De vroegere Israëlische spits van Standard vindt een kwalificatie van de Rouches op Anfield Road geen utopie.

Als enige speler die zowel de kleuren van Standard als Liverpool verdedigde, was de Israëliër Ronny Rosenthal vorige woensdag een aandachtige toeschouwer bij het Champions Leagueduel tussen zijn twee voormalige werkgevers. Hij verwacht weliswaar dat de Reds zich zullen kwalificeren, maar geeft toe dat hij gecharmeerd was door de Rouches. Vooral omdat ze meer aanvallende slagkracht leken in huis te hebben dan in zijn tijd.

Rosenthal: “Bij de dubbele confrontatie tussen Liverpool en Anderlecht in 2005 stelden de Brusselaars me teleur. Daarom was ik nu des te meer onder de indruk van het spel van de Rouches. Maar alle vergelijkingen lopen natuurlijk een beetje mank. Terwijl paars-wit indertijd de strijd moest aanbinden tegen een team dat al erg goed gerodeerd was, waren de jongens van Rafael Benítez bij hun bezoek aan Sclessin nu in feite nog in volle voorbereiding. Los daarvan is het wel zo dat het lang geleden is dat ik een Belgische ploeg zo sterk heb zien spelen op het Europese toneel. Volgens mij is dat in niet geringe mate de verdienste van coach Laszlo Bölöni die zijn spelers vrank en vrij hun kans liet gaan. Het is enkel aan de pech van Marouane Fellaini en de ongelukkige afwerking van Bonfim Dante en Igor De Camargo te wijten dat de Luikenaars niet met een voorsprong naar Anfield Road kunnen reizen.”

Wat is je in de heenwedstrijd vooral opgevallen?

Ronny Rosenthal: “Zoals al gezegd, in de eerste plaats de benadering van de coach van Standard, die is uitgegaan van de eigen sterkte in plaats van zich aan te passen aan de tegenstander. Omdat de geschorste Oguchi Onyewu er niet bij was, zouden heel wat coaches er wellicht hebben voor geopteerd om Marouane Fellaini centraal achterin te posteren. Maar Bölöni wilde, wat in mijn ogen terecht is, zo weinig mogelijk raken aan de automatismen die onder Michel Preud’homme in 2007/08 werden gesmeed. Hij koos onvervaard voor een offensieve aanpak, terwijl de meeste andere coaches wellicht in de eerste plaats voorzichtigheid zouden hebben gepredikt. Het is ongetwijfeld gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar om ook maar enige kans te maken Liverpool het vuur aan de schenen te leggen, mag men zich niet in de eigen loopgraven terugtrekken. Je moet durven aanvallen, vooral over de flanken. Het was duidelijk te zien dat Standard effectief daar het verschil maakte, vooral via Wilfried Dalmat. Ik moet toegeven dat ik die speler – in tegenstelling tot jongens als Steven Defour, Marouane Fellaini, Mohamed Sarr en Dieumerci Mbokani – van haar noch pluimen kende, maar nu ik gezien heb hoe snel en technisch vaardig hij is en hoe gemakkelijk hij de achterlijn haalt, vraag ik me, met alle respect, echt af wat hij vorig seizoen bij een team als Bergen zat te doen.”

Zo te horen volg je het Belgische voetbal nog goed.

“Dat is vrij logisch, want ik heb tenslotte bij Club Brugge en Standard gevoetbald. Al moet ik toegeven dat ik na het WK van 2002, toen het met het Belgische voetbal minder begon te gaan, toch wat heb afgehaakt. Maar vanaf 2005 begon ik weer met meer belangstelling naar jullie competitie te kijken, omdat er heel wat jong talent tot ontluiking begon te komen. Ik denk aan de jongens van Standard die ik al genoemd heb, maar ook aan spelers als Vincent Kompany en Anthony Vanden Borre en aan de spelers die nu in Peking bewijzen dat het Belgische voetbal opnieuw een mooie toekomst tegemoet kan gaan. Met talentrijke voetballers als Moussa Dembélé, Tom De Mul, Maarten Martens en anderen oogt de toekomst niet zo slecht. Het probleem is echter dat ze vooral in het buitenland actief zijn. Dat heeft natuurlijk met de financiële beperkingen van de Belgische clubs te maken, maar ook met het feit dat er iets schort aan de opleiding en met de overstap van de jeugd naar de eerste ploeg. Ik kan me natuurlijk vergissen, maar ik denk niet dat spelers als Kevin Mirallas en Sébastien Pocognoli vandaag gegeerd zouden worden door clubs als Saint-Etienne en Lyon als ze in België waren gebleven in plaats van over te stappen naar Rijsel en AZ. Hetzelfde geldt trouwens ook voor Moussa Dembélé.”

Hebben Fellaini en Defour er goed aan gedaan om bij Standard te blijven?

“Ze zijn nog maar 20 en hebben een basisplaats bij een topclub. Dat was niet het geval met Sébastien Pocognoli en Tom De Mul. Op die leeftijd is het belangrijkste dat ze een heel seizoen kunnen proberen om een constante in hun prestaties te leggen. Als ze eenmaal die regelmaat hebben bereikt, kunnen ze hogerop mikken. Ik ben ervan overtuigd dat jongens als Fellaini en Mbokani het op termijn ook in de Premier League kunnen waarmaken. Ook Axel Witsel, Defour, Dante en Onyewu beschikken volgens mij over de kwaliteiten om over de grens hun kans te wagen. Al heeft de Amerikaan, die het een half seizoen bij Newcastle probeerde, daar wel dadelijk ondervonden dat er nog een grote kloof gaapt tussen de Belgische en de Engelse competitie.

“Straks zullen de spelers van Standard, hoe talentrijk ze ook zijn, dat ook op Anfield Road goed voelen. Ze zullen nu te maken hebben met een heel ander Liverpool. Op Sclessin probeerde Rafa Benítez in de eerste plaats de nul te houden. Gezien het verloop van het duel kunnen we zeggen dat dit met enige meeval gelukt is, maar op eigen veld zal hij ongetwijfeld niet meer voor een systeem met twee verdedigende middenvelders, Xabi Alonso en Damien Plessis, kiezen.”

Wat mogen de Rouches eigenlijk verwachten?

“De 45.000 kelen die het eigen team constant naar voor schreeuwen, zorgen voor een onvergelijkbare sfeer. Dat is werkelijk met niets anders te vergelijken en elke tegenstander, hoe groot of klein hij ook is, heeft het in die omstandigheden moeilijk om het hoofd koel te houden. Dat geldt zeker voor de jonge generatie van Standard, die hoe dan ook nog niet over veel Europese ervaring beschikt. Geloof me vrij, alleen al het zien van het logo This is Anfield bij het betreden van de grasmat, boezemt elke tegenstander angst in. Maar na wat ik in de heenwedstrijd gezien heb, vind ik dat Standard toch een iets grotere kans maakt op de kwalificatie. Voordien gaf ik de Rouches twintig procent kans, nu dertig of misschien zelfs nog iets meer mochten ze erin slagen om de score te openen.

“Dat is geen utopie, omdat ze over snelle flanken beschikken. Daar is Liverpool het kwetsbaarst. Waarschijnlijk zal Jamie Carragher als rechtsback aantreden en die is beduidend sterker als stopper. Op links vind ik dat Andrea Dossena nog alles te bewijzen heeft.”

Je was er zelf bij toen Liverpool in 1990 voor het laatst kampioen werd. Is na 19 jaar het moment aangebroken om een nieuwe titel te vieren?

“Hoewel Benítez op dat vlak optimistischer is dan de voorgaande jaren vrees ik van niet. Volgens mij is Liverpool gewoon minder sterk dan de drie andere toppers, Manchester United, Chelsea en Arsenal. De jongste jaren heeft Liverpool zich vooral opgeworpen als een sterke bekerploeg. In twee decennia heeft de club ondanks alle inspanningen eigenlijk geen antwoord kunnen vinden op het vernuft en de koopkracht van Alex Ferguson bij Manchester, de ervaring en het tactische inzicht van Arsène Wenger bij Arsenal en de onuitputtelijke financiële mogelijkheden van Roman Abramovich bij Chelsea.

“Natuurlijk is ook Benítez niet de eerste de beste, maar hij staat volgens mij toch niet op het niveau dat managers als Bill Shankly, Bob Paisley en Joe Fagan haalden. Liverpool beschikt ook niet meer over een man als Peter Robinson, die in het verleden meermaals blijk gaf van een goede neus voor transfers. In plaats van Robbie Keane binnen te halen, had de club in mijn ogen in het tussenseizoen vooral moeten speuren naar echt sterke flankverdedigers. In het moderne voetbal zijn dat de jongens die voor een overmacht kunnen zorgen op het middenveld en die vaak de eerste aanvallers zijn. Dat is ook de reden waarom ik verwacht dat de Reds eind dit seizoen opnieuw Chelsea, Manchester United en Arsenal zullen moeten laten voorgaan. Voor Standard schat ik de kansen op een nieuwe titel hoger in, vooral als er geen sterkhouders meer vertrekken.” S

door bruno govers – beelden: reporters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier