Op speeldag 23 incasseerde hij voor het eerst in zijn carrière zeven doelpunten : 7-1 op Standard. Drie weken later was het weer bijna zover : 6-0 op Moeskroen. Francky Vandendriessche (34), doelman van Cercle Brugge, lucht zijn hart.

Francky Vandendriessche : “Het went niet, doelman zijn van de meest gepasseerde verdediging van België. De laatste seizoenen staat Cercle toch vooral daarom bekend, dat het te gemakkelijk doelpunten incasseert. Ik ben de eerste om mijn fouten toe te geven. Niemand is onfeilbaar. Maar die gemakzucht en dat concentratieverlies kan ik niet aanvaarden. Ik haat dat. Bij een vrije trap roep ik altijd naar een verdediger dat hij moet volgen, want met de huidige ballen, die door hun lichtheid soms raar door de lucht zweven, en de staat van de ondergrond kan je niet attent genoeg zijn. Als je dan moet vaststellen dat er telkens een aanvaller korter op de bal zit dan een medespeler, tja, dan zorgt dat voor bedenkingen. Tegen AA Gent ging ik op een zompig veld zelf in de fout en was het bingo. We verloren met 1-0. Die nederlaag wil ik gerust voor mijn rekening nemen. Maar die treffer had ook vermeden kunnen worden als de afspraken waren nageleefd. Begrijp je ?

“De oplossing is nochtans eenvoudig : beter een blok vormen, de steken van een ander willen en durven oprapen. De mentale weerbaarheid moet naar omhoog. We mogen niet blijven aanmodderen. Na pandoeringen zoals op Standard en Moeskroen zie je op maandag een foto in de krant waarop alleen de doelman staat afgebeeld. Dat raakt me.”

Niet panikeren

“Veel jongens denken te snel : het zal wel loslopen, we gaan ons wel redden. Ondertussen merk je wel dat die ploegen onderaan het klassement punten blijven sprokkelen. Panikeren mogen we zeker niet doen, want we moesten het in de terugronde toch al opnemen tegen Zulte Waregem, Gent, Anderlecht, Standard en Genk. In principe hebben we de minder sterke tegenstanders nog te goed. Maar dat is geen garantie op succes, bleek al.

“Ik vind dat we met de spelersgroep eens sneller zonder de trainer de koppen bij mekaar moeten steken en overleg moeten plegen. Bij Moeskroen was ik vier jaar aanvoerder. Ik had geen moeite om die verantwoordelijkheid op mij te nemen. Ooit heb ik daar zelfs eens met de blote vuist op tafel geslagen, puur uit woede. Ik kan je verzekeren, toen schrokken ze van de brave Francky. Nu rem ik mezelf wat af, merk ik. Ik weet niet waaraan het ligt, maar als nieuwkomer durf ik hier toch niet meteen mijn zegje te doen. Nochtans behoor ik samen met Harold Meyssen en Tom Van Mol tot de jongens met de meeste ervaring. Het ontbreekt me aan de kracht om zelf het initiatief te nemen. Denis Viane en Jimmy De Wulf zijn niet de jongens die de rest tot de orde roepen. Dat zit gewoon niet in hun karakter.

“Het heeft misschien een beetje met het kader te maken. Ik kom van een ploeg die bijzonder professioneel gestructureerd was. Yves Vanderhaeghe, die nu toch al een tijdje voor Anderlecht voetbalt, zegt dat Moeskroen qua organisatie de top van België is. Het totaalpakket – middagmaal, videoanalyse, medische begeleiding et cetera – blijft daar exceptioneel. Bij Cercle Brugge hebben ze niet dezelfde middelen, zijn ze beperkter in hun mogelijkheden. Als je net zeven doelpunten heb geslikt, ontbreekt de motivatie om te reageren. Ook de trainer raadde me aan om alles eerst eens goed te laten bezinken, die ontgoocheling niet te veel te tonen aan de andere jongens. Hoe raar het ook klinkt, maar ik heb die laksheid en berusting wat overgenomen. Ook al probeer ik daar tegen te vechten en had ik dat totaal niet verwacht. Het gebeurde automatisch. Ik laat me zeker niet gaan, bereid me ook niet minder professioneel voor op een duel. Alleen dat vurige verdwijnt wat. Mocht ik me eens laten gaan met een reactie, dan zou de rest dat niet aanvaarden, vrees ik. Er zouden ogen worden geopend, mocht ik eens ferm vloeken. Daarom hou ik ook wat afstand.”

Resultaatvoetbal

“We beschikken over een te brave spelersgroep. Door die laksheid slagen we er niet in om een rustig seizoen te beleven. FC Brussels, bijvoorbeeld, kan die aansluiting met de subtop wel bewerkstelligen, terwijl er in hun kern niet meer kwaliteit zit. Het ontbreekt ons aan leiders. We moeten dat eerlijk durven toegeven. Cercle is normaal gezien een team dat het moet hebben van zijn werkkracht en zijn organisatie, met Meyssen die er technisch wat boven uitsteekt en Darko Pivaljevic die voor de meeste doelpunten zorgt.

“Eigenlijk mag Cercle nooit in de problemen komen. Er wacht mij nog een belangrijke opdracht : punten pakken, zodanig dat we snel zekerheid krijgen over het behoud. Onze troeven ten opzichte van de concurrentie ? De kern bestaat hoofdzakelijk uit Belgische spelers, jongens die willen spelen voor mekaar. Er zijn teams waar er minder solidariteit bestaat.

“Wij worden altijd omschreven als een sympathiek ploegske, maar we mogen ook niet té sympathiek overkomen. We mogen ook eens het haar op onze tanden laten zien. Als je tegen de topploegen speelt – Anderlecht, Club Brugge, RC Genk en Standard – moet je ook eens met een behoudend systeem durven aantreden, eens proberen op een 0-0-gelijkspel te mikken. Zij moeten hun creativiteit dan maar eens tonen. Wij willen nog iets te vaak uitgaan van onze eigen sterkte. Aanpassen aan de tegenstander, dat staat niet in ons woordenboek. Het levert ons soms mooie wedstrijden en veel doelpunten op, maar het puntengewin is daarmee niet evenredig. We moeten geen schrik hebben om wat negatieve kritiek te krijgen als we onze spelwijze aanpassen, want waarom zouden we het recht niet hebben om eens puur resultaatvoetbal te spelen ? Die gelatenheid moet verdwijnen !”

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content