In de aanloop naar het WK neemt Sport/Voetbalmagazine u elke week mee in de wondere wereld van een Rode Duivel. Vandaag: hoe Koen Casteels via Betekom en RC Genk uiteindelijk bij het Duitse TSG 1899 Hoffenheim eerste doelman én international werd.

Op de leeftijd van amper vier en een half is Koen Casteels al terug te vinden op de voetbalvelden van KAC Betekom, een deelgemeente van Begijnendijk, in de Zuiderkempen in Vlaams-Brabant. Eigenlijk de schuld van zijn twee jaar oudere broer Matthijs, die via school en met gemeenschappelijke vrienden de perfecte aantrekkingspool vormde. Maar net zo goed hadden de jongens een andere uitlaatklep gevonden, want vooral moeder Katleen stond erop dat de kinderen gingen sporten. Naast het inlineskaten hadden de broers Casteels ook aanleg voor tennis, want ze speelden later nog heel goed in de interclubcompetitie.

Voor het voetbal was er echter een probleem: de jongste Casteels moest meer dan een jaar geduld oefenen vooraleer hij zijn eerste wedstrijd mocht afhaspelen, want de toenmalige sportief verantwoordelijke hield streng maar correct vast aan de beginleeftijd van zes jaar. Een aansluitingskaart weigerde hij consequent uit te schrijven.

Identiteitspasje mee

“Koen begon als linksback”, herinnert Matthijs zich, want ze speelden – ondanks het leeftijdsverschil – veelal in dezelfde ploeg. Een talentvolle generatie van drie sterke lichtingen, die weinig tegenstand kende en de meeste opponenten opzadelde met hoge eindscores. “Koen was eigenlijk een voetballer die niet graag liep”, weet vader Guy. Daarom werd Casteels tussen zijn zevende en achtste ingeschakeld bij het systeem van een helft te spelen en de rest van de wedstrijd in doel te staan. “Door hun dominantie was hij echter vaker de libero dan de keeper”, aldus Guy. De toenmalige coach was een fervente aanhanger van de Nederlander Frans Hoek, die bij Ajax het systeem introduceerde van de meevoetballende doelman. Als gevolg van die aanpak had Koen Casteels het geluk dat de coördinatie van zijn voetenwerk sterk verbeterde. “Die man was zeer streng en benadrukte constant de discipline”, zegt Matthijs.

Toch waren de eerste idolen van Koen Casteels veldspelers. Het WK van 1998 in Frankrijk werd op tv gevolgd en nagespeeld in de grote tuin van de familie. Vader Guy had zelfs eigenhandig ijzeren doelen geconstrueerd: eerst die met de afmetingen van het zaalvoetbal, later die van het veldvoetbal. Vandaag is dat doel terug te vinden in Herent, bij een jonge en onvoorwaardelijke fan van Koen Casteels. De plezantste momenten werden beleefd als het gras goed nat lag. Een Braziliaans truitje hoorde er in 1998 gewoon bij, net als het gladgeschoren kopje van Ronaldo, alhoewel Koen ook bewondering toonde voor de traptechniek van linkerverdediger Roberto Carlos. “Hij probeerde die constant te imiteren”, beweert Guy. “Alle vrije trappen vanaf de middenlijn, op de duiveltjesterreinen, nam hij voor zijn rekening.” En Matthijs verklapt nog een geheim. “Aangezien Koen als een van de weinigen de bal van de grond kreeg, gebeurde het veel dat zijn corners rechtstreeks aan de tweede paal binnen gingen. Een stevige supporter van David Beckham…”

De jongste Casteels viel toen al op door zijn rijzige gestalte, wat ervoor zorgde dat moeder Katleen haar voorzorgen moest nemen bij jeugdtoernooien of de scholenloopcross. “Ik had altijd zijn identiteitspasje mee, om toch maar te kunnen aantonen dat hij wel degelijk tot de juiste leeftijdscategorie behoorde”, lacht ze daar nu nog mee. “Je kunt je echt niet voorstellen tot welke discussies dat soms leidde met andere ouders.”

De uitstekende prestaties van de broers Casteels bij KAC Betekom sprongen in het oog bij talentscouts. Spontaan ontstond er interesse vanuit Lierse en KV Mechelen, waar Matthijs testtrainingen ging afleggen, terwijl Koen hetzelfde deed bij Anderlecht. Alleen vonden de ouders het mentaal nog te vroeg om als jong gastje van amper negen al te kiezen voor een eersteklasser, want ook Genk had zich aangemeld. Er werd een mooi compromis gesloten: een jaartje nog bij de jeugdvrienden vertoeven, weliswaar in een jeugdcategorie hoger als doelman (maar uiteindelijk meer als laatste man). Paul Meynckens nam samen met zijn tweelingzonen Stijn en Carlo de opleiding van Koen en zijn kameraden op zich. Toch voelde Koen dat hij stilaan aan zijn limiet zat bij zijn club van herkomst. De lat moest duidelijk hoger, wilde hij zijn droom – profvoetballer worden – realiseren.

Faris Haroun

Er werd voor geopteerd om pas op tienjarige leeftijd de overstap te maken naar de jeugdopleiding van RC Genk. “Net op het moment dat de nieuwe jeugdaccommodatie aan de Cristal Arena af was”, weet Guy nog. “Echt top. Bovendien bleek dat praktisch en realistisch gezien het enige haalbare, want die kwamen met een busje tot in Aarschot, aan de carpoolparking.” Toch schrok moeder Katleen stevig toen ze de eerste maal daar Koen afzette voor een traject van ongeveer zestig kilometer. “Het zat helemaal vol en kwam al van Brussel. Op de eerste rij zat Faris Haroun. Echt een koddig zicht, zo’n donker ventje met grote oren. Maar ook Brahim Hacene, nu de dokter van OHL. Ik dacht toen eventjes: o my god, moet ik mijn kleine man meegeven tussen al die grote beren? Maar Koen vond dat keiplezant, hij ging altijd met volle goesting mee.”

Opvallend was wel dat Koen Casteels vanaf het begin duidelijk had gemaakt dat zijn studies primeerden. Daardoor miste hij soms gedwongen enkele trainingssessies. “Een heel bewuste redenering: de school bleef voor hem het allerbelangrijkste”, beweert Matthijs. “Hij wilde absoluut de topsportschool afmaken en dat a.s.o.-diploma halen. Als er examens waren, dan moesten zelfs de trainingen van de A-kern even wijken. Dat gestructureerde en perfectionistische trekje zit nog altijd in hem. Die enorme drive typeert Koen. Ook toen we in de tuin voetbalden. Koen wilde niet stoppen tot hij de perfecte bal had getrapt of gestopt. Als de bal dan ergens ver weg lag, dan was het meestal omdat hij had verloren. Koen wilde alles goed kunnen.” Mocht het profvoetbal niet gelukt zijn, dan had de keeper nog een andere optie achter de hand. “Net zoals zijn broer wilde hij kinesist worden”, oppert moeder Katleen. “Je merkt het: Matthijs is én blijft het grote voorbeeld.”

In de academie van Genk stootte Casteels met Gilbert Roex op de juiste man als doelmannentrainer. “Simpelweg dé beste”, vertelt Guy. “Voor Koen naar Genk trok, lag hij op de grond en raakte hij met veel moeite recht. Gilbert benaderde alles heel rustig. Hij benadrukte constant dat er nog veel werkpunten waren, maar dat onze jongen tegen zijn achttiende de achterstand zou hebben ingehaald. Hij kreeg gelijk. Gilbert was niet altijd de gemakkelijkste door zijn strengheid, maar op een aanvaardbaar niveau, dus rechtvaardig. Zijn boodschap kon hij perfect overbrengen, op vaderlijke wijze.” Katleen vult snel aan: “Gilbert was geen bruller of roeper. Hij kneedde een band met zijn keepers en vocht voor hen. Als er eentje afviel, dan was hij daar kapot van. Alles gebeurde heel technisch, geen enkel detail ontging hem. Het positiespel werd zelfs met videobeelden geanalyseerd. Echt een gouden kerel.”

Zinédine Zidane

Met leeftijdsgenoot Thibaut Courtois zat er bij de jeugdreeksen van Genk nog een stevig keeperstalent. “Meestal speelden ze van de U10 tot de U14 om de beurt een wedstrijd”, oppert Guy. Vanaf de U14 werd Koen echter meteen doorgeschoven naar de U16, omdat hij lichamelijk iets sneller zijn groeischeut kreeg. “Maar tussen die twee klikte het altijd heel goed. En nog steeds, dat is zoals vroeger. Eigenlijk moeten we heel tevreden zijn dat ze elkaar naar een hoger niveau stuwden. Een groot geluk eigenlijk. Bovendien was het voor Genk niet zo makkelijk om beiden tevreden te houden. Koen is het rustige type, heel nuchter, gedecideerd en bescheiden. Je kunt hen totaal niet vergelijken, niet qua persoon noch als keeper. Onze Koen zal nooit uitpakken met spectaculaire saves, maar altijd streven naar efficiëntie en onmiddellijk rendement.”

Hét sportieve topmoment beleefde Koen Casteels in september 2004, toen hij via de Belgische scholenfederaties SVS en FRSEL in Parijs mocht meedoen aan de Danone Nations Cup. “Daar is hij nog altijd bijzonder trots op, Koen beschouwt dat als een hoogtepunt”, oppert Katleen. België eindigde er als vijfde op tweeëndertig teams, maar de Rode Duivel werd er in het Prinsenpark van Parijs uitgeroepen tot beste doelman en kreeg zijn trofee uitgereikt door Zinédine Zidane. “Een perfecte bekroning. Die finale werd gevolgd door 25.000 personen, heel Parijs hing vol affiches”, grijnst Guy. “Koen had het voordeel dat hij tegen Frankrijk twee penalty’s had gestopt. En eerder had hij vaak de nul gehouden.”

Als gevolg daarvan kwam Casteels op de radar van Lille OSC. “Maar dat bleek voor ons een stap te ver. Het hoofd koel houden was de boodschap”, vindt Guy nog altijd. “Wij wilden ook nooit dat Koen bij Genk naar een gastgezin trok. Hij moest hier thuis zijn verhaal kunnen doen. Wij zouden hem wel opvangen. Vervreemding, dat kon en mocht niet. Wij staan garant voor huiselijke warmte. Koen heeft tot op vandaag nog altijd die behoefte om terug te vallen op zijn directe omgeving. Maar ook dan moet alles tot in de puntjes geregeld zijn en houdt hij vast aan een strikt tijdschema.”

Jos Beckx

Op zijn zestiende kreeg Koen Casteels bij RC Genk een eerste echt contract. “Via Willy Reynders kreeg hij een standaardovereenkomst voor jeugdspelers”, gaat vader Guy verder. “Wij waren oprecht blij, want onze zoon kreeg de kans zich te bewijzen bij de top van België. Dan moet je niks willen, hé. Koen zat bij de beloften, die werden getraind door Ronny Van Geneugden. Een kampioensploeg, met onder anderen Davino Verhulst, Christian Benteke, Arne Nilis, Dimitri Daeseleire, Hannes Meeus, Pieter Nys, David Hubert, Kevin Kis, Robin Henkens en Jelle Vossen.”

Een bijkomend gebaar volgde, want met Jos Beckx werd voor Jo Coppens en Koen Casteels door Reynders een extra doelmannentrainer ingeschakeld. De Limburger werd erbij gehaald om de overgang van de jeugd naar de A-kern te vergemakkelijken. “Ik spreek liever over een muur dan over een barrière waar ze door moesten”, vertelt Guy. “Jos brak hen beiden af tot op de grond, om later herstelwerken uit te voeren. Koen kwam veel met de tranen in de ogen thuis. Zijn linker- en rechterzijde lagen vaak volledig open, door constant te moeten duiken. Een periode van serieus puffen en blazen. Jos wilde hen met de voeten op de grond zetten. Was Gilbert op een bepaald moment te braaf, om zijn gasten te beschermen, dan bleek Jos keihard. Klonk het niet, dan botste het. Maar na amper een maand was Koen al aangepast. Tegen Standard pakte hij zo eens een bal vlak naast de paal, hetgeen ik amper kon geloven.”

Echt zich volledig kunnen lanceren bij Genk, dat lukte niet voor Koen Casteels. Een keerpunt volgde in 2011. Nu nog altijd wordt met een beschuldigende vinger gewezen in de richting van toenmalig hoofdtrainer Frank Vercauteren. “Koen had er geen fout aan en Genk kon er zelf weinig aan doen en heeft minstens evenveel spijt van hoe alles liep”, bevestigt oud-doelman en zaakwaarnemer Nico Vaesen. “Als een coach het niet ziet in een bepaalde voetballer, dan houdt het snel op. Frank had zijn keuze gemaakt en wilde daar verder niet over communiceren. Vercauteren had andere opties en Koen was daar niet bij. De slotsom van het hele verhaal was dat het ons beter leek andere oorden op te zoeken. Genk zette alle middelen in om Koen te houden, maar het sportief verhaal was gewoon voorbij.” Zelfs de jeugdvoorzitter stond perplex toen vader Guy in een ultiem gesprek een papiertje bovenhaalde met de juiste statistieken. “Je kon toch niet over progressie spreken als hij meer in de tribune zat dan op de invallersbank? Hij was de toekomstige doelman van Genk, hé. Koen speelde in zijn laatste seizoen slechts acht keer voor de beloften en zat even vaak op de bank. Dat was toch de druppel. Daaruit trok ik mijn conclusies. De verdienste van Vercauteren was dat onze zoon compleet aan de grond zat. Koen bleef hangen in zijn ontwikkeling. Maar ik koester helemaal geen wrok tegenover Genk als club.”

Blindelings vertrouwen

Even leek OHL een piste, door de aanwezigheid van Ronny Van Geneugden – die Koen Casteels bij de A-kern van RC Genk had gebracht. Maar uiteindelijk haalde Hoffenheim het, door een project op lange termijn, dat werd voorgesteld door hun coach Ralf Rangnick en de Hongaarse doelmannentrainer Zsolt Petry (ex-AA Gent). “Die deden bijzonder veel inspanningen en toonden een blind vertrouwen”, beweert Vaesen. “Ze duwden echt door, het zorgde ook meteen voor een goed gevoel. Petry maakte zijn huiswerk goed. Hij kwam incognito viermaal naar Genk, zette zijn muts op en volgde van achter een boom de training. Daar werd dus helemaal niet over één nacht ijs gegaan.”

Via een seizoen bij de amateurs, de U23, werd Koen Casteels klaargestoomd voor het eerste elftal, waar hij sinds vorig seizoen de concurrentiestrijd moest aangaan met te duchten opponenten alsvoormalig Duits international Tim Wiese, de Braziliaan Heurelho Gomes en Jens Grahl. Ondanks het feit dat Hoffenheim moeite ondervindt om defensieve stabiliteit te creëren, kon er Casteels weinig worden aangewreven bij de vele tegendoelpunten. Meer zelfs, na een poging tot taekwondo werd onze landgenoot aangepord om kickbokslessen te volgen. Op die manier hopen ze zijn agressiviteit op een gezonde manier te verhogen. “Koen blijft garant staan voor soberheid”, weet Matthijs. “Hij zal zijn verdedigers nooit uitkafferen”, zegt Guy. “Een minzaam persoon, de kalmte zelve”, bevestigt Katleen.

De tevredenheid in Sinsheim is groot, in november vorig jaar werd zijn verbintenis opengebroken tot 2017. Even daarna kreeg hij van trainer Markus Gisdol wel twee weken mentale rust, maar sinds de winterstop mag Casteels zich opnieuw de nummer een noemen. “Hij is en blijft de jongste titularisdoelman van de hele Bundesliga”, zegt zijn moeder trots. “Koen incasseerde al veel slagen, wat frustratie kan opwekken, maar het maakt hem completer als doelman”, komt Vaesen er even tussen. “Als hij geen fouten meer begaat, dan heeft hij nu al de kwaliteiten voor Barcelona. Ik zie geen gebogen keeper staan, eerder een zelfverzekerde volwassen goalie met de borst vooruit. Een persoonlijkheid, er staat iemand. Zijn vooruitgang op hoge ballen zit heel goed. Als hij door de bondscoach wordt beloond met een WK-selectie, dan is dat de perfecte stimulans. Marc Wilmots was ooit een Kampfschwein en werd geprezen om zijn mentaliteit. Hij weet goed welk vlees hij in de kuip heeft met Koen, qua mens en doelman. Een op en top prof én een groepsdier.”

door Frédéric Vanheule – beelden Belgaimage

“Vervreemding, dat kon en mocht niet, wij staan garant voor huiselijke warmte.” Vader Guy

“Koen is een minzame jongen, de kalmte zelve.” Moeder Katleen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content