Al sinds hun kleuterjaren zijn Dries Mertens (PSV) en Denis Odoi (Anderlecht) vrienden. Twee Leuvense jonkies die elk op hun manier de weg forceerden naar het profvoetbal. Dries Mertens: ‘Het is ons niet in de schoot geworpen. We hebben allebei een stap achteruit gedaan om er dan twee vooruit te zetten.’

We zaten in dezelfde school, voetbalden samen bij Stade Leuven, later bij Anderlecht. We hebben bijna heel onze jeugd samen doorgebracht”, vertelt Dries Mertens (24). Denis Odoi (23) vult aan: “Omdat Dries een jaar ouder is, zaten we niet altijd in dezelfde klas of in dezelfde ploeg, maar we waren wel bijna altijd in elkaars buurt te vinden. We hebben veel gemeenschappelijke vrienden en wanneer Dries kan, rijdt hij naar Leuven en spreken we af.”

Zoals deze woensdagnamiddag, gezeten in een keurig etablissement op de Grote Markt. Buiten blaast de wind warm en koud, regen en zonneschijn spelen haasje-over.

Net als het gesprek dat zich binnen ontspint. Dries Mertens is duidelijk de meest gematigde van de twee. Zelfs in een ongedwongen dubbelgesprek met zijn beste maatje en jeugdvriend is de PSV’er constant op zijn hoede voor foute uitspraken en hult hij zich bij delicate onderwerpen liever in stilzwijgen. Denis Odoi is het tegenovergestelde type: een goedlachse en spontane speelvogel.

Een mooie typering van die verschillende persoonlijkheden is hun twittergedrag: terwijl Dries Mertens het sociale medium voornamelijk gebruikt om zijn respect naar supporters, ploegmaats en club uit te drukken – pragmatisch! – ziet Denis Odoi het eerder als ‘spielerei’. Zoals enkele weken geleden, toen hij een foto online smeet van zijn in gips gehulde been. Een grapje, zo bleek. “Ik heb toen meteen naar Denis gebeld,” schuddebolt Dries, “ik dacht: wat krijgen we nu? Ik moet zeggen dat ik er toch niet echt de humor van inzag, maar goed …”

Denis grinnikt. “Ik vond het wel grappig.”

Niet praten, maar doen

Was dat ook de onderlinge relatie in jullie tienerjaren: Denis de losbol en Dries de serieuze?

Mertens: “Helemaal.”

Odoi: “Wat een zever! Dries was eigenlijk evenwaardig aan mij, alleen was hij veel subtieler. Nu nog steeds. Ik werd vaak gestraft, terwijl Dries – en ook Sven Kums, die bij ons op de topsportschool in Leuven zat – met alles weg kwam.”

Zo is er het verhaal dat Denis ooit een week geschorst werd na een tackle op jou, Dries. Hij beweert dat het een schwalbe was van jou. Mooie vriend.

Mertens: “Het wás een foute tackle.”

Odoi: “Ik moest toen een week strafstudie ondergaan terwijl de rest trainde. Eigenlijk kwam die strafstudie mij niet slecht uit, dan kon ik mijn huiswerk eindelijk eens maken.” ( grijnst)

Denis, was het voor jou moeilijk om te aanvaarden dat Dries steeds de beste was?

Odoi: “Absoluut niet. Ik was nooit het grote talent, Dries is dat altijd geweest. Ik beschouwde mezelf niet van dat niveau.”

Anderzijds, dat je via OHL en STVV tot bij Anderlecht wist te raken, bewijst dat je ondanks het imago van nonchalante grappenmaker ook wel een ambitieuze en ijverige jongen bent.

Odoi: “Op een bepaald moment moest ik weg bij Genk en bood OHL me een uitweg, ze waren net gepromoveerd naar tweede klasse. Ik wilde gewoon plezier beleven aan het voetbal en studeren. Bij OHL raakte ik dan in de basisploeg en toen kreeg ik de kans om met Sint-Truiden in eerste klasse te spelen. Daar zat nooit een groots plan achter. Eigenlijk dacht ik gewoon in derde klasse te voetballen, wat geld te verdienen en ondertussen te studeren.”

Mertens: “Bij mij was het anders, ik wilde altijd al profvoetballer worden. Al van kleins af had ik overal een voetbal mee en kon ik over niets anders praten. Als ik ergens voor ga, dan concentreer ik me daar honderd procent op. In mijn periode bij Gent moest ik kiezen: voetballen of studeren. Ik koos voetbal. Dat ik niet lang daarna opteerde om naar Nederland te gaan ( tweedeklasser AGOVV Apeldoorn, nvdr) was de beste beslissing die ik ooit genomen heb. Daar kon ik volledig voor het voetbal leven, leerde ik alleen te wonen.”

Dries, eerder op het seizoen zei je in een interview dat je vooral gelukkig bent te merken dat jullie elk op je eigen manier de weg naar succes gevonden hebben.

Mertens: ( knikt) “Het is ons niet in de schoot geworpen, we hebben er allebei voor moeten vechten. Allebei hebben we een stap achteruit gedaan om er dan twee vooruit te zetten. Anderlecht is volgens mij zelfs niet het eindstation van Denis. Ik ben ervan overtuigd dat hij volgend jaar meer zal spelen en vaste rechtsback kan worden.”

Hij moet dus bij Anderlecht blijven?

Mertens: “Absoluut! Ik zou het dom vinden om nu al te vertrekken, hij moet tonen dat het geen foute keuze was. Ik heb het onlangs nog tegen Denis gezegd: op training bij de Rode Duivels was ik toch enigszins verrast door het niveau dat hij haalde. Denis heeft echt wel de kwaliteiten voor Anderlecht. Misschien heeft hij gewoon pech gehad: hij pakte op de eerste speeldag een rode kaart en nadien maakte Wasilewski enkele belangrijke doelpunten.”

Nochtans, ook voor Denis kan Nederland misschien een nieuwe start betekenen. Heerenveen trekt aan zijn mouw.

Odoi: “Ik ga daar geen verklaringen over doen. De club heeft me al eens op de vingers getikt voor het feit dat ik mijn ongenoegen over mijn bankzitterstatuut in de pers ventileerde.”

Mertens: “Dat is ook niet slim. Je moet niet praten, maar doen. Ik denk dat Denis dat nu wel begrepen heeft.”

De ideale bankzitter

Heeft het vele bankzitten invloed op je gemoed?

Odoi: “Natuurlijk wel. Ik heb veel over mezelf bijgeleerd. In Sint-Truiden was het altijd plezier maken, bij Anderlecht is dat … anders. Ik ben hier nog niet dezelfde Denis geweest van bij STVV.”

Mertens: “Je merkt dat wel aan hem. Hij is niet meer dezelfde als vroeger, hij weet nu dat er ook andere zaken meespelen in het leven. Maar ik ben zeker dat zijn tijd nog komt.

“Het probleem van Denis is dat hij op zo veel posities kan spelen, een trainer heeft zo’n type speler graag achter de hand. In die optiek is hij een ideale bankzitter, je kan hem overal inzetten. Maar ik denk dat rechtsback zijn beste positie is, hij moet zich volledig op die positie richten. Hij kan verdedigen en hij kan offensief uit de voeten, een mannetje uitschakelen en een voorzet geven.”

Odoi: “Bij Anderlecht hebben ze me toch ook vooral als rechtsback gehaald, meen ik te weten. Maar het belangrijkste is dat ik speel. Bij STVV speelde ik op veel posities, omdat ik daar in vergelijking met de de rest wel een bepaald niveau haalde. Bij Anderlecht liggen dat niveau en de verwachtingen hoger.”

Mertens: “Bij STVV speelde hij zelfs op de nummer tien. Hij stuurde me eens een sms: ‘Dries, je moet zien, ik heb een no look pass gegeven!’ Terwijl ik dacht: jongen, zulke dingen hoor jij niet te doen.”

Odoi: “Dat kun je alleen maar als je veel vertrouwen hebt en krijgt. Dat heb ik dit jaar leren beseffen. Er is natuurlijk een verschil tussen bij Anderlecht of STVV spelen. Hier krijg je als back misschien maar één keer op de vier de bal, omdat er voor jou genoeg spelers lopen die zelf ook een actie kunnen maken. Bij Anderlecht moet je eerst aan je verdedigende taken denken.”

Bij jou, Dries, draaide de grote stap voorwaarts positiever uit: je startte sterk met een indrukwekkende reeks doelpunten en voetbalde meteen op een wolk.

Mertens: “Nog steeds. Ik ben superblij met mijn transfer, we pakten onlangs onze eerste prijs ( de beker van Nederland, nvdr), alleen jammer dat we niet meer meedoen voor de titel. Maar persoonlijk heb ik wel een goed seizoen achter de rug, ja.”

Odoi: “Ik ben de wedstrijd gaan zien tegen Roda, waar Dries vier keer scoorde. Super! We wisten wel dat dat niet zou blijven duren, maar zolang het duurt moet je ervan genieten. Een goede start is belangrijk, zo toon je meteen je meerwaarde en dwing je respect af bij de supporters. Maar Dries zou bij elke ploeg als goede voetballer naar voren komen.”

Is PSV een trapje hoger?

Mertens: “Bij Utrecht moesten we het meer van het collectieve hebben, van samen druk zetten. Terwijl je bij PSV meer individuele kwaliteiten hebt lopen en die ook probeert uit te spelen. Je zoekt veel meer de man-tegen-mansituaties op: geef ons de bal en wij maken wel de beslissende actie.”

Je hebt je verzoend met de positie van flankaanvaller?

Mertens: “Zeker. Omdat er in Nederland toch veel over de flanken gespeeld wordt.”

Jullie zijn nu goedverdienende voetbalprofs. Heb je soms spijt dat het onbezorgde van die tienerjaren nu weg is? Dat je bijvoorbeeld moet opletten wat je zegt of post op Twitter.

Odoi: “Ik denk dat dat meer van toepassing is op Dries dan op mij. Ik denk niet dat mensen wakker liggen van wat Denis Odoi doet. Ik ben geen bepalende figuur bij Anderlecht. Dries is dat wel bij PSV. Maar soms mis ik wel het gevoel dat voetbal pure fun is. Dat is voorbij.”

Mertens: “Mijn privéleven is privé, dat hou ik graag zo. Terwijl Denis in alles een grap ziet.”

Odoi: “Mijn tweets zijn misschien persoonlijker – van mij mag iedereen weten wat ik net klaargemaakt heb om te eten. Maar wees gerust, ik hou genoeg dingen privé.”

Mertens: “Je moet toch opletten wat je zegt en doet. Ze – de pers, de supporters, de club – pakken je op de kleine dingen. Ik ben iemand die snel op de korrel genomen wordt door supporters, ik ben het type speler waar je van houdt of dat je haat. En hoe meer je de mensen dan aanreikt, hoe meer ze je daarop kunnen pakken. Daarom ben ik voorzichtiger geworden.”

Odoi: “De impact van zijn woorden is nu veel groter dan in zijn eerste jaar bij Utrecht.”

Mertens: “Er bestaan nu eenmaal mensen die altijd iets negatiefs over je te vertellen hebben.”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS

“Het probleem van Denis is dat hij voor een trainer de ideale bankzitter is.” Dries Mertens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content