De laatste keer dat België aan een groot toernooi deelnam, was op het WK 2002 in Zuid-Korea en Japan. De Rode Duivels werden er uitgeschakeld door Brazilië, uitgerekend het land waar het straks allemaal moet gebeuren. En uitgerekend met een hoofdrol voor Marc Wilmots, de man die ons daarheen moet leiden. Reconstructie van een merkwaardig WK.

Kent u het humoristische televisieprogramma ‘Wat als?’, een aaneenschakeling van sketches vertrekkend vanuit die hypothetische stelling? Wel, dezelfde vraag zoemt nog steeds door de gedachten van enkele Belgische ex-internationals. Meer bepaald zij die erbij waren op 17 juni 2002 in het Japanse Kobe. Het België van bondscoach Robert Waseige gaf er Brazilië partij. Ronaldo, Rivaldo en de andere Goddelijke Kanaries golden als een van de toernooifavorieten, de Belgische delegatie daarentegen werd verteerd door communautair gekibbel en geraakte maar nipt – als tweede achter groepsleider Japan – door de poulefase.

Een traditioneel potje vechten tussen David en Goliath. Dacht men. Maar Brazilië startte ronduit nonchalant en speelde aan een veel te laag tempo, de Belgen profiteerden en zetten de Braziliaanse vedetten onder druk. Minuut 35: rechtsachter Jacky Peeters zwiept de bal richting penaltypunt, Marc Wilmots klimt hoger dan Roque Junior en kopt de bal loepzuiver voorbij een verbauwereerde doelman Marcos. De verrassing in de ogen van de Brazilianen is duidelijk merkbaar. Maar dan blijkt het doelpunt te zijn afgekeurd: scheidsrechter Peter Prendergast heeft een duwfout gezien van Wilmots. Een totaal onbegrijpelijke beslissing, zo zouden de internationale media achteraf in koor besluiten. Na die wake-up call veerde Brazilië op, Rivaldo en Ronaldo zorgden voor een 2-0-einduitslag. Later zou Brazilië nog Engeland, Turkije en Duitsland kloppen op weg naar een vijfde wereldtitel.

Mijmeringen

Jacky Peeters, tegenwoordig zelfstandig ondernemer en niet meer actief in het voetbal, is een van die ex-Rode Duivels die met gemengde gevoelens terugdenken aan die 17 juni 2002. “Dat WK was een van de mooiste momenten in mijn carrière, maar de wrange nasmaak proef ik nog altijd. Die zal nooit verdwijnen”, erkent hij. “Altijd keert die vraag terug: wat als? Want we hadden Brazilië kunnen verslaan, wij waren de betere ploeg. En als je weet dat Brazilië dat WK uiteindelijk wint, tja… We waren echt aan het groeien in het toernooi. Net zoals dat met de Rode Duivels in Mexico ’86 gebeurde. Het begon in onze kopjes te spelen: wij konden de ploeg van Japan 2002 worden. Maar die droom heeft Prendergast ons ontnomen. Van de 23 jongens die er in Zuid-Korea en Japan bij waren, zal er niemand ooit die naam vergeten.”

De voormalige rechtsachter van onder andere RC Genk, Arminia Bielefeld en AA Gent herinnert zich de fase ook nu, tien jaar later, nog levendig: “Ik trapte de voorzet, Marc was gewoon vroeger in de lucht dan Roque Junior en won daarom het duel. Daar was helemaal niets fout aan, zulke duels gebeuren in Engeland constant. Ik weet nog goed dat ik mij meteen omdraaide naar de bank om te vieren, tot ik plots doorhad dat er gefloten was. Een beslissing van Prendergast zelf, niet van zijn lijnrechter. Hij floot direct, dat kun je niet zo snel als je eerst op de reactie van je lijnrechter moet wachten.

“Het was een vergissing van de scheidsrechter en daar hebben wij een zware tol voor moeten betalen. Je merkte wel dat Prendergast opkeek naar de Brazilianen. Let op, wij waren vooraf ook onder de indruk van al die grote namen bij Brazilië: Ronaldo, Ronaldinho, Rivaldo, Roberto Carlos… Maar op het veld moet je dat van je afschudden. Zeker als scheidsrechter moet je toch neutraal zijn, en dat was Prendergast naar mijn mening niet. Wij hadden het gevoel dat we als klein landje benadeeld werden, ja. Iedereen verwachtte dat Brazilië zou doorgaan, hé.”

Wesley Sonck mocht in de 72e minuut invallen tegen de Brazilianen, als bijkomende spits in plaats van Jacky Peeters. Sonck: “Het halen van de tweede ronde was ons doel, daarin waren we geslaagd. We konden vrank en vrij voetballen. We merkten dat Brazilië ons onderschatte of een slechte dag kende. Wilmots en Mbo Mpenza waren in die match outstanding, maar heel de ploeg werkte hard.

“Bij die goal van Wilmots was er weinig aan de hand. De hele bank reageerde vol ongeloof toen bleek dat Prendergast die goal afkeurde. Maar ik vind dat het weinig zin heeft daarover te blijven mijmeren, je kunt de klok toch niet meer terugdraaien. Ik kan mij wel inbeelden dat het voor Marc een beetje anders lag. Hij was de absolute uitblinker in onze ploeg en hij was ook al 33, het WK was zijn laatste grote kunststukje. Als die droom dan op zo’n manier van je ontnomen wordt, is dat frustrerend.”

Amateurisme van de FIFA

Het WK in Japan en Zuid-Korea was er een van uitzonderlijk veel contestaties inzake scheidsrechterlijke beslissingen. Vooral Italië mocht zich meerdere keren naar de klaagmuur begeven. In de wedstrijd van de achtste finales tegen thuisland Zuid-Korea bijvoorbeeld slaagde de Ecuadoriaan Byron Moreno erin om Francesco Totti al te lichtzinnig uit te sluiten voor een schwalbe en keurde hij in de verlengingen een golden goal van Damiano Tommassi onterecht af.

Hetzelfde overkwam Spanje, dat in zijn kwartfinale tegen (alweer) Zuid-Korea een golden goal van Fernando Morientes in de extra tijd geannuleerd zag door de Egyptische scheidsrechter Gamal Ghandour. En dan is er natuurlijk de blunder van Prendergast tijdens Brazilië-België. Toch dit terzijde: al te vaak wordt vergeten dat zulke dwalingen ook een voordeel opleveren… het hangt er maar vanaf aan welke kant je supportert. Zo mogen we niet vergeten dat bijvoorbeeld Joeri Doepanov (later assistent bij de wedstrijd tussen de Belgen en de Brazilianen) in de poulefase een flater beging… in het voordeel van de Belgen. In de openingsmatch tegen Japan vlagde hij een winnend doelpunt van Japan af voor vermeend buitenspel. Verkeerdelijk, zo zou blijken. Zonder die fout van Doepanov had België wellicht niet eens de groepsfase overleefd. Het is een voorbeeld van ‘wat als’, maar dan in omgekeerde zin.

Wel stelde het WK 2002 één zaak duidelijk aan de kaak: de kwaliteit van de arbitrage op een WK. Tot dan toe bepaalde het FIFA-reglement immers dat er op een WK slechts één scheidsrechter per land afgevaardigd mocht worden. Gevolg: een allegaartje van nationaliteiten, de ene met nog minder internationale ervaring dan de andere.

De Nederlandse sportjounalisten Tom Knipping en Iwan van Duren hebben er in hun boek Voetbal en maffia een heel hoofdstuk aan gewijd. Frappant is bijvoorbeeld de passage over de Chinese scheidsrechter Lun Ju in het boek. Lun Ju (tweemaal verkozen tot Aziatisch scheidsrechter van het jaar) werd in februari van dit jaar veroordeeld tot vijf jaar celstraf. Lun Ju leidde op het WK 2002 twee wedstrijden, Kroatië-Mexico en Polen-VS, en zou die allebei verkocht hebben.

De reden tot die praktijken ligt volgens Van Duren en Knipping in het feit dat er te veel verschil zat inzake de professionaliteit van de door de FIFA aangeduide scheidsrechters. In Europa worden die aanzien als profs en ook navenant verloond, in werelddelen als Azië, Zuid-Amerika of Afrika is dat helemaal niet het geval, wat de deur voor mogelijke beïnvloeding al openzet. Los daarvan was het ook gewoon een amateuristisch gedoe.

Zo getuigt bijvoorbeeld de Nederlander Jaap Pool, op dat WK actief als assistent. Hij stond aan de zijde van Lun Ju in de gefikste wedstrijd tussen Polen en de VS. “Normaal probeer je een team te vormen, maar dat was toen totaal niet aan de orde”, vertelt hij in Voetbal en maffia. “Niemand sprak Engels. Ik ben daar afgeknapt op de FIFA. Ik kon niet begrijpen dat het allemaal zo amateuristisch was geregeld. Ze dachten gewoon: we pakken iemand uit Azië, iemand uit Zuid-Amerika en iemand uit Europa. Dan is iedereen tevreden.”

Ook de richtlijnen voor de scheidsrechters bleken constant te wijzigen. “In april 2002 waren we een week in Seoul voor instructies. Die bleken in juni weer anders. Een collega zei daar wat van. De FIFA antwoordde: ‘Dat was april, nu is het juni.’ Dat zoiets kan op een WK, dat krijg ik op verjaardagsfeestjes niet uitgelegd”, aldus een hoofdschuddende Jaap Pool.

Los van de discussie over de integriteit van Peter Prendergast verklaart die getuigenis van de Nederlandse lijnrechter wel iets over de vele foute beslissingen op het WK 2002. In de wedstrijd Brazilië-België bestond het scheidsrechterlijke team uit een Wit-Rus (Joeri Doepanov), een Jamaicaan (Peter Prendergast), een Japanner ( Toru Kamikawa) en iemand uit de Malediven ( Mohamed Saeed). Inzake onderlinge communicatie lijkt dat niet de vlotste combinatie.

Prendergast kreeg nochtans een positieve evaluatie van de FIFA-waarnemers na dat WK. Het feit dat Prendergast nadien nog opgeroepen werd voor het WK 2006 – maar door een blessure in extremis moest afhaken – en na zijn verplicht pensioen als FIFA-instructeur voor de scheidsrechters in de CONCACAF werd aangesteld, bewijst dat de wereldvoetbalbond altijd het vertrouwen in hem is blijven behouden. De beslissing van Prendergast werd door Sepp Blatter en de FIFA nooit als fout erkend. Misschien doen de Belgen dat ook best, of het blijft een levenslang trauma. Wesley Sonck geeft het voorbeeld: “Op elk groot toernooi gebeuren scheidsrechterlijke blunders, ook nu nog. Ik heb dat WK ondertussen een plaats gegeven.”

Een andere remedie is natuurlijk dat Wilmots en zijn jonge Rode Duivels straks gewoon Brazilië halen en daar ‘de ploeg van Brazilië 2014’ worden. Dromen mag.

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Wij waren tegen Brazilië de betere ploeg. Als je dan weet dat zij uiteindelijk dat WK winnen…” Jacky Peeters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content