Vier verschillende doelpuntenmakers in de Europese wedstrijd en vijf namen op het scoreblad tegen Westerlo. Het gevaar komt bij Club Brugge dezer dagen van alle kanten. De vernieuwing heeft haar start niet gemist.

Zelden hoor je vlak voor de start van de competitie een trainer verklaren dat zijn ploeg er klaar voor is. Adrie Koster durfde dat donderdag wel, ook al moest hij de voorbije zes weken zestien nieuwe spelers inpassen. Tien echte nieuwkomers én zes jongeren uit de opleiding. Dat is toch een pak werk, zou je zeggen. Maar de Nederlander kreeg gelijk, bij zijn eerste twee officiële wedstrijden, een Europese en een Belgische, heeft Club de start niet gemist. Negen doelpunten gemaakt, slechts eentje tegen. Wie vreesde dat na het vertrek van Ronald Vargas en Ivan Perisic alles op de nek van Björn Vleminckx zou vallen, kwam bedrogen uit. Zowel tegen Qarabag als tegen Westerlo droegen de doelpuntenmakers allemaal verschillende namen. Met wel die nuance: het was twee keer Vleminckx die de ban brak en daarna telkens Victor Vázquez die verdubbelde. En de eerste is altijd de moeilijkste, zullen veel spitsen getuigen.

Dat Club slechts één tegengoal pakte, mag eigenlijk niet verbazen. De tegenstanders van de West-Vlamingen kwamen beiden naar Jan Breydel om te verdedigen. De defensie kwam dan ook amper onder druk. Een paar vaststellingen toch: Ryan Donk trekt defensief de goeie lijn van vorig seizoen door en scoorde in beide matchen. Zijn partner achterin, Michael Almebäck, is ontzettend snel en stevig in de duels, maar mist goeie voetjes bij het inspelen of tussenbeide komen. Op linksachter blijven vraagtekens. Fredrik Stenman speelde tegen de Azeri’s offensief degelijk, maar liet zich defensief een paar keer knullig rollen – daar kwam ook de tegengoal uit voort. Vanwege een blessure bij Stenman kreeg zondag Jimmy De Jonghe een kans. Offensief uitmuntend, maar defensief niet getest, vanwege te laag hangende flanken van Westerlo. Een leuk begin, zeker niet meer.

Maar goed, dat Club weinig weggaf, was ook de eigen verdienste, defensief staat het eigenlijk al vanaf Nieuwjaar als een huis, signaleert ook Carl Hoefkens, naar Brugge gekomen als rechtsachter en daar nu voor het eerst met een echte concurrent bikkelend voor een basisplaats. Hoefkens: “Ik denk dat we vorig jaar al heel sterk waren op verdedigend vlak. Colin Coosemans was, eens hij begon te spelen vlak voor de winterstop, de minst gepasseerde doelman. En ik geloof dat we in tien wedstrijden tijdens de play-offs zes doelpunten tegen kregen, tegen de beste ploegen van België. Verdedigend stond het allemaal op punt en daar is nu nog kwaliteit bij. En concurrentie. Vorig jaar hebben we te dikwijls als er iemand uitviel in de verdediging moeten schuiven. Nu zal dat niet waar zijn.”

Scoren

Schuiven lijkt Koster niet al te zeer van plan dit seizoen. NikiZimling of ThibautVan Acker (of FriesDeschilder, als de Gentenaar geblesseerd is zoals zondag): dat zijn de mannen van de organisatie voor de verdediging. Mannen die daar blijven, want als er al eens iemand doorschoof, was het Ryan Donk. Kwetsbaar in de omschakeling toonde Club zich (nog) niet.

Voor de verdediging geen VadisOdjidja meer, vorig seizoen bleek dat zes maanden niet te werken, na Nieuwjaar werd dat bijgestuurd. Te kwetsbaar in de omschakeling bleek Club, als de spelmaker/verdedigende middenvelder zich offensief met de zaken ging bemoeien. Odjidja speelt nu hogerop, rechts in de driehoek, en is met de komst van Vázquez ook niet langer de enige bij wie alles moet vertrekken. Hoefkens: “Ik heb Vadis vorig jaar daar ook al gigantische matchen zien spelen en die is nu ook weer honderd procent. Daar gaan we opnieuw mooie dingen van zien.”

Dat meent ook Nabil Dirar, nog eentje die duidelijkheid heeft over zijn plaats: rechtsbuiten. Niet direct op links – waar Maxime Lestienne als doublure van Ilor Refaelov tegen Westerlo speelde en Thomas Meunier tegen de Azeri’s – noch centraal in een vrije rol. Dirar is rechtsbuiten, punt. Want dat viel ook twee keer op. Wisselden Dirar en Perisic vorig seizoen nog wel eens van flank in de loop van een wedstrijd, dit keer ging de Marokkaan nooit aan de andere kant postvatten.

Dirar ziet variatie in de rol van Odjidja: “Vadis zal nu meer vrijheid hebben, hij gaat niet de hele tijd het spel moeten maken. Victor gaat dat ook doen, net als Rafa. Op die manier kan Vadis zich even doen vergeten en voor doel verschijnen om af te werken. Hij heeft dit jaar een heel mooie rol. Technisch is hij zeer goed en zijn kracht is zijn tweevoetigheid.” Zondag opende alvast ook hij zijn scoreboekje, toen hij een actie van Dirar, ingeleid door Vázquez, mooi afrondde.

Offensief was de vraag vooraf: wie gaat voor de goals zorgen? Vorig seizoen was dat een pijnpunt. Club verloor twee doelpuntenmakers, maar eigenlijk had het er in een wedstrijd telkens maar eentje. Hoefkens verduidelijkt: “We mogen niet vergeten dat Perisic zijn doelpunten pas heel laat in de competitie is beginnen te maken en dat Vargas er in de tweede ronde niet bij was. Er was er dus eigenlijk altijd maar eentje. Vaak bleek dat we moeite hadden met scoren op momenten dat we bovenlagen. Als we nu dat probleem kunnen verhelpen, kunnen we een grote stap voorwaarts zetten.”

In de eerste twee wedstrijden leek dat probleem inderdaad verholpen. Waarbij het gevaar uit alle hoeken kwam. Donderdag scoorden Vleminckx, Vázquez, Donk en Dirar, zondag Vleminckx, Vazquez, Odjidja, Meunier en Donk. Opvallend: vaak kwam het gevaar van en verliep de actie over de rechterkant. Dat hoeft op zich niks te verbazen, zegt Dirar:”De rechterkant van de ploeg is dezelfde gebleven, de linker is vernieuwd.” Het middenveld van Club wordt ook gedomineerd – ook al zijn ze tweevoetig – door rechtspoten, die wat makkelijker aan die kant openen. Voorlopig gaat het nog allemaal wat ten koste van de Israëliër Refaelov, een zeer goeie voetballer die op dit moment evenwel nog weinig efficiëntie uit zijn acties haalt en te vaak neergaat in de duels. Hij wordt ook nog geregeld overgeslagen, in dit Club zit qua automatismen nog veel rek. Maar ook daar zie je het oog van de meester. Nu de aanpassing van Vázquez goed lijkt te verlopen (twee goals, grote betrokkenheid in het spel, een paar mensen in de club die Spaans leren om de conversatie te vergemakkelijken) haalde Koster de Spanjaard tegen Westerlo in de tweede helft naar de kant en liet hij Refaelov centraal wat dartelen en een goed balgevoel krijgen. De punten waren toch binnen en de tegenstander murw. Het zal hem deugd hebben gedaan en zo kwam Maxime Lestienne ook aan speelminuten.

Ook opvallend na twee matchen: het korte werk in balbezit. Club probeert van achteren uit op te bouwen en met korte passes de tegenstander uit verband te spelen. Het technische vermogen van de groep is opgekrikt. Donk heeft zijn lange bal afgezworen, wilde centers van net over de middellijn richting spits waarbij aansluitende middenvelders voor de afvallende bal moeten duelleren, zie je ook niet vaak meer. Het lukt allemaal nog verre van perfect, aan de voeten van Almebäck is veel werk voor de linietrainers en Zimling schuwde zondag tot ergernis van Koster voor de rust zijn passes diep en met wat risico te geven, zodat het tempo te laag bleef. En, o ironie: het was net een lange bal van Donk en goed doorjagen van Vleminckx op de afvallende bal die de wedstrijd openbrak. Maar goed, uitzonderingen zijn geen regel.

Vijf centimeter slijk

“De kracht van de vernieuwing is de honger. De drang om zich te bewijzen, beter te doen dan vorig jaar”, signaleerde Carl Hoefkens dinsdag voor het grote werk begon. Hoe lang die honger duurt, zal nu moeten blijken. Tegen Qarabag werd er direct gretig gejaagd en druk gezet, ook door de vedetten. Tegen Westerlo was dat voor de rust al een pak minder. De boel scherp houden wordt de boodschap. Hoefkens, gelouterd door vele oorlogen: “Eens het begint te lopen en we kunnen van winnen een gewoonte maken, kan dit Brugge heel veel mensen verbazen. Vorig jaar was er ook talent, maar ontbrak het aan regelmaat. De ene wedstrijd alles, een andere niks, en onze slechte start zijn we nooit te boven gekomen. Een achterstand was ook goed voor paniek. We gingen direct anders voetballen en dat was nergens voor nodig. Je moet altijd van je eigen kwaliteiten uitgaan.”

Die zijn er, maar bieden geen garantie. Zie Westerlo voor de rust: een helft van nul kansen. Hoefkens: “Ik denk dat we heel veel wedstrijden gaan winnen, maar er zullen ook matchen komen waarin we op onze bek gaan. Refaelov en Vázquez gaan sowieso nog aanpassing nodig hebben. Misschien lijkt dat nu niet zo, is dat nog allemaal frivool. Het is maar op het moment dat het allemaal even minder is en we op ons gezicht gaan dat moet blijken hoe sterk deze groep écht is. Ik hoop dat we op dat moment terug kunnen slaan en direct opstaan. Dat bepaalt of een ploeg kan meedoen voor de prijzen. Op belangrijke momenten staan grote spelers altijd op. Als WayneRooney vorig seizoen tegen Manchester City op een fantastische manier scoort, is dat omdat het moment belangrijk is. Björn heeft zijn goaltjes in Nederland gemaakt, daar heb ik heel veel vertrouwen in. Ook in de anderen heb ik dat, het zal alleen belangrijk zijn hoe ze zich aanpassen aan de Belgische competitie. Nu is het allemaal leuk en goed, het is zomer, de veldjes liggen mooi, je kunt met korte noppen spelen. Maar er gaat een moment komen dat je naar – ik zeg maar wat – Zulte Waregem of Bergen moet met vijf centimeter slijk op het veld. Dat zijn momenten waarop de Belgische competitie heel moeilijk is voor buitenlandse spelers. Zulke wedstrijden moet je winnen op karakter en inzet. Maar talent – daar twijfelt niemand aan – is absoluut aanwezig.”

Dirar knikt: “Vargas begon ook maar te renderen in zijn derde seizoen. De wedstrijd van zondag vond ik richtinggevender dan de wedstrijd tegen Qarabag. Voor hen waren wij een onbekende. Westerlo kende ons goed en had veel meer ervaring. Met al die wissels ben ik wel blij dat ik ben gebleven. Op een bepaald moment had ik een kruis gemaakt over Club Brugge. Ik las in de krant dat ze me wilden laten vertrekken en dacht: oké, zo zij het, ik speel mijn matchen, blijf in het ritme en dan zien we wel. Maar toen ik dan al die veranderingen zag en met het bestuur praatte, hoorde wat ze me voorstelden en dat ze veel op me rekenden, dacht ik: oké, ik vind het hier leuk in België, dus waarom niet? Wat vorig jaar gebeurde: ik beloof niet dat het niet weer zal voorvallen, maar ik hoop van niet. Het doel is meer scoren. Veel meer zelfs. En prijzen winnen met Club.”

door peter t’kint – beelden reporters

“Op het moment dat het allemaal even minder is en we op ons gezicht gaan, moet blijken hoe sterk deze groep écht is.” Carl Hoefkens

“Vadis Odjidja heeft dit jaar een heel mooie rol.” Nabil Dirar

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content