Prefaxis Menen maakt ambities waar, in België én Europa.

Op twee speeldagen van het einde van de reguliere competitie verzekerde Prefaxis Menen zich van het zesde en laatste ticket voor de play-offs. Nadat het eerder deze week een punt pakte bij Noliko Maaseik, versloeg Menen zaterdag de enige overgebleven concurrent Topvolley Precura Antwerpen. “We zijn al een tijdje goed bezig”, zegt kapitein Ward Coucke (29). “Denk maar aan onze Europese campagne, waarin we ons plaatsten voor de kwartfinales van de Challenge Cup ten koste van Istanbul, lijstaanvoerder in de Turkse competitie, die sinds vorig jaar zo’n beetje de Griekse competitie vervangt qua financiële middelen. Tegen Antwerpen speelden we eigenlijk zelfs een mindere wedstrijd, maar op onze overwinning viel niets aan te merken.”

De voorbije twee seizoenen moest Menen play-downs spelen. Dit seizoen behoren jullie wel tot de top zes, haalden jullie de halve finales in de beker en doen jullie het Europees uitstekend. Wat zijn volgens jou de voornaamste redenen van dat succes?

Ward Coucke: “Het belangrijkste is uiteraard dat we meer volleybalkwaliteit in huis hebben. We hebben drie, vier spelers op het terrein staan die behoorlijk wat ervaring hebben, ook in buitenlandse competities. Een van die spelers is onze draaischijf, spelverdeler Julien Anton, die zeker een meerwaarde bracht. De rest van het team is aangevuld met jong talent, onder wie onze Nederlandse opposite Brian Schouren, een van de revelaties bij Menen. Het succes danken we ook aan de Europese wedstrijden, waarin we onder meer leerden beter met druk om te gaan. Het is geen toeval dat we het laken tweemaal naar ons konden toetrekken in een golden set. Het waren ook telkens kleine ministages die het groepsgevoel deden toenemen.”

In de kwartfinale moeten jullie dinsdag aan de bak tegen het Oostenrijkse Aich/Dob. Hoe groot schat je de kansen in dat het Europese avontuur nóg een verlengstuk krijgt?

“We ontweken Russische en Italiaanse kleppers – het is dus speelbaar. Hoewel het een sterke tegenstander betreft, kunnen we volgens mij de halve finales bereiken. Daarin zou ons wellicht een trip naar het Siberische Novy Urengoy wachten, de kers op de taart van een geslaagd seizoen. Nu willen we nog top vijf halen in die play-offs. Dat geeft recht op opnieuw Europees volleybal. We proefden ervan en het smaakt naar meer.”

DOOR ROEL VAN DEN BROECK