De broers Borlée zullen op het EK atletiek (12 tot 17 augustus) eens te meer de speerpunten van de Belgische delegatie zijn. Maar na een verstoorde voorbereiding vertrekken Kevin en Jonathan met vraagtekens naar Zürich.

Het EK atletiek waar ze al acht maanden naartoe leven, wordt voor de tweelingbroers Kevin en Jonathan Borlée (26) het uur van de waarheid. De goeie chrono’s laten immers nog altijd op zich wachten en beiden erkennen dat ze in Zwitserland hopen op een déclic. “Die kan er echter elk moment komen”, weet Kevin, Europees kampioen in 2010 op de 400 meter. “Het is vooral zaak om rustig te blijven, al is dat niet altijd vanzelfsprekend.”

De broers hadden dit jaar immers nog niet veel reden tot glimlachen. Na een prima winterstage en het allereerste WK estafette op de Bahama’s eind mei, veranderde de opwaartse spiraal in een neerwaartse. “Het seizoen van mijn zonen was bijna afgelopen voor het goed en wel begonnen was”, herinnert vader en coach Jacques Borlée zich. “Kevin brak een bot in zijn elleboog en Jonathan kreeg een heel zware longontsteking, waar hij nog altijd van aan het herstellen is.”

Gevolg: de tweeling liep een fikse trainingsachterstand op en moest meermaals forfait geven voor een meeting. Jacques: “Een groot nadeel, want in wedstrijden – doorgaans twaalf à vijftien per jaar – zie je of je vooruitgang geboekt hebt. En dat leidt tot meer zelfvertrouwen en rust in het hoofd. Die bevestiging van het harde werk hadden we dit jaar veel minder.”

“Door die achterstand voelden de benen ook op het Belgisch kampioenschap in Brussel (26 en 27 juli, nvdr) nog niet echt goed aan”, aldus Kevin. Hij liet er met 45’28 weliswaar zijn beste seizoensprestatie optekenen, maar die tijd ligt nog altijd een pak boven zijn persoonlijk record op de 400 meter (44’56). Zoals ook Jonathan zijn Belgisch record (44’43, gelopen op de Olympische Spelen van Londen) dit seizoen bijlange nog niet benaderd heeft (45’37 op de Nacht van de Atletiek in Heusden-Zolder).

Dit jaar moesten de broers bovendien afrekenen met een openlijk conflict met de Franstalige atletiekliga (LBFA), die weigerde de kosten van vader Borlée terug te betalen. “Ik ben er zeker van dat die lange, aanslepende spanning mijn zonen flink wat energie gekost heeft”, zegt Jacques. “Vroeg of laat heeft die extra stress ook een weerslag op het lichaam, via blessures of een ziekte. En daar betalen Jonathan en Kevin nu ook de prijs voor. Zoiets mag je zeker niet onderschatten.”

Focussen op een doel

Bloed, zweet en tranen laten om er te staan op die ene dag dat het moet, zo ziet het leven van de broers eruit. “Niet te vergelijken met dat van een tennisser of een voetballer”, vertelt Jonathan. “Wij rijgen de wedstrijden niet aan elkaar. We hebben een of twee échte doelen per jaar, en dan is mislukken geen optie. Vergelijk het met Jurgen Van den Broeck wiens seizoen telkens afhangt van zijn prestatie in de Ronde van Frankrijk. Ook daarom vind ik het zo moeilijk om iemand tot Sportman van het Jaar te verkiezen. Dat is altijd een beetje appelen met peren vergelijken.”

Dit is ongetwijfeld het moeilijkste jaar in de carrière van zowel Jonathan als Kevin. “We hadden uiteraard liever niet moeten afrekenen met blessures en ziekte”, zegt Jonathan. “Want dat levert alleen maar frustraties en extra energieverlies op. Wij mogen immers niet falen op D-day, terwijl een voetballer die een match slecht presteert zich een paar dagen later alweer kan herpakken.”

Moeilijk seizoen of niet, het doel blijft hetzelfde: een medaille pakken op het EK in Zürich. “Er zijn drie races – als je in de finale raakt tenminste – en daar hebben we, in tegenstelling tot veel andere atleten, na al die kampioenschappen wel wat ervaring mee. Dat is dus zeker een voordeel”, aldus Kevin. Toch probeert vader Jacques de verwachtingen te temperen. “Gezien de trainingsachterstand zijn Jonathan en Kevin zowel individueel als in team dit keer géén topfavoriet, maar ze zijn wel kandidaat voor een podiumplaats.”

Mentale bubbel

Er wordt vaak gezegd dat een atleet in zijn mentale bubbel moet blijven om te kunnen presteren. Maar is het überhaupt mogelijk om dat acht maanden lang te doen, zeker als er blessures en andere problemen opduiken? Jacques: “Er zijn natuurlijk wel een paar evenementen waar Kevin en Jonathan zich wat kunnen amuseren. Zonder die wedstrijden zou het simpelweg niet vol te houden zijn.”

“Deelnemen aan een Diamond Leaguemeeting met alle wereldtoppers is uiteraard een aangename afwisseling en ervaring”, vertelt Kevin. “Maar zelfs dan verlies ik niet uit het oog wat mijn échte doel is.”

Door die meetings kunnen de broers doorgaans even wat stoom aflaten en de stress en twijfels vergeten. “Dit jaar liggen de zaken echter anders”, vervolgt Jonathan. “Door het gebrek aan competitie zitten we nog met vragen en twijfels.” De coach en zijn team doen er evenwel alles aan om een en ander recht te trekken voor het EK. Jacques: “We vormen een hechte groep, een veilige cocon als het ware, en we proberen de atleet gerust te stellen. Je weet nooit zeker of het dan ook goed zal aflopen, maar dat is de mooie onzekerheid die eigen is aan topsport. Frustraties maken altijd deel uit van het leven van een topsporter. En die frustratie wordt alleen maar groter als hij op D-day zijn doel niet bereikt.”

Familiale kring

Tijdens die maandenlange voorbereiding en bij dat harde trainingswerk omringt een team van specialisten de broers. “Je moet hen het hele jaar lang in de juiste omgeving kunnen laten werken”, zegt Jacques. “Dat ze in familiale kring kunnen trainen, is voor Jonathan en Kevin een grote hulp.”

Bovendien bestaat de staf van de tweeling uit een hoop experts. Een van hen is Philippe Godin, professor sportpsychologie aan de universiteit van Leuven. “Als het hoofddoel van het seizoen in augustus ligt, stellen we in november van het jaar ervoor al een plan op om de atleet in staat te stellen precies negen maanden later in topvorm te zijn”, vertelt Godin. “Het spreekt voor zich dat zo’n schema afhangt van de individuele en dus verschillende aanpak van elke atleet. Het is belangrijk dat je veel met hem praat want elke atleet zal zich, al dan niet onbewust, proberen te vergelijken met trainingspartners en concurrenten. Kevin en Jonathan trainen een heel jaar samen, maar liepen hun eerste wedstrijd pas in april. Dat betekent dat ze maanden zonder ook maar één referentiepunt hebben gewerkt. Ze konden zich alleen maar met elkaar vergelijken. Zo’n situatie leidt tot twijfel en onzekerheid. Daarom praten ze ook vaak met mij. Hetzij om het over een probleem te hebben, hetzij om over andere zaken te spreken. Die lange trainingsmaanden zonder wedstrijdmomenten zijn allesbehalve eenvoudig. Ik probeer Kevin en Jonathan altijd duidelijk te maken dat ze zich alleen met zichzelf moeten bezighouden, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”

De Borlées stellen zichzelf meer dan eens in vraag tijdens zo’n voorbereidingsperiode. “Een kleine blessure is genoeg om de hele planning te moeten omgooien. Op zo’n moment vreest een atleet altijd het ergste. Een blessure verstoort dan ook niet alleen het fysieke, maar ook het mentale evenwicht.”

Technische details

Een psycholoog die een atleet begeleidt, hanteert vlak voor de wedstrijd uiteraard een ander discours dan tijdens een trainingsperiode. “Vlak voor het moment van de waarheid moet je een atleet er altijd nog eens aan herinneren wat zijn doel is”, weet Godin. “Je moet hem duidelijk maken waar hij aan moet denken. Het belangrijkste is dat je hem nog eens herinnert aan de technische details die hij zeker niet uit het oog mag verliezen. Hoe je de bocht ingaat, hoe je de voeten juist plaatst, hoe je armen bewegen…

“Te allen tijde moet je vermijden dat de atleet op die zaken vergeet te focussen omdat hij alleen maar bezig is met zo snel mogelijk te finishen. Die goeie tijd volgt automatisch als de uitvoering van de race perfect is.”

En dan volgt eindelijk het moment waar iedereen maandenlang naar toegeleefd, en vooral toegewerkt, heeft: de wedstrijddag. Godin: “Dan praat ik nog een halfuur op Kevin en Jonathan in vlak voor ze het stadion betreden. Op dat moment moet je hen zover krijgen dat ze in hun mentale bubbel kruipen.”

Ook dat is voor elke atleet verschillend, want iedereen benadert de race op zijn manier. De broers Borlée mogen dan wel tweelingen zijn, dat betekent niet dat ze dezelfde aanpak hanteren. “Kevin heeft tijd nodig om de zaken op een rijtje te kunnen zetten. Hij heeft bovendien echt oog voor detail. Alles moet dan ook perfect zijn vooraleer hij zijn beste niveau kan halen”, legt Jacques uit. “Jonathan gaat een stuk onbezorgder door het leven. Hij kan de ene race niets waard zijn en een paar uur later de beste 400 meter van zijn leven lopen.”

Sportpsycholoog Philippe Godin heeft ten slotte ook nog enkele tips voor Jacques. “Hij is zowel vader als coach en weet dat er ook op zijn schouders heel wat druk rust. Het is evenwel van het allergrootste belang dat hij sereniteit uitstraalt. Is hij angstig, dan kan dat op zijn jongens afstralen.”

Een laatste, niet onbelangrijk element is dat de Borlées niet alleen trainen voor hun 400 metercompetitie, maar ook om met het aflossingsteam van de 4×400 meter te schitteren. Jacques: “De individuele doelen mogen natuurlijk niet tot problemen in het team leiden, maar het is nu eenmaal eigen aan atleten dat de ene altijd sneller wil zijn dan de andere en omgekeerd. Ik spreek er met hen wel over, want die drive mag niet tot conflicten leiden.” ?

DOOR DAVID LEHAIRE

“We hebben een of twee wedstrijden per jaar en dan is mislukken echt geen optie. Vergelijk het met Jurgen Van den Broeck wiens seizoen telkens afhangt van zijn prestatie in de Tour.” Jonathan Borlée

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content