Voor Jonathan Blondel is in Brugge het seizoen begonnen waarin hij kritiek en twijfels tot vooroordelen kan degraderen. ‘Ik probeer zo simpel mogelijk te spelen.’

De stugge Ram uit Ploegsteert kan niet wachten tot de sleutel is gevonden. Bovendien begint het hem hier buiten voor de deur ook wat frisjes te worden. In de gang op een bankje moet het interview dan maar. Over hoe hij, Jonathan Blondel, bij Club Brugge als verdedigende middenvelder aan zijn tweede leven is begonnen. Dat van profvoetballer.

Emilio Ferrera legt uit dat hij jou als verdedigende middenvelder uitspeelt omdat hij je statistieken op de flank te matig vond. Je scoorde voor die positie te weinig en je gaf te weinig assists. Als verdedigende middenvelder ligt wat dat betreft minder druk op je en dat, zegt Ferrera, moet je spel ten goede komen.

Jonathan Blondel, vóór afgelopen weekend : “Het is waar dat men vroeger van mij assists en doelpunten verwachtte, hoewel dat niet echt een specialiteit is van mij. Nu voel ik me meer bevrijd. Ik speel eindelijk op de positie waarop ik vroeger ook altijd voetbalde. Ik voel me daar beter. En dan kan ik de club het meeste bijbrengen. Ik ben meer een speler van de assists dan een speler die veel scoort.”

Paul van Himst vond je destijds een echte linkerflankspeler. In Spanje, zei hij, zou je elke match zo meedoen. Foute inschatting ?

“Ik beschouw mijzelf niet als een aanvaller. Bij Moeskroen en in Engeland heb ik altijd in het midden gespeeld. Zeker in Engeland, waar ik verdedigende middenvelder was. Ik hoor in een systeem met twee verdedigende middenvelders of met drie centrale spelers in het midden. Iedereen denkt dat ik offensief ben, maar ik heb mijzelf altijd een middenvelder gevonden. Bij Moeskroen heb ik wel eens als nummer tien gespeeld, maar ook als verdedigende middenvelder. Nu beschouw ik me als verdedigende middenvelder.”

Simpel spelen

Jan Ceulemans speelde je op een gegeven moment zelfs uit als linksachter om, zo zei hij, je te leren wat een positie houden betekent. Heeft dat je iets bijgebracht ?

“Goh, hij heeft mij daar vooral gezet omdat hij niks anders had, denk ik. Ik heb geprobeerd het maximum te doen. Het zal mij wel geleerd hebben om in positie te blijven en om niet altíjd te gaan, maar mijn plaats is dáár niet.”

Hugo Broos vond je destijds meer een type Alain Giresse dan een Marc Degryse. Juist omdat je aanvallend minder bracht. Hij had dat toen blijkbaar al goed gezien.

“Als hij het zegt, zal het misschien wel zo zijn. Ik probeer gewoon zo simpel mogelijk te spelen. Dat is alles.”

Wat is het belang van Sven Vermant naast jou op het middenveld ?

“Hij stuurt mij veel bij, praat veel met mij, want wij moeten met de centrale verdediging een vierkant blijven vormen. Tactisch draait het beter dan vorig seizoen. Toen stonden we tactisch nergens. Nu moeten bijvoorbeeld de spitsen bij balverlies meeverdedigen in de rug van de verdedigende middenvelders van de tegenstander. Vorig jaar stonden we wat dat betreft nergens. Het lukt nu elke wedstrijd beter.”

In de voorbereiding liet Emilio Ferrera telkens Ivan Leko invallen voor Vermant. Jou liet hij staan. Dat moet je een goed gevoel hebben gegeven.

“Ja, Ivan ging dan links spelen en ik schoof naar rechts. Rechts in het midden kan ik desnoods ook spelen. Het is alleen een kwestie van vertrouwen. Ik speel veel op vertrouwen. Dat speelt een grote rol. Dat de trainer mij na de eerste wedstrijd van de competitie op Champions League-niveau vond voetballen, deed mij veel plezier, na al wat er vorig seizoen was gebeurd. Het geeft mij de goesting om nu dóór te doen voor de rest van het seizoen.”

Gaf Ceulemans je geen vertrouwen dan ?

“Hij praatte nooit met mij, dus ik wist niet echt wat hij wilde. Toen ik aan de kant gelaten werd, wist ik dat ik iets zou moeten zoeken om weer te kunnen spelen en zat ik mentaal toch wat in de put.”

Kalmer geworden

Om nog eens op dat ‘spelen op vertrouwen’ terug te komen : soms lijk je dat wat te veel te doen en ga je onbezonnen tackelen.

“Mwa, ik zie dat niet als een overschot aan vertrouwen, maar eerder als een goesting om de bal te willen en vol in duel te gaan. Maar ik denk dat ik veel kalmer geworden ben in vergelijking met vorig seizoen.”

In de voorbereiding tegen Metz en in de eerste wedstrijd tegen AA Gent tackelde je twee keer fors met de voeten vooruit. Zal je dat er ooit uit krijgen ?

“Het zit in mijn spel. Ik wil, zoals ik al zei, de bal veroveren, duels winnen en dan doe ik dat echt niet met de intentie om anderen te blesseren. Voilà. Maar ik denk dat ik door meer te spelen zal leren om dat te beperken en overeind te blijven in plaats van mij altijd te willen smijten.

Je hebt toevallig geen weddenschap lopen over het aantal kaarten dat je dit keer maar zal pakken ?

“Mja, toch wel, Englebert en Dufer hadden mij voor de competitie gezegd dat de eerste gele kaart wel weer voor mij zou zijn. Ze hebben gelijk gekregen ( lacht). Maar ik ga proberen er verder zo weinig mogelijk te krijgen.”

Van Birger Maertens kan je wel wat opsteken : hij leek onder Sollied op een gegeven moment te gaan grossieren in rode kaarten, maar pakte vorig seizoen als verdediger maar drie keer geel in drieendertig wedstrijden.

“Niet dat ik er speciaal met hem over gepraat heb, maar we hebben wel, laat ons zeggen, een vergelijkbaar karakter. Zoals hij vorig seizoen speelde, toonde dat hij gekalmeerd is. Hij is natuurlijk ook al wat ouder, ik ben nog maar 22.”

En hij heeft een vrouw en kinderen.

“Inderdaad, ja.”

Dus je weet wat je te doen staat.

“( lacht).”

Je had toch een vriendin, niet ?

“Ja, maar dat is afgelopen. En uitgaan doe ik niet meer.”

Je zal een lief in het voetbal moeten vinden dan.

“Dat is niet wat op dit moment het belangrijkste is. Sinds ik dichter bij Brugge woon… je suis complètement dans le football. Ik weet dat ik fouten heb gemaakt – in de periodes dat ik geblesseerd was, ging ik vaak uit – maar dat behoort tot het verleden en daar praat ik niet meer over. Maar iedereen spreekt mij daar wel op aan.”

Beste oplossing

Omdat je veel in Noord-Frankrijk wegging, Roubaix, Rijssel, waar men je toch niet kende en je je gang kon gaan.

“Neen, toch niet. Ik ging alleen hier in de buurt van de club wel eens weg.”

Hoe dan ook, Club zou je voor de keuze hebben gesteld : leven als een prof en in Zedelgem wonen, in het voormalig huis van Rune Lange, of de club verlaten.

“Ik heb gewoon met Marc Degryse gepraat over wat de beste oplossing zou kunnen zijn voor mij. En we zijn er op uit gekomen dat ik dichter bij de club zou komen wonen.”

Wanneer zal je seizoen geslaagd zijn ?

“Als ik het hele seizoen in de ploeg kan blijven en wat de ploeg betreft : als we kampioen worden.”

Club Brugge wou voor de competitie begon, absoluut Karel Geraerts en aangezien hij niet bijtekende in Standard, blijft de kans dat hij alsnog komt, reëel.

“Dat doet mij helemaal niks. Er is hier nu ook al concurrentie. Een speler erbij is geen probleem. Ik voel me goed, ook fysiek. Ik begin het nu gewoon te worden om een voorbereiding op een seizoen mee te maken. Vroeger had ik moeite om het in een wedstrijd negentig minuten vol te houden, nu slaag ik er beter in mijn inspanningen te doseren, waardoor ik het langer uithoud. De twee vorige seizoenen sukkelde ik ook telkens met mijn enkels, maar nu gaat het beter.”

Hoeveel lagen tape wikkel je eigenlijk elke wedstrijd om je enkels ?

“Ah, dat witte om mijn enkels ? Dat is geen tape wat je ziet, het zijn eigenlijk witte sokken omdat mijn voetbalkousen te groot zijn. De hiel hangt bijna achter mijn kuiten en dat is anders echt geen gezicht.”

Wat totnogtoe opviel, is dat je minder opvallend duikt als je een overtreding tegen krijgt.

“Ik probeer daar op te letten. De trainer vraagt dat ook van mij op die positie : langer overeind blijven staan. Het zou al een grote stap vooruit zijn als ik dat volhoud. Voordien had ik ook de neiging te veel met de bal te lopen. Nu probeer ik zo simpel mogelijk te spelen. Twee, drie baltoetsen maximum. Ik moet op de positie waar ik nu speel, rustiger aan de bal zijn. Dus mág je niet altijd in één tijd spelen.”

Voor iemand van 1m72 heb je een niet onaardig kopspel.

“Misschien een overblijfsel uit mijn periode in Engeland, waar ik ook verdedigende middenvelder was.”

Je idool is Zinedine Zidane, nochtans geen defensieve middenvelder.

“Neen, maar wel een speler die ik het meest apprecieer.”

Omdat hij af en toe ook eens zijn beheersing verliest.

“( Lacht. ) Als er sommige zaken gezegd worden over je familie, is het een beetje normaal ook dat hij zo reageert.”

Geloof je in astrologie ?

“Neen, pas trop.

Je bent een Ram, dat staat voor : mannelijke oerkracht, onstuimig, wilskrachtig, onvermoeibaar, enthousiast, impulsief en ongeduldig. Rammen, beweren astrologen, hebben – ook op oudere leeftijd – een jeugdige uitstraling.

“Ah, dat klopt wel. Ik ben zo.”

Een Ram heet volgens een site die we raadpleegden, ook iemand te zijn die veel initiatieven neemt en aan dingen begint, maar ze niet altijd afmaakt.

“( lacht) Ik neem initiatief, ik begin aan dingen en als ik het kán, zal ik ze tot een goed einde brengen.”

RAOUL DE GROOTE EN DANIEL DEVOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content