Vorig weekend behandelde de KBVB het beroep van Moeskroen in zijn licentiedossier. Vrijdag valt de uitspraak. Hoe is het zover kunnen komen?

Verbazing op de andere velden zaterdagavond, even voor tien, toen de uitslag van YR KV Mechelen tegen Excelsior Moeskroen werd omgeroepen. 0-1 voor de Henegouwers, in een wedstrijd die op dat moment misschien de laatste van de huidige ploeg kon zijn. Achter de Kazerne dankten op dat moment de bezoekende supporters die van de thuisploeg voor de steunbetuigingen. Een thuisploeg die zelf ooit een licentie werd ontnomen, waardoor ze in derde klasse moesten starten. De supporters dankten ook hun team, dat toonde dat het nog steeds voldoende kwaliteiten heeft om mee te draaien op het hoogste niveau. Ondanks een bewogen week, zonder coach Mirolav Djukic, een – dixit Mat-thieu Assou-Ekotto – “rat die het zinkende schip verliet nog voor de ondergang.” Hans Galjé is zijn tijdelijke opvolger.

Het was een van de weinige momenten dat Moeskroen nog eens positief in de sportmedia kwam. Zoals een oud-clubleider het vorige week nog uitdrukte: “Excel heeft al lang niet meer dat positieve imago van die kleine familiale club die het de elite moeilijk maakt. Over de club praat men louter nog in termen van faillissement, gebrek aan geld en louche personages. De club is een last, al vijf jaar wordt hij aangetast door gangreen. Men had er direct iets aan moeten doen.” Wat niet gebeurde. De ex-leider: “Dit had allemaal nooit mogen gebeuren.”

Dertien jaar leven op krediet, dat is het verhaal van de Henegouwers. Medio 2004, toen de eerste problemen rond de licentie de buitenwereld haalden, bleek er al een schuld van meer dan 10 miljoen euro te zijn. Verrassend, want het grootste gedeelte van de werknemers van de club werd betaald door de lokale overheid. Er waren tv-gelden, de Post toonde zich een gulle sponsor en geregeld werden spelers tegen mooie prijzen van de hand gedaan.

Gulle betaler

Hoe kon het dan toch zover komen? Via een gunstige wind belandden de begroting en de cijfers van het seizoen 2003/04 op onze tafel. En dat is heel leerrijk.

Moeskroen voorzag voor dat seizoen een budget in evenwicht: 9 miljoen euro aan inkomsten en uitgaven. Opvallend: bij inkomsten staat een post ‘extra’ (in het Frans compléments) ter waarde van 4 miljoen euro. Zonder verdere specificaties. Nogal vaag, maar uiteindelijk blijkt het allemaal wel te kloppen. In de eindafrekening van dat seizoen noteert de schatbewaarder aan inkomsten 8,7 miljoen euro. Maar de uitgaven vallen tegen: 12.397.600 euro. In dat ene seizoen maakte de club 3,5 miljoen euro verlies.

Ook opvallend: voor een regionale club is Moeskroen een gulle betaler. Te gul in feite. Opnieuw de gunstige wind: alle lasten bij elkaar geteld kost één speler aan Moeskroen bruto iets tussen 220.000 en 650.000 euro per jaar. Dat laatste is het geval voor Mbo Mpenza. Rondvragen bij gelijkaardige clubs leert dat zij de kosten van één speler trachten te beperken tot 60.000 à 70.000 euro per speler …

Jean-Pierre Detremmerie, op dat moment erevoorzitter maar achter de schermen de man die aan de touwtjes trekt, presteert het zelfs om op dat moment van volle crisis na een zege de hele groep een premie van 25.000 euro aan te bieden. Een club zonder geld met een voorzitter die zich als een zonnekoning gedraagt, om te tonen dat hij de baas is.

Resultaat: in 2004/05 is de schuld van de club opgelopen tot 12.667.000 euro. En is Moeskroen eigenlijk rijp voor het failliet.

Lille/fusie

Hoe moet het nu verder?

Door beroep aan te tekenen probeert Moeskroen tijd te winnen. Tijd die het nodig heeft om nieuwe investeerders te zoeken. Mbo Mpenza wil daarbij helpen.

Ook sportief werden diverse pistes gelanceerd. Enkele jaren geleden wasLille geïnteresseerd in een samenwerking. Lille heeft zowat 40 profs en het leek de club uit het noorden van Frankrijk interessanter om jongeren in de Belgische eerste klasse te laten spelen dan in de Franse CFA. Lille vroeg toen de boeken op, omdat het wilde investeren in het kapitaal van de vereniging. Volgens de ene bron stuitte dat op een njet van het bestuur, volgens een andere haakten de Fransen af omdat een kat haar jongen niet in de centen terug zou vinden.

Vorige zomer én de voorbije week gonsde het ook van geruchten over een mogelijke brede regionale samenwerking. In de regio speelt Peruwelz in derde klasse en Doornik in tweede klasse. Rudy Demotte, minister-president van de Waalse regering, is een voorstander van een fusie.

Jean-Claude Stockman, de dynamische algemeen directeur van tweedeklasser RFC Doornik, aarzelt: “Een zieke in het bed, die verzorgen is al niet evident. Maar twee anderen erbij betrekken, hoe moet je die samen verzorgen?” En wat met zijn stadion, bedacht Stockman.

“We moeten weg van die kerktorenmentaliteit”, vindt Edouard Van Daele, oud-voorzitter en ex-advocaat van Moeskroen. “Excelsior is al jaren stervende, terwijl Doornik en Peruwelz met budgetten voor borrelnootjes werken en hun toekomst somber oogt. Samen kunnen ze in deze regio een budget van 6 miljoen euro verzamelen, iets waarmee je in eerste klasse kunt meedraaien.”

door pierre bilic – beelden: belga

“De cijfers van het seizoen 2003/04 zijn erg leerrijk.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content