergankelijkheid van roem. Voor Witsel was het immers allemaal als een droom begonnen. Voor de jongen uit Vottem die dag en – vaak ook – nacht zijn vader naar het zaalvoetbal volgde, werd de bal zijn beste bondgenoot. Hij is amper acht wanneer zijn techniek in het oog springt op de pleintjes waar hij in Vottem straatvoetbal speelt, een techniek die ook werd aangekweekt in de zaaltjes waar hij met de vrienden van zijn vader – allemaal volwassenen – tussendoor een balletje trapt.

Nog altijd maar acht zet hij zijn opleiding verder bij Visé en op zijn tiende komt hij al bij Standard terecht, de club van zijn hart. “In het seizoen 1998/99 zag ik een thuiswedstrijd van Standard”, herinnert hij zich. “Ik was onder de indruk van die vedetten: Ali Lukunku, VedranRunje, Ivica Mornar… Maar ik werd vooral betoverd door de sfeer die er in het stadion heerste. Ik weet nog dat ik tegen mijn pa zei dat Sclessin uniek is en dat ik er later wilde voetballen.”

Toch moet Standard aandringen voor hij komt. “Ze waren het jaar daarvoor al komen aankloppen,” zegt vader Thierry”, “maar toen hebben we hun aanbod geweigerd. Het aantal drop-outs in de jeugdopleiding lag vrij hoog, de club schonk jongeren weinig vertrouwen. De geruchten waren niet zo positief.” Wanneer Standard de volgende keer langskomt, besluit de familie nochtans wel op het voorstel in te gaan. “Uiteindelijk is het Axel die de beslissing heeft genomen.”

Landskampioen 2008

Zeven jaar later breekt hij de poort naar de eerste ploeg open. Na een eerste match op FC Brussels breekt hij door in februari 2007, enkele maanden na Marouane Fellaini. Met hun tweeën staan ze symbool voor de bocht die Luciano D’Onofrio genomen heeft: meer aandacht voor de jeugd, culminerend in de Académie Robert Louis-Dreyfus. Met Steven Defour als gids nemen de jongeren de macht in handen en stuwen ze Standard naar een onverhoopt succes. Een kwarteeuw na hun achtste titel spelen de Rouches voor de negende keer kampioen. “Het stadion stond op zijn kop, want het was een heel seizoen dat beslist werd. Het was zelfs een sleutelmoment in de geschiedenis van de club, mag ik wel zeggen, want die wachtte daar al 25 jaar op. Op emotioneel vlak heb ik nooit zoiets hevigs meegemaakt, ik vergeet nooit wat dat allemaal losgemaakt heeft. En bovenop de collectieve vreugde was er ook het persoonlijke besef”, vertelde Witsel in september 2008 in dit blad, enkele maanden na de titel.

Onlangs kwam hij daar nog eens op terug in het magazine Redzone: hoe het titelfeest maar niet leek te eindigen en hoe ze het gevoel hadden iets verwezenlijkt te hebben dat er echt toe deed en dat als een ploeg te hebben gedaan. Hoewel hij ondertussen Europese successen boekte, met Benfica en Zenit Champions League speelde en met de Rode Duivels de kwalificatie voor het WK afdwong, blijft hij dus de mond vol hebben over de ontroering van die 100.000 mensen in de straten van Luik. “Dat is een ijkpunt in een mensenleven”, zegt Thierry Witsel. “In de hoofden van de mensen blijft hij voor altijd een van de spelers die Standard na 25 jaar nog eens tot kampioen kroonden.”

Een beetje cool

De jeugd van Standard greep de macht. Een fenomeen dat zich niet alleen voordoet in Luik, maar in heel België. De nationale ploeg verjongt ook en andere clubs realiseren zich dat je ook kampioen kunt spelen met een jong en Belgisch elftal.

Voor Witsel betekent de titel slechts een eerste stap in zijn carrière. Hij blijft de prijzen opstapelen, Europese clubs volgen hem en een selectie voor de Rode Duivels komt er al snel. In januari 2009 krijgt hij de Gouden Schoen uitgereikt. Heel zijn familie is aanwezig. “Het is waar dat het allemaal erg snel ging”, erkent Thierry Witsel. “Dat is nu eenmaal eigen aan het voetbal. Als je een eerste keer van het eerste elftal mag proeven, wil je een tweede keer enzovoort. Vervolgens denk je: en waarom niet de nationale ploeg? Waarom niet het buitenland? Maar Axel was er niet door overdonderd. Hij heeft de gave om makkelijk van het ene naar het andere over te gaan omdat hij dat rustige kantje heeft, bedaard, een beetje cool, het ene woord dat er niet luider uitkomt dan het andere. Hij windt zich niet snel op. Zijn hoofd staat stevig op zijn schouders. Hij beleefde het allemaal voor de volle honderd procent, maar hij liet zich niet meeslepen. Het bleef trouwens maar doorgaan: eerst Rode Duivel, dan de Gouden Schoen…”

De zaak-Wasilewski doorbreekt die stijgende curve. Na zijn schorsing klaart de hemel niet meteen op voor Witsel. De scheidsrechters houden hem in de gaten en sturen hem nog enkele keren voortijdig naar de douche. Zowel bij het brede publiek als bij het scheidsrechterskorps is zijn imago besmeurd. Er wordt steeds vaker over een vertrek gesproken. Toch wil Witsel niet op de zaken vooruitlopen. Hij wil het schouwtoneel niet na zo’n gebroken seizoen verlaten en dus vat hij 2010/11 aan bij de Rouches, met de belofte dat hij aan het einde van die jaargang mag vertrekken.

Nieuwe rol bij Benfica

De komst van Roland Duchâtelet aan het hoofd van de club verandert niets aan de gedane belofte. Axel Witsel verkast naar Benfica voor 9 miljoen euro. Zijn technische voetbal past wonderlijk goed in de Portugese competitie. Hoewel de concurrentie op het middenveld niet min is, zet hij zich toch door – in een tweeslachtige rol.

Onder Michel Preud’homme was Witsel op de flank begonnen, maar al onder László Bölöni verhuisde hij naar een centrale positie. De Roemeen zei daar trouwens over: “Witsel is een speler voor de as. Verdedigend kan hij zijn waarde hebben op de flank, maar aanvallend niet. Hij is geen speler die een defensie openbreekt.”

Bij Benfica schuift hij nog wat achteruit, als een van de twee verdedigende middenvelders. Waar hij voordien de gewoonte had om te scoren en zijn goals te vieren met een vlinderbeweging voor de borst zoals Nicolas Anelka, werd hij nu een dirigent en een breker tegelijk. Voor het eerst ontdekt hij een ander soort voetbal en een andere cultuur. Hij verlaat het ouderlijke nest in Luik, al vergezelt zijn vader hem de eerste maanden om de praktische zaken te regelen. Daarna moet hij zelf de vleugels uitslaan. Na zes maanden beheerst hij het Portugees al prima. Met de club uit Lissabon speelt hij een goeie campagne in de Champions League, waarbij Manchester United in de poulefase wordt uitgeschakeld en Zenit in de achtste finales. Pas in de kwartfinales gaat Benfica eruit, tegen Chelsea.

Steun van Poetin

In dat seizoen bij Benfica toont Witsel dat hij klaar is voor een grote club. Nochtans verrast hij iedereen – en vermoedelijk zichzelf ook een beetje – door voor 40 miljoen euro een contract te tekenen bij Zenit. Binnen de Russische club beginnen sommigen zich meteen te roeren. Vaste waarden als Igor Denisov en Aleksandr Kerzjakov hebben kritiek op de komst en vooral de salarissen van Witsel en Hulk. “Ik hoorde ook die kritieken,” zei Witsel in april vorig jaar in dit blad, “maar toen heeft een beroemdheid mij een handje geholpen: Vladimir Poetin nam het openlijk voor mij op. Hij beweerde dat Zenit gelijk had dat ze zo veel voor mij betaalden en dat de nieuwe spelers de club nog zouden helpen groeien.”

“Die polemiek is snel uitgedoofd”, vertelt vader Thierry. “Hij heeft zich wel moeten aanpassen aan weer een ander soort voetbal. Hij viel eigenlijk van het ene uiterste in het andere, van de Latijnse inslag naar een veel fysieker voetbal met slechts af en toe een persoonlijke flits. Hier krijgt hij te maken met spelers die van de eerste tot de laatste minuut knokken en niet aflaten. Niettemin heeft hij zich vrij snel geïntegreerd. Hij vond bondgenoten bij de Portugees sprekenden Hulk, Neto en Danny en bij Nicolas Lombaerts. Eigenlijk was het voor hem daar gemakkelijker dan in Lissabon, waar hij niemand kende.”

Waakhond van Wilmots

In Rusland wordt Witsel geconfronteerd met eindeloos reizen en een hevig patriottisme. “Na onze wedstrijd in Vladikavkaz waren we onderweg van het stadion naar de luchthaven toen onze bus midden in de nacht plots stopte bij een kerkhof. Daar lagen de kinderen begraven die omkwamen bij de gijzeling in de school in Beslan”, herinnert Witsel zich. “De delegatie van Zenit stopt daar elk jaar. Het was heel, heel emo-tioneel. Vreselijk. Er hingen foto’s van de slachtoffers. Ik heb een gebed gezegd en ben met een klein hart weer in de bus gekropen.”

Mettertijd, en niettegenstaande het feit dat hij in een minder mediagenieke competitie voetbalt, is de weg steeds omhoog gelopen voor Witsel. Marc Wilmots maakte van hem zijn technische regisseur, zijn nummer 6, de waakhond op het middenveld. De vorige week ontslagen Luciano Spalletti zette hem daarentegen een rijtje hoger. “De bondscoach zette mij daar en ik denk dat hij gelijk heeft. Om daar te kunnen spelen moet je een goede techniek hebben en het spel kunnen sturen. Dat vindt hij bij mij allemaal terug. Ik bouw op, ik kom veel aan de bal, ik probeer een leider te zijn.”

Doorheen de jaren is Witsel nooit van het mooie voetbal afgestapt. Meer dan een ander weet hij zich elegant te bewegen. Voetbal krijgt op die manier iets artistieks en net als een schilder die de laatste penseelstreken juist wil hebben, blijft Witsel naar de perfectionering van zijn techniek zoeken. Wanneer hij op een dag dan ook de kans krijgt om met Diego Maradona en Ziné-dine Zidane samen te spelen, is dat een beetje als de leerling die op visite mag bij de meester. “Je wordt meegesleept door zijn charisma, zijn techniek en zijn kracht”, zou hij over Maradona zeggen. En over Zidane: “Je weet nooit of je naast hem iets in de pap te brokken zult hebben of dat hij de wedstrijd op zijn eentje draagt.” Ooit zal er op diezelfde manier misschien een jonge speler trots zijn dat hij naast Witsel het veld op mag.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

“Door de zaak-Wasilewski heeft Axel een dikke huid gekregen. Tegenwoordig breng je hem niet snel meer uit evenwicht.” Thierry Witsel

“In de hoofden van de mensen blijft hij voor altijd een van de spelers die Standard na 25 jaar nog eens tot kampioen kroonden.” Thierry Witsel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content