DIRK GEERAERD MAAKT VOLGEND SEIZOEN ZIJN COMEBACK IN DE JUPILER PRO LEAGUE. HIJ TEKENDE BIJ WAASLAND-BEVEREN EEN NIEUW CONTRACT VAN EEN JAAR MET OPTIE.

Een contract van één jaar met optie, dat is niet lang.

“Dat komt omdat een contract van langere duur bij onmiddellijke degradatie door een bepaalde wetgeving voor een club de doodsteek kan betekenen. Vandaar die voorzichtigheid.”

Wat houdt die optie in?

“Dat zal afhangen van de resultaten. Er is niemand die zegt dat er niet voor een langere termijn met elkaar kan worden doorgegaan, maar daar moeten we nu niet aan denken. We zullen eerst eens bekijken hoe deze club, die tenslotte nog maar twee jaar bestaat, zich als geheel zal positioneren in eerste.”

Het eerste persbericht over de contractbesprekingen luidde: de partijen zijn uit elkaar gegaan zonder akkoord.

“Ik had een contract van onbepaalde duur om de nieuwe club in drie jaar naar eerste te proberen te brengen. De afspraak was: eens het zover is, gaan we weer rond de tafel zitten. Dat zou gebeuren de zaterdag na de laatste wedstrijd van de eindronde, maar doordat er op dat moment zoveel op de club afkwam, paste dat uiteindelijk niet. Naar de buitenwereld werd er toen gecommuniceerd dat er nog geen akkoord was, maar er was ook nog niet onderhandeld geweest. De donderdag daarna zijn we er vrij snel uitgeraakt, ook omdat er mij voor de start van de eindronde was gezegd: stel dat het lukt, dan ben jij de eerste man om onze ploeg ook in eerste te leiden.”

Je stopt met jouw halftijdse job op de personeelsdienst van de luchthaven van Zaventem?

“Ja, vooraleer ik met Waasland-Beveren rond de tafel ben gaan zitten, nam ik daar de dingen eens door. Toen bleek dat zij mijn situatie begrijpen, willen meewerken en mij de garantie bieden dat ik kan terugkeren in het geval het niet mocht lukken.”

Je moet dus niet meer om halfvijf ’s ochtends opstaan om al om zes uur in Zaventem te kunnen beginnen werken om daarna tijdig op de training in Beveren te kunnen zijn.

“Neen. Ik werkte maandag, donderdag en vrijdagvoormiddag en dat was op sommige dagen soms een moeilijke situatie, maar het ging. Gelukkig zijn ze in Zaventem altijd heel meegaand geweest.”

Wat betekent het voor jou persoonlijk om te kunnen terugkeren naar de eerste klasse?

“Het ontgoochelde mij dat na bijna twee en een half jaar als hoofdtrainer van SV Roeselare niemand in eerste nog in mij geïnteresseerd was, zelfs niet voor een andere functie dan die van hoofdtrainer. Hoewel ik in mijn carrière ook lange tijd met jeugd werkte, in alle categorieën, en hoewel ik twintig jaar als sociaal assistent werkte, over mensenkennis en over administratieve kennis beschik. Terwijl mensen die nog nooit in het voetbal gezeten hadden plots vanuit het niets geplukt werden voor een bepaalde positie. Dan denk je: het gaat niet om wat je kunt, maar om wie je kent. Ik moet zeggen dat het dan toch veel voldoening schenkt om vanuit tweede terug te kunnen keren in hetgeen je in principe het best zou moeten kunnen.”

Ben je veranderd sinds jouw periode bij SV Roeselare?

“Absoluut niet, zegt niet alleen mijn vrouw. Iedereen zegt dat ik nog altijd helemaal dezelfde ben.”

Dat belooft! Want we herinneren jou ook als iemand die niet kan verliezen, terwijl dat in eerste met een ploeg die uit tweede komt wellicht vaak zal gebeuren.

“Ik bedoel: ik ben niet veranderd in de zin dat ik nog altijd geen toneelspeler ben. Maar ik vlieg wel niet meer naar de tribune. Opmerkingen tegenover de scheidsrechter kan ik al rustiger aanbrengen en ik voel dat ik nu ook meer respect krijg van de scheidsrechters.”

Hoe stabiel zal de ploeg en de positie van de trainer volgend seizoen in eerste zijn?

“Goh, dat zal hoofdzakelijk van een drietal zaken afhangen. Ten eerste: van de mate waarin de kern waarmee gespeeld wordt gewapend zal zijn om de strijd aan te gaan. Ten tweede: ook een beetje van de kalender. Want als je de eerste drie wedstrijden tegen Club Brugge, Anderlecht en Standard moet spelen en je haalt nul op negen, dan weet je dat je al meteen de pers over je heen krijgt en dat de indruk zal ontstaan dat er niets nog deugt. En ten derde: van het vertrouwen van het bestuur. Dat zal heel bepalend zijn, denk ik. Je hebt mensen nodig die rust uitstralen en niet panikeren.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content