Na acht jaar profvoetbal was hij moe en keerde Ullrich Le Fèvre terug naar zijn geboortestad. Als spelersmakelaar speurt hij nu naar nieuw voetbaltalent.
Vejle, ergens halfweg de Deens-Duitse grens en het Noorden van Jutland, het Deense vasteland. Bij ons vooral bekend als de club van herkomst van Ullrich Le Fèvre, de Deense stylist met – zoals zijn naam het al verraadt – Franse roots. Verre roots. “Dat gaat terug in de tijd van de hugenoten”, vertelt hij in niet eens moeizaam Nederlands, al is er hem de voorbije twintig jaar hier en daar wel een woord ontgaan. “Zo’n driehonderd jaar geleden moesten de protestantse hugenoten vluchten uit katholiek Frankrijk. Velen trokken naar Scandinavië. Een huishoudster van Napoleon kreeg een kind van een van zijn generaals, generaal Le Fèvre. Daar is nog een film over gemaakt met Sophia Loren ( lacht).”
Le Fèvre is op en top Deen : bescheiden, gastvrij, stijlvol en vooral bijzonder rustig. Het actieve voetbal ligt voor hem al in een zeer ver verleden. “U gelooft me misschien niet, maar na acht jaar profvoetbal was ik moe, doodmoe. Ik was het zat, of hoe zeggen ze dat bij jullie ? Niet het spelletje zelf, maar de druk. Altijd winnen, altijd eerste eindigen. Tweede of derde worden was niet goed genoeg. Eerst in Duitsland bij Borussia Mönchengladbach onder Hennes Weissweiler. Slopend. Nadien bij Brugge, onder Happel. Slopend, maar helemaal anders.
“In de Bundesliga waren bijna alle ploegen aan elkaar gewaagd. Wij, Bayern, Hamburg, Keulen, Kaiserslautern , Braunschweig, noem maar op. In België waren er op dat moment maar drie clubs maar die maakten ook in Europa indruk. Brugge was echt wel fantastisch. Ik was bij Mönchengladbach einde contract en had de keuze uit diverse clubs maar Club Brugge was financieel en sportief veruit het meest interessante. Het eerste jaar onder Leo Canjels verliep nog moeizaam, maar onder Happel konden we de grootste aan dat hebben we ook bewezen met onze Uefacupfinale tegen Liverpool. Vooral de match op Anfield Road zal ik nooit vergeten. We stonden bij de rust 0-2 voor en toen we weer op het veld kwamen, kregen we van de befaamde Liverpoolkop spontaan applaus. Een echt kippenvelmoment.
“Happel wordt in Brugge als een heilige beschouwd, maar wat hij deed, was echt wel straf. Je moet het maar durven om bij je aankomst tegen het bestuur te zeggen dat twee van de publiekslievelingen, Pierre Carteus en Johny Thio, niet in je spelconcept passen en dat ze mogen vertrekken. En wie haalde hij in de plaats ? René Vandereycken en Julien Cools. Niemand die daar al van gehoord had, maar zes maanden later stonden ze wel in nationale ploeg. Happel praatte misschien niet veel maar hij was echt wel een mens van vlees en bloed, hoor. Zelf wist hij ook wel met wie hij te doen had. Tot woensdag liet hij ons begaan, nadien was het gedaan met uitgaan, dan waren alle blikken gericht op de volgende match. De legendarische supportersavonden, dateren ook uit die tijd. Mijn afscheid bij Brugge mocht er anders ook zijn. De bekerfinale tegen Anderlecht in 1977 : 3-1 achtergestaan maar toch met 4-3 gewonnen. Ik maakte de tweede Brugse goal. Een mooier afscheid kon ik me niet inbeelden.”
Waarop de Deense balvirtuoos terug naar het ingedommelde Vejle trok, aan de slag ging in een school waar hij zowat alles gaf, van Wiskunde tot Duits, en een huis bouwde aan de rand van de Vejle fjord. “Ik speelde nog anderhalf jaar bij Vejle, maar hier kende ik dan weer enorme motivatieproblemen. Er kwam dan ook amper tweeduizend man kijken. Maar het was niet alleen dat. Het was eindelijk tijd voor mijn gezin ( het gezin Le Fèvre werd bovendien zwaar op de proef gesteld toen een baby van zes maanden overleed aan een spierziekte, nvdr) en ook mijn nieuwe stap in het onderwijs bracht extra werk mee want na acht jaar had veel in te halen.”
Inmiddels heeft de voetbalmicrobe hem weer te pakken en is Le Fèvre sinds enkele jaren actief als voetbalmakelaar in Denemarken voor een Noors bureau. “We werken met veertien agenten en hebben om en bij de tweehonderd vijftig spelers onder contract onder wie Sami Hyypiä van Liverpool en enkele IJslanders van Lokeren. Ik reis nu opnieuw wat meer en dat bevalt me wel. Of ik nog in België kom ? Met Jantje De Koning, een ex-speler van Cercle Brugge, hebben we daar onze vaste vertegenwoordiger, maar tijdens Euro 2000 was ik er nog. Ik zag er Denemarken-Frankrijk. Ik weet het : mijn land stelde daar zwaar teleur. Maar nu hebben ze opnieuw een goeie ploeg. Een grote verdienste van Morten Olsen. Hij heeft een duidelijk concept en verloor in de voorronde van het WK geen enkele match. Op de eindronde bewees Denemarken dat het iets in zijn mars heeft : Frankrijk uitschakelen, doe je niet zomaar.
“Wat een verschil met mijn tijd. Ik speelde een dertigtal interlands, maar behaalde de meeste caps nog voor ik naar de Bundesliga kwam. Nadien, op het hoogtepunt van mijn carrière, werd ik nog slechts acht keer geselecteerd. De Deense bond deed in die tijd dan ook geen enkele moeite om zijn spelers in buitenlandse loondienst vrij te krijgen voor en interland. Vandaar dat het nationale elftal zo lang niks voorstelde. Gelukkig is dat later allemaal veranderd en spreken we nu een aardig woordje mee.”
door Stefan Van Loock
‘Als spelersmakelaar reis ik nu opnieuw wat meer en dat bevalt me wel.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier