Vier jaar na de fusie tussen Zultse VV en vergane glorie SV Waregem promoveert SV Zulte-Waregem naar eerste klasse. ‘Het zal vooral fysiek zwaarder worden’, beseffen Stefan Leleu, Tony Sergeant en Steven Wostijn.

Sinds de eerste speeldag behoorde SV Zulte-Waregem steevast tot de eerste drie. De eerste periodetitel werd behaald met offensief voetbal en de West-Vlaamse trein denderde onverstoord voort. Het team van Francky Dury mocht zondag vieren in het Regenboogstadion. De wedstrijd tegen Antwerp op zich was wel een anticlimax. Zulte-Waregem verloor met 0-2, maar dankzij de overwinning van Roeselare tegen Geel, de enige overgebleven concurrent, was de titel toch een feit.

Eergisteren werkte voorzitter Willy Naessens al samen met de rest van het bestuur het scenario van eerste klasse verder uit. Het huidige budget van anderhalf miljoen euro willen ze, onder andere door de tv-rechten, aan de Gaverbeek verdubbelen tot drie miljoen. Er is sprake van een vijftal versterkingen en het behoud van de huidige kern, die ook volgend seizoen blijft zweren bij avondtrainingen. De West-Vlaamse fusieclub is immers niet van plan het voorbeeld te volgen van FC Brussels en KV Oostende, dat nagenoeg zijn hele spelersgroep veranderde na de promotie. Nuchterheid staat voorop.

Vorige zomer verliet verdediger Stefan Leleu, met 35 de ouderdomsdeken, net als aanvallende middenvelder Tony Sergeant (27) Antwerp voor het ambitieuze SV Zulte-Waregem. Rechterflankaanvaller Steven Wostijn (29) koos na een avontuur bij het Ivoriaans getinte Beveren ook voor een stapje terug. Het ervaren trio is perfect geplaatst om de overstap naar eerste klasse in te schatten. Wat is de sterkte/zwakte van dit Zulte-Waregem ? Welke gevaren loeren er om de hoek ? Welke kansen moeten er benut worden ?

Truitje nat maken

Steven Wostijn : “Wij zijn de verdiende kampioen, want we toonden toch de grootste regelmaat. We speelden zeker niet altijd even briljant, maar we konden vrij goed resultaatvoetbal brengen. Dat was een ferme troef. Als je tegen een verdedigende muur moet opboksen, zijn creativiteit en leepheid nodig. Ook gevechtsvoetbal beheersen we.”

Tony Sergeant : “Als je maar viermaal verliest, wil dat zeggen dat er veel maturiteit in je kern zit. Collectief zijn we een heel sterk blok, bijzonder moeilijk te ontwrichten.”

Stefan Leleu : “Een titel krijg je nooit op bestelling. Het bestuur stak voor het seizoen zijn nek uit, maar wist verdomd goed waarmee het bezig was. Elke transfer werd goed overwogen, er kwamen alleen maar jongens bij die passen bij de mentaliteit van de streek : harde werkers, gasten die geen schrik hebben om hun truitje nat te maken. Die inspanningen loonden, want de ambitie van de club werd snel overgezet op de spelers. Ik heb nog nooit zo veel honger gezien. Die titel was een leuke obsessie.”

Sergeant : “Dat de kloof zo groot is, moet je wat relativeren, vind ik. Zo oppermachtig waren we nu ook niet, alleen veel efficiënter. Er zat meer continuïteit in onze uitslagen. Aan de winterstop zag het er nog naar uit dat het een lange race zou worden. Antwerp liet het afweten op de momenten van de waarheid. Wij waren meer een groep, zij misschien eerder een verzameling van individuen.”

Leleu : “Als je constant presteert, krijg je altijd loon naar werken. Kwaliteit moet primeren. Antwerp beschikt over een grotere spelersgroep, maar één die onevenwichtig werd samengesteld. Regi Van Acker ondervindt er nu nog altijd de gevolgen van ( grijnst). Ze springen daar graag eens van de hak op de tak. Zulte-Waregem heeft wel visie én financiële middelen. Je wordt hier ook niet geconfronteerd met allerlei externe factoren. Als speler kan je je volledig toeleggen op het voetbal. Scherpte tijdens de trainingen is nodig, anders vlieg je naar de bank. Ik werd er de eerste vijf wedstrijden mee geconfronteerd. Sébastien Stassin was goed bezig en verdiende te spelen. Dan denk je wel even : oei, wat gebeurt er nu. Terugknokken was de boodschap. Hier krijg je geen basisplaats op een schoteltje aangeboden.”

Gerichte aankopen

Leleu : “Deze club is klaar voor eerste klasse. Het gaat er bij Zulte-Waregem vrij professioneel aan toe, al zijn sommige details nog voor verbetering vatbaar. Dan denk ik spontaan aan de dagelijkse aanwezigheid van een kinesist of dokter voor en na de trainingen. Die beschikbaarheid moet omhoog. Want volgend seizoen zal het fysiek veel zwaarder worden, we zullen elke week diep moeten gaan in onze krachten. De belasting zal voor vele jongens vergroten, ook omdat het overgrote deel nog overdag werkt.”

Sergeant : “Bij Antwerp ging het er veel amateuristischer aan toe. Ook al zijn de middelen van Zulte-Waregem iets minder, er wordt veel doordachter gewerkt. De trainingen zijn bijzonder gestructureerd. Vooraf krijg je een gedetailleerde uitleg en er zit een bedoeling achter elke oefening die je uitvoert.”

Wostijn : “We werken hier met cyclussen van zes weken. Bij Beveren speelde ik bijna een heel seizoen tennisvoetbal op training. Veel wedstrijden op de korte ruimte, een beetje onderhouden van de techniek. Hier bloeide ik weer open, hervond ik mijn voetbalplezier. Beveren was een andere cultuur, daar voelde ik me een vreemdeling tussen allemaal buitenlanders. Het knokkersvoetbal van tweede vergde de grootste aanpassing. Je wordt geconfronteerd met meer lopers. In eerste klasse krijg je als aanvaller toch iets meer tijd.”

Sergeant : “Veel tweedeklassers moeten het hebben van hun karakter, beschikken niet echt over spelers die op hun eentje het verschil kunnen maken. Wij verkeren ook in dat geval. Maar ons voordeel is dat we over veel voetballend vermogen en inzicht beschikken.”

Leleu : “Toch zijn we soms nog iets te braaf. Dan laten we de tegenstanders iets te vrijuit voetballen. Vaak ben ik het dan die even met een zware charge of een professionele fout – noem het zoals je wil – moet tonen dat we ons niet laten wegzetten.”

Wostijn : “Ho ho, jij en Ludwin Van Nieuwenhuyze durven toch wel eens het smeerlapke uithangen op het veld.”

Sergeant : “De komst van Ibrahim Tankary was een geschenk uit de hemel. Een ideale versterking, want hij kende tweede klasse en hij is altijd goed voor minimaal tien doelpunten.”

Wostijn : “Hier doen ze echt gerichte aankopen, zoals Ivica Jarakovic, Sven Van der Jeugt of Pascal Renier. Zulte-Waregem is echt wel op zijn hoede.”

Leleu : “In deze groep zitten is echt een plezier. Dat zeg ik niet omdat we alleen maar succes kennen. Na twee dagen zonder training mis je al dat kleedkamergevoel. We werden op korte tijd een echte bende vrienden, waar het onderlinge respect heel groot is. Die band zet zich verder op het terrein.”

Wostijn : “Ook de trainer heeft daar zijn aandeel in. Francky Dury staat heel dicht bij de groep en pleegt veel overleg met zijn spelers.”

Leleu ( lacht): “Zoals bij deRechtvaardige Rechters : streng, maar rechtvaardig. Onze sterkte is ook dat we tactisch flexibel zijn. Iedere speler weet perfect wat te doen als we tijdens de wedstrijd van een 3-5-2 overschakelen naar 4-4-2. Bovendien brachten de wijzigingen van de trainer altijd iets teweeg. Er zit altijd een visie achter. Als Wouter Vandendriessche wordt ingebracht, dan weten we dat er voor meer diepgang op de flank wordt gekozen.”

Sergeant : “De verschillende scenario’s worden vooraf ook doorgenomen. Improviseren staat niet in het woordenboek van onze trainer. Wij kwamen dit seizoen nooit voor verrassingen te staan.”

Leleu : ” Guy Veldeman viel snel geblesseerd uit. Bij gebrek aan een linksachter posteerde de trainer de rechtsvoetige Stijn Minne daar. Hij had met Renier een andere vervanger, maar zag geen reden om de sterk spelende Minne te vervangen. Die duidelijkheid wordt door iedereen gerespecteerd.”

Ervaring nodig

Wostijn : “Werken en eerste klasse, het is volgens mij geen ideale combinatie. Maar ik kan de club begrijpen dat ze die optie eens een seizoen wil proberen.”

Sergeant : “Je moet inderdaad als speler in sterke schoenen staan om dat te presteren. Op termijn krijg je te maken met vermoeidheid, door de opeenvolging van inspanningen door een job met zwaardere trainingen.”

Leleu : “Het is goed dat de meesten altijd hebben gewerkt en weten wat het vraagt om ’s avonds te trainen. Voldoende rust inbouwen wordt belangrijk. Meteen overschakelen naar een profstatuut zou voor deze club iets te drastisch zijn. Niet veel jongens staan te springen om hun vaste job op te geven. Dat blijven allemaal grote vraagtekens. Een overbruggingsjaar moet kunnen. Maar zodra je geblesseerd raakt, vrees ik voor de revalidatie. Als je, in plaats van bij de kinesist of dokter te gaan, moet werken, tja dan ontstaan er problemen. Tenzij je over een werkgever beschikt die bijzonder voetbalminded is.”

Wostijn : “Hoe gaan nieuwkomers daarop reageren, vraag ik me af. Doorgewinterde profs, met jaren ervaring in eerste klasse, willen toch tweemaal daags trainen.”

Sergeant : “Het is de bedoeling om ook overdag te trainen, vernam ik.”

Leleu : “Met drie ervaren ratten erbij draaien we volgend seizoen probleemloos mee in de middenmoot. Gasten die op moeilijke momenten, tijdens de wedstrijd, de rust bewaren en de scheidsrechters kunnen bespelen. Daarom moeten we ons spiegelen aan Germinal Ekeren vroeger en Westerlo, dat in zijn beginjaren op het hoogste niveau Frank Dauwen, Cisse Severeyns en Rudi Janssens kocht. Ik vind het jammer dat Chris Janssens niet komt. Een karaktervent, met een loeier van een afstandsschot en een echte winnaar. Een Steve Dugardein, die misschien degradeert met Caen, mag van mij altijd komen.”

Wostijn : “We hebben zeker vijf direct inzetbare spelers nodig. Jongens die minstens 25 duels per seizoen spelen. En het liefst de rest van de kern bijeenhouden.”

Leleu : “Ik ben eens benieuwd wat Frederik D’Hollander, Nathan D’Haemers en Ludwin Van Nieuwenhuyze in hun mars hebben. Ook Frédéric Dupré en Stijn Meert hebben nog groeimarge.”

Sergeant : “Die verleggen meer en meer hun grenzen, lopen zeker niet op de toppen van hun tenen.”

Wostijn : “Vergeet Tankary niet. Als je in tweede klasse kan scoren, verleer je dat niet in eerste. D’Hollander maakt er volgend seizoen zeker tien.”

Leleu : ” Piet Verschelde scoorde ook van eerste tot vierde klasse.”

Wostijn : “Het zijn spitsen die geen grote kansen nodig hebben om een doelpunt te maken.”

Leleu : “Mijn logica zegt dat je direct na een promotie meestal een zorgeloos seizoen beleeft. Ik maakte het mee bij Antwerp, waar we zonder Darko Pivaljevic vrij moeiteloos veertig punten haalden.”

Sergeant : “We moeten onze kampioenenploeg zo veel mogelijk intact houden. Als we het naar de winterstop moeilijk krijgen, moet er dan maar ingegrepen worden. Maar ik heb geen schrik. Het team zal wel voldoende gewapend zijn om te overleven in eerste klasse.”

Leleu : “Zoals altijd zal het gezond boerenverstand hier wel zegevieren.”

Frédéric Vanheule

‘Improviseren staat niet in het woordenboek van onze trainer.’ (Tony Sergeant)

‘Met drie ervaren spelers erbij draaien we volgend seizoen probleemloos mee in de middenmoot. ‘ (Stefan Leleu)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content