Afgelopen vrijdag bleek op de beheerraad van de Profliga nog maar eens hoe de voetballerij in de wurggreep zit van de emotie. Het bleek onmogelijk om te praten over het idee om volgend seizoen de eerste klasse naar veertien clubs af te slanken. In plaats van een discussie op gang te brengen ontstond er een knetterende ruzie. Verrassend is dat niet echt. Juist binnen de Profliga is de voorbije jaren al herhaaldelijk gebleken dat gemeenschappelijke standpunten en ideeën er alleen maar zijn voor de galerij. In werkelijkheid werken clubs veel meer tegen dan met elkaar, en zeker als hun voortbestaan op het spel staat. Ook in een periode dat de voetbalmarkt is ingestort, blijven clubs allerhande kunstgrepen uithalen om toch maar in het zonlicht te blijven staan. Terwijl er meer dan ooit nood is aan overleg en beleid dat gestoeld is op rationaliteit en niet op blind opportunisme. Vorig seizoen sloot de eerste klasse, zo berekende ons zusterblad Trends, af met een exploitatieverlies van tussen de 20 en 25 miljoen euro.

Ook straks zal het voor vele clubs weer moeilijk worden om het hoofd boven water te houden. Ze blijven de tol betalen voor verkeerde beleidscalculaties. Nogal wat clubs zitten met een kern van meer dan dertig spelers, nadat er kwistig in tweedehandsmateriaal werd geïnvesteerd. Ze geraken de overbodige spelers niet kwijt en kampen met een steeds nijpender budgettair onevenwicht. Als die ontwikkeling op termijn tot één positieve zaak moet leiden, dan dat het kaf op een gegeven moment van het koren gescheiden zal worden. Dat moet tot een kwalitatieve verhoging van ons voetbal leiden. En tot een competitie die aan aantrekkelijkheid wint.

Tegen die achtergrond schiet het kampioenschap vrijdag uit de startblokken. Met Anderlecht als titelfavoriet. Het is verbazend hoe de komst van Hugo Broos iedereen doet kreunen onder de vibratie van nieuwe verwachtingen, terwijl er de afgelopen drie seizoenen toch twee titels werden behaald. Bovendien zit Broos, zo bleek de voorbije weken, opgezadeld met een zware erfenis. Ook bij de recordkampioen is er de afgelopen jaren onverstandig en onevenwichtig gekocht. Er zijn acht aanvallers en slechts één zuiver defensieve middenvelder. Aan het gebrek aan recupererend vermogen op het middenveld is niets gedaan. Yves Vanderhaeghe dreigt dit seizoen weer veel loopwerk te moeten verrichten.

Dan is er bij RC Genk en Club Brugge alvast meer complementariteit. Het laat geen twijfel dat Sef Vergoossen zijn werk in Genk verder zet : spelers beter maken. Hij doet dat in een klimaat van rust, dat juist nu bij Club Brugge, van oudsher nochtans een haard van solidariteit, lijkt te ontbreken. Trond Sollied loopt daar op een mijnenveld. Te veel mensen delen zijn zienswijze niet meer. En dat op het moment dat een aantal gretige en getalenteerde jongeren steeds harder op de deur van het eerste elftal bonkt. Als bestuur komt het er dan op aan voor de visie van een traiiner te kiezen, ondanks het notoir geklaag van enkele spelers.

Trond Sollied en Sef Vergoossen zijn trainers die altijd kiezen voor de moeilijkste weg. Nooit nemen zij hun toevlucht tot berekend voetbal. Ook Hugo Broos gaat met Anderlecht gegarandeerd die weg op. Dat is een positief signaal aan de vooravond van een competitie waarin ook Robert Waseige met Standard niet zal kiezen voor slaapverwekkend geschuif. Alleen valt het voor de ex-bondscoach te hopen dat hij zich eindelijk kan aanpassen aan de gedragsregels van deze tijd. Op en naast het veld.

In Brugge loopt Trond Sollied op een mijnenveld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content