Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Hugo Broos wil o zo graag slagen als trainer van Anderlecht, slagen met stijl vooral. ‘Zeker is op dit moment alleen dat ik altijd met vier achterin speel.’ Relaas van de eerste week.

Maandag

Alsof de lucht gezuiverd moet worden, regent het pijpenstelen de dag van de trainerswissel.

Negentien jaar geleden is het dat Hugo Broos voor het laatst de parking van het Constant Vanden Stockstadion opreed. In 1970 kwam hij er toe, in 1983 vertrok hij er. Vandaag is hij terug, als trainer.

De oude en de nieuwe trainer stappen samen de kleedkamer binnen. Aimé Anthuenis neemt afscheid, Hugo Broos stelt zich voor.

Hugo Broos : “’t Was kort, hoor. Gewoon een beetje wat mijn visie is, wat er moet gebeuren dit seizoen. Zeer kort, maar ik denk wel ze al ongeveer weten wat ik een beetje verwacht. Dat het collectieve het belangrijkste is.”

De eerste training op Neerpede wordt beëindigd met een wedstrijdje van twintig minuten. De nieuwe trainer kijkt en zwijgt.

Broos : “Ik zag wel een aantal dingen die niet goed waren, maar ik wou op de eerste dag geen opmerkingen maken. Later op de week en zeker volgende week in Oisterwijk zal voldoende aan bod komen wat ik wil en wat ik niet wil. Dit was gewoon een zeer ontspannend wedstrijdje, om de benen wat te strekken en wat te zweten.”

Alvorens hij zijn contract tekent en aan de pers wordt voorgesteld, bekijkt de nieuwe trainer nog snel het oefenschema voor de eerste week. Het wordt grondig gewijzigd.

Broos : “Het programma was te licht. Er was voorzien om iedere dag maar één keer te trainen, zaterdag en zondag vrij te zijn en maandag naar Nederland te vertrekken. Mijn oordeel is dat het niet kan dat je in een eerste week maar één keer per dag traint en in het weekend verlof hebt. Het is nu geworden : maandag, dinsdag en woensdag één keer, donderdag twee keer, vrijdag training en een wedstrijd, zaterdag trainen, zondagmiddag vertrek naar Holland en er ’s avonds trainen.”

Dinsdag

Pressing op de bal wordt een belangrijk gegeven, blijkt voor het eerst op training.

Hugo Broos : “We zullen proberen wat hoger te spelen, wat meer druk naar voor te zetten, trachten de bal dichter bij het doel van de tegenstander te recupereren zodat er niet telkens afstanden van 70 meter moeten worden gemaakt. Voetbal staat of valt met positiespel. De reden waarom Moeskroen zo’n goeie resultaten haalde, was omdat er een vast systeem stond en iedere speler op zijn positie wist wat er bij balbezit en bij balverlies van hem verlangd werd. Dat zullen we hier dus ook proberen.”

’s Namiddags vergadert Hugo Broos met zijn technische staf : Franky Vercauteren, Jacky Munaron, de van Ingelmunster overgekomen physical trainer David Gevaert en Daniël Renders, die zich met de B-kern zal bezighouden. Wat een mens zich vooral afvraagt, is : hoe onderhoudt Broos zich met Vercauteren ?

Broos : “Perfect, maar het zou dan ook erg zijn, moest er nu al een probleem zijn ( lacht). Als speler heb ik altijd goed kunnen opschieten met Jacky en Franky, zonder dat wij echte vrienden waren – ik heb aan het voetbal dan ook maar één vriend overgehouden en dat is Willy Wellens. De jaren dat we samenspeelden bij Anderlecht is de verstandhouding bijna altijd perfect geweest. Ik weet toch ook wel een beetje hoe ze in mekaar zitten en ik denk dat zij ook wel een beetje weten hoe ik in mekaar zit. Wat de voetbalvisie betreft, mag ik stellen dat ik op gelijke hoogte zit van Franky. Alleen is hij in sommige zaken misschien nog perfectionistischer dan ik. Ik denk dat we elkaar zullen compenseren : misschien zal ik hem bij momenten moeten temperen en hij mij bij momenten wat opjagen. Ik denk dat wij de geschikte combinatie kunnen worden.”

Kleine opmerking toch van de nieuwe trainer : hij wil de samenstelling en de functie van de kernen wijzigen. Liefst drie kernen zijn er en bovendien een beetje raar in elkaar gedraaid, zo vindt althans de nieuwe trainer van Anderlecht.

Broos : “De manier waarop er gewerkt zou moeten worden, was chaotisch. In de B-kern horen enkel jongens die potentieel gezien in de A-kern kunnen geraken, grote talenten bijvoorbeeld of mannen die langdurig geblesseerd waren. Maar niet jongens als bijvoorbeeld Ode Thompson en Jarakovic, waarvan ik vind dat het spelers zijn die nooit in de eerste ploeg zullen komen. Waarom daar dan nog energie in steken ? De derde groep zal dus de groep van mensen zijn waarop wij toch zoveel niet meer rekenen en die misschien daardoor een beetje aangemaand zullen worden om te vertrekken als er zich een kans voordoet.”

Woensdag

Geen bal gezien vandaag, want looptraining op uithouding.

Hugo Broos : “Je krijgt wel al een indruk wie wat moeite heeft met lopen en wie zeer gemakkelijk loopt. Ik wist bijvoorbeeld niet dat Filip De Wilde, de oudste van de groep, zo’n goeie conditie had. Die loopt met de besten mee en komt nog redelijk fris toe ook. Dat verrast mij wel een beetje voor een keeper, want keepers zijn niet altijd goeie lopers, houden doorgaans meer van het korte werk.

“Minder een geheim is dat Gilles De Bilde geen loper is. Ik heb zo in de tijd Swat Van der Elst gekend. Die mocht je honderd keer een spurt laten doen van 10 meter, die ging altijd de eerste zijn, en de honderdste keer nog altijd even rap als de eerste keer. Maar als je tegen Swat zei : loop eens twee kilometer en een half, dan kwam hij een halfuur na de rest toe. En in de wedstrijd liep hij er iedereen af en ging hij 27 keer diep. Als je daar echt heel specifiek op gaat trainen, kan je van iemand die niet goed kan lopen een loper maken, maar dat is ook niet de bedoeling bij voetballers natuurlijk.”

’s Namiddags worden de medische testen van vorige week besproken.

Hugo Broos : “Sommigen waren wat achteruitgegaan tegenover de laatste test, zes maanden geleden, maar dat heeft dan ook met de vakantie te maken, denk ik. De ene zal wat meer vakantie gevierd hebben dan de andere, maar ook niet in die mate dat we met spelers zitten die plots maar vijftig procent van hun conditie meer hadden. Een probleem is het niet. Hadden we nù de competitie moeten beginnen, dan zou er wel iets aan de hand zijn, maar we hebben nog vijf weken. Tegen dan komt het wel goed.”

Donderdag

Voetballen, vooruitverdedigen. Komaan ! Het kriebelt bij Hugo Broos, de goesting is zeer, zeer groot, het zelfvertrouwen ook. Hij wil Anderlecht o zo goed laten voetballen. “Je bent tenslotte Anderlecht”, zal hij deze week geregeld zeggen. O zo graag wil hij slagen als trainer van Anderlecht, slagen met stijl vooral. ’t Is toch Anderlecht.

Hugo Broos : “Ik heb een contract van twee jaar met een optie op een derde. Mijn eerste betrachting is dat die optie gelicht wordt, want dat zou betekenen dat de resultaten positief zijn – en dan zien we daarna wel weer verder.”

Hij vertelt het tussen twee trainingen door in zijn kantoortje dat die middag langs twee kanten geteisterd wordt door een drilboor en dat de vergelijking met de luxueuze danszaal waar hij in Moeskroen gevestigd was slecht doorstaat. Hij zei het zo vaak in Moeskroen : de infrastructuur van Moeskroen is uniek in België. Een sportcomplex als Futurosport, dat vind je nergens elders nog in dit land.

Hugo Broos : “Goed, ik had hier bijvoorbeeld ook wel liever gehad dat het spelershome wat dichter bij de kleedkamer was, maar je kunt daarvoor ook moeilijk je stadion gaan afbreken, hé. Vijfennegentig procent van de zaken zijn goed, hier. Het belangrijkste is trouwens daar, op dat groene rechthoekske. Als ’t daar in orde komt, zal de rest ook wel in orde komen.”

In Anderlecht is dat : met overtuiging kampioen spelen.

Hugo Broos : “Ja, ik denk dat kampioen spelen de eerste betrachting moet zijn, ieder jaar meedoen voor de titel alleszins. Als we erin slagen de ploeg te laten spelen zoals ik denk dat ze moet spelen, zullen we er niet ver naast zijn, denk ik. Maar anderzijds : de hegemonie zoals vroeger, zeven, acht keer na elkaar kampioen, dat is overal gedaan, hé – Inter of AC Milan in Italië, Real Madrid in Spanje, Anderlecht in België… voorbij is dat. Het wordt straks een strijd met vier, tussen Anderlecht, Brugge, Standard en Genk.”

Vrijdag

In Knokke speelt Anderlecht vriendschappelijk tegen de plaatselijke eersteprovincialer, de eerste wedstrijd – “een klein matchke” – onder leiding van Hugo Broos. Wie fit is, speelt. Oyen, El Said, Aruna, Mornar en Tihinen zijn niet fit. De internationals Glen De Boeck en Yves Vanderhaeghe hervatten pas volgende week.

Anderlecht speelt de eerste helft met : De Wilde; Traore, Doll, Ilic, Deschacht; Hendrikx, Van Hout, Baseggio, Kolar; De Bilde, Jestrovic.

Is dit niet dezelfde veldbezetting als landskampioen Genk – en zoals ook Moeskroen het vaak deed ? Ja. Vier in zone achterin, Van Hout en Baseggio voor de verdediging (zoals zoals ThysSkoko bij Genk en DugardeinMartic bij Moeskroen), een diepe spits (Jestrovic) en een hangende (De Bilde) errond. Wordt dit het vaste concept van het nieuwe Anderlecht ? Misschien/waarschijnlijk.

Hugo Broos : “Zeker is op dit moment alleen dat ik altijd met vier achterin speel. De zes posities daarvoor laat ik momenteel nog open. Het zal erop aan komen de beste combinatie te vinden : 4-5-1, 4-4-2, 4-2-1-3 of 4-3-1-2, het zal moeten blijken. Ik kan dan nu wel zeggen : vier achteraan, Yves en Walt ervoor, twee flanken, een diepe spits en een hangende, maar als ’t niet gaat, moet je toch iets anders gaan spelen. Ik ben hier ook nog maar van maandag, hé. Kan Anderlecht zonder typische spelmaker ? Kan Said het als hangende spits ? Enzovoort. Ik moet ook nog Tihinen, Zane en Zitka leren kennen. Het komt er nu op aan al die zaken te bekijken en er tegen de week van de 29ste juli uit te zijn, want op 10 augustus moeten we er staan.

“Maar als ik deze groep bekijk, met Yves en Glen er nog bij en ook nog een nieuwe linksback, dan zit het goed. Voor al de andere posities zijn er oplossingen, denk ik.”

De tweede helft speelt Anderlecht met : Zitka; Pirard, Crasson, Hellings, Deschacht; Hendrikx, Hasi, Junior, Kolar; Karaca, Zane.

De wedstrijd eindigt op 0-4 (0-1). Hendrikx, Deschacht, Karaca en een thuisspeler in eigen doel scoren.

Hugo Broos : “Wat is er te zeggen ? Niet veel. De eerste helft werd er achteraan niet goed uitgevoetbald, was het tempo veel te laag, was er te weinig beweging en te weinig pressing op de bal. Misschien lag het aan de training van half drie eerder op de dag. De tweede helft was het iets beter, was er wat meer beweging en druk op de man met de bal, maar misschien had dat ook met de tegenstander te maken. Nu, we hebben deze week ook nog niet veel gevoetbald, hé.”

Zaterdag

Na de uitlooptraining heeft Hugo Broos een afspraak met Peter Ressel.

Hugo Broos : “Ik denk dat de zaken duidelijk zijn : Peter is zo een beetje de man die de taak van Jean Dockx heeft overgenomen. Ik zal met hem zeer nauw samenwerken in verband met nieuwe spelers en eventuele testers. Er is duidelijk afgesproken tussen ons dat als er een tester is, het niet zomaar zal zijn : morgen komt hij. Neen, dat zal op voorhand besproken moeten worden, en dan zullen we zien of het kan of niet, en wanneer en met wie. Peter is iemand die veel speurwerk doet en veel contacten heeft, wat dus maar goed kan zijn voor Anderlecht als die job goed gedaan wordt. Om misverstanden en problemen te vermijden, hebben we duidelijk afgesproken waar de limieten van zijn job liggen en waar die van de mijne.

“Het is geweten dat het niet makkelijk werken is bij Anderlecht, maar mijn grote geluk is dat ik de mensen waarmee ik moet samenwerken allemaal al ken. Weet je, thuis heb ik een foto van 40 bij 60 centimeter van de eerste Europabekeroverwinning in Brussel in de jaren van Hans Croon. Wel, op de voorste rij, daar zit Peter Ressel. Jacky, Franky, Verschueren, de voorzitter… Ik moet ze niet meer leren kennen. Dat is toch een voordeel, vind ik.”

Anderlecht is geen simpele club, neen. Bovendien is Hugo Broos er gewoon trainer, niet de almachtige technisch directeur die hij bij Moeskroen was.

Hugo Broos : “Tuurlijk zijn er een aantal bevoegdheden die ik hier niet heb, omdat er hier andere mensen voor zijn. Ik zal geen contracten onderhandelen en geen trainingskampen organiseren, wat mijn taak wat zal verlichten. Maar voor de rest wil ik hier op sportief vlak ook veel te zeggen hebben, om niet te zeggen àlles. Ik denk dat dat de komende weken ook voor iedereen duidelijk zal worden. Aan wat er voor mijn komst is beslist, kan ik niks veranderen, maar het is niet zo dat men mij zaken zal opdringen. Ik bedoel : als trainer bepaal je in de mate van het mogelijke toch zelf hoe je spelerskern eruitziet, wie er gekocht en verkocht wordt, zeg maar. In deze groep zitten nu spelers waarvan ik niet wist dat zij gingen komen. Volgend jaar kan dat natuurlijk niet meer.”

Er zijn nogal wat hangende zaken en/of geruchten. Wat met Kolar (17), die al de hele week meetraint ? Wat met Kalenikov die morgen toekomt ? Wat met Stoica ? Wat met Zetterberg ? Wat doet die Slim Benachour (21) van PSG opeens in de gazet ?

Hugo Broos : “Die Kolar wordt zo goed als zeker aangeworven. Peter had mij gezegd : een type- Goor. Dat moet ik beamen. Hij liet een positieve indruk, is talentvol, maar moet zich nog ontplooien, sterker worden vooral. Normaal gezien is dat niet iemand die meteen titualris zal zijn, maar misschien spreken we over drie maand anders. Die Kalenikov komt morgen toe, maar – echt waar – ik weet niet eens of het een grote, een dikke of een kleine is. Volgens Peter is het alleszins een zeer groot talent. Van die Slim Benachour las ik iets in de krant, maar ik weet daar niks van. Waarschijnlijk is het ook wel iemand die Peter ergens in zijn portefeuille heeft, maar dat is hier nog niet ter sprake gekomen, alleszins toch niet met mij erbij.

“Wat Stoica betreft, verkondig ik een beetje het oordeel van Aimé : een zéér goeie voetballer met zéér veel talent, maar met te weinig rendement voor een topclub. Ik vind ook niet dat het kan dat hij de club vorig seizoen zo aan het lijntje heeft gehouden, met de voeten van de club heeft gespeeld, zeg maar, ja. Als Stoica terugkomt, dan zal het toch binnen een aantal zeer duidelijke voorwaarden zijn, zoniet begin ik er zelfs niet aan.

“Ga je voor Zetterberg, dan sta je over één of twee jaar voor hetzelfde probleem. Ga je voor Stoica, dan heb je een ander probleem. Dat moet dus allemaal een beetje tegen mekaar afgewogen worden. Financieel is het aantrekkelijker om Stoica te nemen dan Zetterberg, denk ik, ook op termijn. Stel dat Stoica er hier desgevallend eindelijk eens voor zorgt dat zijn rendement equivalent is aan zijn talent, dan heb je iemand die in aanmerking komt voor een zeer grote transfer. Terwijl Zetterberg hier zijn carrière komt beëindigen. Wat is daar de financiële inspanning voor die je moet doen ? En is het dat waard ?

“Wat is er nog ? Ha, Michal Zewlakow, ja. Van Verschueren heb ik vernomen dat er een bod geplaatst zal worden.”

Zondag

Kort na de middag vertrekt Anderlecht op stage naar het Nederlandse Oisterwijk, waar het dan ’s avonds om half zes nog traint en tot vrijdag zal verblijven.

Hugo Broos : “Een ideale gelegenheid om de zaken wat intensiever te gaan aanpakken, om wat meer doorgedreven te gaan trainen, ja, ook omdat de rust daar compleet kan zijn. Om het een beetje oneerbiedig te zeggen tegenover de familie : spelers zijn er ’s avonds niet geambeteerd door kinderen, door eventueel bezoek of door de vrouw die toch nog effe naar daar wilt. Overdag kunnen zij rusten tussen de trainingen en ’s avonds vanaf negen uur in bed gaan liggen.

“Ik zal er ook een uitgebreide vergadering met de medische staf beleggen, omdat er nog een aantal kleine dingetjes zijn waar ik opmerkingen over heb. Eens terug van Nederland zal ik, denk ik, voor de clubleiding wel een aantal voorstellen hebben hoe de werking volgens mij nog verbeterd kan worden.

“Ik heb altijd gezegd : geef mij deze week een week van horen, zien en zwijgen, en van veel noteren. Ik heb dat dus ook al gedaan : een aantal zaken opgeschreven om ze niet te vergeten. Ik zal niet in detail treden, maar het zijn ook geen wereldschokkende dingen, hoor. Zaken zoals bijvoorbeeld die andere samenstelling en functie van de kernen waar ik het dinsdag over had. Of : wat gebeurt er met geblesseerde spelers ? Werken ! Een uur, een uur en een kwartier in plaats van twee keer tien minuten lopen en daarna naar binnen. We zitten in een topclub en niemand moet zich hier veroorloven van minder te doen dan een ander.

“Ten slotte wil ik in Nederland met iedere speler apart een vertrouwelijk gesprek voeren. Ik wil een zeer duidelijk inzicht krijgen in hoe de groep in elkaar zit. Alles wil ik weten, want ik wil niks aan het toeval overlaten en de zaken in handen hebben. Tuurlijk heeft het ook te maken met wat er vorig seizoen is gebeurd. Ik herhaal : ik wil de zaken in handen hebben en ze daarna niet meer loslaten, maar voor ik het in handen kan nemen, moet ik perfect weten wat er reilt en zeilt.”

door Christian Vandenabeele

‘Ik wil de zaken in handen hebben en ze daarna niet meer loslaten.’

‘Van Verschueren heb ik vernomen dat er een bod op Michal Zewlakow geplaatst zal worden.’

‘Ik wil hier op sportief vlak ook veel te zeggen hebben, om niet te zeggen àlles.’

‘De manier waarop er gewerkt zou moeten worden, was chaotisch.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content