De eerste contacten tussen de nieuwe Rode Duivel Adnan Januzaj en de Belgische pers verliepen rustig.

Maandag 19 mei. Twee nieuwkomers melden zich bij de Rode Duivels, die hier in Genk hun eerste dag ingaan van de ultieme WK-voorbereiding. Adnan Januzaj stelt zich discreet op. Hij weet dat hij niet door iedereen met open armen ontvangen is. Niet door een aantal spelers, die voor hun eigen stek vechten, en ook niet door een aantal analisten, die hem enige vorm van opportunisme aanwrijven, omdat hij zich zo laat voor de Duivels heeft uitgesproken.

Uiteindelijk laat hij hier in Genk alleen zijn talent spreken. Dat volstaat op zich om een plaats bij de laatste 23 te rechtvaardigen. Wie bij Manchester United voetbalt, over zo’n techniek beschikt en genoemd wordt als opvolger voor Ryan Giggs heeft een plaats in de nationale selectie niet gestolen.

Zijn eerste passen op het veld zijn symbolisch. Zoals hij daar rondjes loopt, tussen Marouane Fellaini, zijn ploegmaat van Manchester, die zich over hem ontfermt, en Kevin Mirallas, die in een onbewaakt moment in een eerste spontane reactie aangaf dat Januzaj misschien geen selectie verdiende omdat hij de groep niet kende. Alsof de positiekeuze bij het rondjes lopen aangaf dat er al een verzoening was gebeurd. Ook al maakte hij de volgende ochtend op het veld kennis met de harde studs van Moussa Dembélé, toch liep de aanpassing aan de andere spelers vrij vlot. “Ik kan hem na amper één training moeilijk al typeren, maar dat hij hier bij ons loopt, betekent dat hij kwaliteiten heeft”, gaf Dries Mertens aan, een van de spelers voor wie de komst van Januzaj extra concurrentie betekent. “Marc Wilmots heeft hem gescout en het is niet zijn gewoonte om daar domme dingen uit te besluiten.” Nicolas Lombaerts vond dan weer dat Januzaj veel kwaliteiten toonde en apprecieerde de bescheidenheid van de nieuwkomer in de kleedkamer.

Restte de manier waarop het eerste contact met de pers zou gebeuren. Meer dan voor elke andere nieuwkomer waren de verwachtingen hooggespannen, want Januzaj had voorheen nog nooit rechtstreeks met de Belgische pers gepraat. Daardoor wist niemand pakweg hoe zijn stem klonk en welke taal hij zou spreken. De vragen lagen voor de hand: waarom koos hij voor België? Waarom net nu? Kreeg hij garanties van Wilmots? Wat vond hij zelf van zijn onthaal door de groep?

Doofstommen

Wilmots was zich terdege bewust van de valkuilen die achter sommige vragen konden schuilen en zorgde ervoor dat zijn nieuwe speler niet alleen in de leeuwenkuil belandde, door hem de hele tijd bij te staan en zelf tussenbeide te komen wanneer een vraag in een richting ging die hem niet beviel.

Het contrast was groot met de persintroductie van die andere nieuwkomer, Divock Origi,de volgende middag. Die stond de pers in zijn eentje te woord, gewoon rechtopstaand in een hoek van de Genkse perszaal, vrijuit pratend. Januzaj daarentegen zat aan de perstafel, naast Wilmots, in een rolverdeling die tevoren goed vastgelegd was.

Uiteindelijk liep het allemaal goed af. “Ik ben hier geboren, ik ben hier naar school geweest. Ik heb mijn tijd genomen om over een keuze na te denken, omdat ik me eerst wilde concentreren op mijn club, wetende dat de rest vanzelf zou gaan.” Op de vraag of hij de mogelijkheid openhield om nog van landskeuze te veranderen zo lang hij nog geen minuut gespeeld had, repliceerde hij: “Ik ben hier en ik ben van plan om bij dit team te blijven”, alvorens Wilmots hem onderbrak en zei: “Ik geloof dat hij zijn keuze gemaakt heeft. Dat lijkt me duidelijk, niet?”

In die eerste week liep, na de confrontatie met de pers, de integratie van Januzaj vlot. “Als ik hem erbij neem, weet ik wat me te wachten staat”, had Wilmots nog duidelijk gemaakt bij het begin van de week. “Ik heb nooit problemen gehad met de integratie van een nieuwkomer, omdat de groep zelf duidelijk de weg aangeeft die gevolgd moet worden. Mijn doel is dat ik niet meer tussenbeide moet komen en dat de spelers elkaar controleren en sturen. Toen ik deze selectie twee jaar geleden in handen kreeg, trof ik een bende doofstommen aan. Daarom heb ik de koptelefoons en de telefoons verboden, opdat ze met elkaar zouden leren communiceren.”

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content