Ook als hen dat persoonlijk gevraagd wordt, zetten profs zich wel eens sociaal in. Didier Dheedene bezocht een kindje dat een openhartoperatie onderging.

Didier Dheedene: “Dat jongetje werd een paar dagen geleden elf, een week na de ingreep. Zijn vader vroeg of ik wou langskomen op het verjaardagsfeestje. Het viel in mijn vakantie. Die is normaal heilig voor mij, maar dit is een menselijke zaak. En dus reed ik van Brasschaat naar Leuven om een truitje te brengen, getekend door alle spelers van Germinal Beerschot.

“Dit kon ik niet weigeren, omdat het een kind is. Kinderen zijn de toekomst. Ik hoop dat ik hem door mijn bezoek kracht gaf, want hij zal waarschijnlijk nog operaties moeten ondergaan.

“Toen ik in Oostenrijk voetbalde, bezocht ik met Austria Wenen ook al kankerpatiëntjes in ziekenhuizen. De sponsor gaf ons dan cadeautjes om mee te nemen. Wanneer je die kinderen daar ziet, dat grijpt je naar de keel.

“Wat mij frappeerde, was dat die nog altijd heel veel lachen, ook al zijn ze hun haar kwijt en liggen ze in een verband gewikkeld. Ongelooflijk om te zien hoeveel levensmoed die nog hebben. Een bezoekje om het leed wat te verzachten, dat is toch maar een kleine opoffering?

“Ik probeer in dat soort zaken het goede voorbeeld te geven. Dat lukt niet altijd. Je bent ook maar een mens, soms ga je door een lastige periode waarin het niet zo goed lukt om vriendelijk te zijn. Wij hebben ook gemoedstoestanden en grenzen, de mensen moeten dat begrijpen. Ouders moeten niet vragen om langs te komen als hun kind griep heeft, maar beeld je eens in dat dokters je op je tiende uitleggen dat ze je zullen opensnijden om aan je hart te werken. Psychologisch zwaar. Denk ik, want echt goed kan ik me in die situatie niet inleven. Leuk is alleszins anders, zowel voor het jongetje als voor de ouders. Ik weet nog hoe het mij al pakte toen een kindje van een nicht sukkelde met de oogjes. Ik ben een gevoelige jongen, al zou je dat misschien niet zeggen door mijn tatoeages en mijn look.

“Het zijn niet alleen zulke bezoekjes aan kinderen die me anders tegen de dingen deden aankijken. Een ex-ploegmaat verloor zijn vriendin. Leukemie. Een andere knalde met zijn auto tegen een lantaarnpaal en brak zijn nek. Hij reed 50 kilometer per uur. Vijftig! Sommigen vlammen tegen 130, gaan tien keer over de kop en hebben niks.

“Ik sta ervoor open om al die dingen te zien en dan te beseffen wat je eigenlijk hebt. Je kunt leven en altijd dezelfde fouten maken, of je kunt lessen trekken.

“Het leven is relatief.

“Angstaanjagend vind ik dat enkel als je het niet aanvaardt. Ik weet dat het morgen gedaan kan zijn. Daar denk ik niet elke dag aan, maar ik ben mij er wel van bewust. Een ongeval, een ongeneeslijke ziekte, en alles is anders. Mensen die het overkomt, zeggen dan plots: ‘Ik raap al mijn geld samen en maak een wereldreis.’ In de mate van het mogelijke probeer ik die zaken nu al te doen. Genieten. Sommige dromen zijn helemaal niet zo onover- komelijk.

“De voetbalwereld heeft een sociale rol. Er worden inspanningen gedaan, maar echt ingebakken zit het nog niet. Misschien kunnen we daarover nog dieper nadenken. Als je de samenwerking van Cercle met De Sleutel bekijkt ( zie pagina 31, nvdr), dat is een goed initiatief. Onze club doet al verschillende zaken, maar ik zal daarover toch nog eens met het bestuur gaan praten. Of het nu om drugsverslaafden, zieke kindjes of daklozen gaat, een mens heeft altijd nood aan warmte, liefde en genegenheid. Ik vind dat we te hard zijn voor elkaar.” S

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content