Zondag staat Maaseik

tegen het verrassende Averbode voor de negentiende keer in de bekerfinale, ‘een wedstrijd die je, als je ze niet wint, beter niet speelt.’

Achttien finales, elf keer winst. Zo zag voor dit seizoen het ongeëvenaarde bekerpalmares van Maaseik eruit. Dit weekend kunnen de Limburgers in de Antwerpse Lotto Arena voor de twaalfde keer de beker van België winnen. Drie Maaseikse betrokkenen blikken, elk vanuit hun standpunt, vooruit op de finale tegen Averbode: trainer Vital Heynen, die in zijn derde seizoen als coach een drie op drie kan halen en als speler “ik kan niet meer precies zeggen hoeveel” bekers pakte, speler Jelte Maan, die in Nederland al één keer de cup won en dat nu voor het eerst in België kan doen, en manager René Corstjens, die er als speler bij was in de eerste (verloren) finale in 1977 en slechts tijdens één van de negentien finales niet in dienst was van Maaseik.

De trainer

Als gevolg van de drukke Europese campagne, andermaal bekroond met een plaats bij de top 16 in de Champions League, begon “het toeleven naar en het voorbereiden van de bekerfinale bij Maaseik veel later dan bij Averbode”, weet Vital Heynen. “Averbode heeft het voordeel dat ze allicht al een maand naar die wedstrijd toeleven, bij ons begint die voorbereiding enkele dagen voor de finale met een, hopelijk dan nog niet te moeizame, terugreis uit Rusland.” Heynen beseft dat Maaseik desondanks als favoriet aan de wedstrijd begint, “maar Averbode heeft de voorbije maanden aangetoond dat het geen vanzelfsprekendheid is dat wij de beker dit jaar winnen. Van de drie confrontaties tegen hen trokken we alleen in die op ons eigen toernooi aan het langste eind, en daar hadden we vijf sets nodig. Op het moment van de laatste wedstrijd die we verloren, focusten we ons op Odintsovo, maar toen ze in Maaseik kwamen winnen, waren we op volle sterkte.”

De coach vreest niet dat zijn team door de twee eerdere nederlagen tegen Averbode twijfelt over een goede afloop zondag. Hij bekijkt het filosofisch. “Ik heb liever dat mijn spelers voor de wedstrijd twijfelen en na de wedstrijd zegezeker zijn dan omgekeerd. Als je in sport denkt dat je gewonnen hebt, dan ben je verloren. Ik hou niet van een groep die té zelfverzekerd is, dan heb ik liever wat onzekerheid zodat we scherp staan. Een gebrek aan zelfvertrouwen kennen we echter niet, we zetten dit seizoen genoeg positieve resultaten neer om te weten wat we kunnen.”

De beker winnen dus en “dat is iets moois. Een kampioenschap rekt zich veel langer, in een bekerfinale is het op één dag alles of niets. De keerzijde van de medaille is dat je verschrikkelijk ontgoocheld bent wanneer je verliest. Als je de bekerfinale niet wint, dan is het beter dat je ze niet speelt.”

De speler

Receptiehoekspeler Jelte Maan noemt de affiche tegen Averbode “een mooie voor de buitenwereld. Het is immers de enige Belgische club die ons dit seizoen kon verslaan. We weten dat ze een gevaarlijk team vormen tegen elke tegenstander, we zijn op onze hoede. De gevaren? Ze beschikken over een diagonaal ( Jovica Simovski, nvdr) die veel ballen krijgt en veel scoort en ze laten de andere ploeg het spel maken. Ze begaan weinig opslagfouten en je moet strijden voor elk punt, want ze verdedigen aardig, halen veel ballen van de grond. Kortom, ze maken het je heel moeilijk.”

De nieuwkomer bij Maaseik is met andere woorden “voorzichtig, want zoals het zich fraai in een cliché laat duiden, is een bekerfinale ‘een wedstrijd op zich’. Vaak is de vorm van de dag daarin bepalend. Voorzichtig ook omdat Averbode er toch maar in geslaagd is om ervoor te zorgen dat er een andere wedstrijd dan de traditionele clash Roeselare-Maaseik op het programma staat. Averbode heeft laten zien dat het heel dicht tegen het niveau van die twee clubs aanzit. In de halve finale zetten zij Roeselare opzij. Wat dat betreft, krijgen we dus een finale tussen de twee sterkste teams van de bekercompetitie”

In Nederland stond Maan al driemaal, waarvan één keer succesvol, in de bekerfinale. De beleving naar die wedstrijd is in België minder dan boven de Moerdijk, merkt hij op. “In Nederland wordt de bekerfinale haast gelijkgesteld aan de competitiefinale. Wij hechten er wel waarde aan, maar in Maaseik wordt toch vooral gekeken naar het ticket voor de Champions League dat we absoluut moeten halen. In dat opzicht is de beker van minder belang.”

De manager

Voor ons is het landskampioenschap belangrijker, zegt ook René Corstjens, “maar de beker blijft een van de twee titels die je kan behalen. Vorig jaar konden we voor het eerst in het Belgische volleyballandschap ervaren hoe aantrekkelijk dat evenement kan zijn als je het, met heel veel toeschouwers in de zaal, centraal in het land kan organiseren. Zoiets geeft uitstraling aan onze club en het is reclame voor het volleybal. De Lotto Arena is bovendien een topaccommodatie, waarmee je de sport in zijn totaliteit op een hoger niveau kan brengen.”

De plaats op de kalender, enkele dagen na een Europese wedstrijd, is dan weer minder positief. “De volleybalkalender is een heel complex gebeuren en helaas niet naar clubs gericht, wel naar nationale ploegen. De internationale kalender doorkruist meer dan eens het programma van de clubs, terwijl het toch de clubs zijn die de spelers betalen en ervoor zorgen dat er professioneel volleybal bestaat. Naar mijn gevoel zou de bekerfinale in de toekomst best tussen Kerstmis en Nieuwjaar ofwel tijdens het eerste weekend na Nieuwjaar gespeeld worden. Dat kan voor mijn part ook zijn in een formule met vier of meer ploegen. Ik begrijp trouwens dat de liga verschillende opties bekijkt.”

Financieel interessant is de bekerfinale vooralsnog niet. “Laat ons hopen dat dat er ooit zit aan te komen. In de Champions League is de gecentraliseerde commercialisering van onze sport al een tijdje bezig en we merken stilaan dat internationale brands zich willen verbinden aan een product als volleybal. Onze bekerfinale, samen met de competitie, is ook een merk dat je moet zien te vermarkten naar firma’s om het op die manier op termijn lucratief te maken. Op dit moment vergt de bekercompetitie eerder een financiële inspanning, maar het is een inspanning die we graag leveren om de finale te spelen.” S

door roel van den broeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content