Op bezoek bij een gelukkig man. ‘Als je echt goed bent, komen de clubs wel. Ook naar Schotland.’ In het contrastrijke Glasgow werkt Thomas Buffel aan de verdere uitbouw van lichaam en carrière.

Glasgow, thuis van de Queen Mary en de QE2, die hier voor de Cunard Lines werden gebouwd. Glasgow, waar het zelden echt koud is – Joos Valgaeren herinnert zich in vijf winters maar één periode van zware sneeuwval – maar waar ook de zon amper schijnt en de temperatuur zelden de twintig graden overschrijdt. Glasgow, het vroegere industriële baken van West-Schotland, dat zijn fortuin verdiende met de bouw van schepen in de buurt van de monding van de river Clyde, en die van locomotieven in opdracht van de North British Locomotives. Omwille van die industrie werd een groot deel van de stad plat gebombardeerd tijdens WO2. Vanaf de jaren zeventig werd Glasgow het industriële kerkhof van het noorden, toen de zware industrie geen toekomst meer bood, de mijnen werden gesloten en de scheepsbouw de concurrentieslag met de Aziatische werven verloor. Glasgow telde in 1971 ongeveer 38.000 werklozen, een pak meer dan tijdens WO2.

Na een moeilijke overgang lijkt datzelfde Glasgow een tweede leven te zijn begonnen. De stad bloeit weer, maar op een ander vlak. Glasgow is een feestdorp geworden, makkelijk bereikbaar via lowbudgetvluchten vanuit alle delen van Europa. Op onze heenvlucht zit een bende Nederlanders, die een weekendje komen feesten. Wie houdt van muziek en uitgaan, vindt hier zijn gading. Het centrum bruist, de pubs puilen uit, ook in de winter staan de schaars geklede partygangers tot op de straat.

Upper class, lower class, deze maatschappij blijft ervan doordrongen. Dat merken we als we met een taxi op zoek gaan naar een panoramisch beeld van de stad. We vinden niet meteen de juiste kijkhoek, waarop de taxichauffeur de conciërge van een sociale-woningblok in de wijk Castlemilk aanspreekt. Hier werd in de jaren zeventig, toen de stad kreunde onder de industriële depressie, een nieuw woningproject opgestart. Het zicht is mooi, maar de levensomstandigheden benard. Vrouwen kijken angstig op, handtassen dicht tegen het lichaam geklemd. Deuren zijn gebarricadeerd, de sloten dubbel, driedubbel. De conciërge neemt ons mee naar zijn flat op het achttiende. Het is er klein, overdreven warm, verstikkend. Hier is leven in zuurstofnood raken.

In schril contrast daarmee de West End, de betere buurt waar de universiteit is gevestigd. De huizen zijn prachtig, Victoriaans, ruim bemeten, met een zij-ingang voor hen die onderin leven. You Rang My Lord kan je hier moeiteloos draaien. Quasi onbetaalbaar in zijn geheel (ongeveer 1,7 miljoen euro) en dus opgesplitst in twee appartementen. Een lesje in aanpassingsvermogen aan de moderne tijden, al is in geen enkel ander Europees land het onderscheid tussen privé-onderwijs en openbaar onderwijs zo groot. Niet alleen in prijs, ook qua kwaliteit. De universitaire campus lijkt zo weggeplukt uit afleveringen van Inspector Morse. Oxford in het noorden.

Hier in deze stad van contrasten, met in het oosten hele rijen quasi identieke roodbakstenen huizen en aan de andere kant kleur, ruimte en veel groen, gaat Thomas Buffel de komende 4,5 jaar voetballen. We zijn er om zijn debuut op eigen veld met de Glasgow Rangers van dichtbij mee te maken. Vragen ons af wat we mogen verwachten van een tegenstander als Dunfermline. Niet veel, als we op de kranten afgaan. Dunfermline is zwaar gehavend door blessures en was al geen topploeg, na 21 speeldagen staat de ploeg op een achtste plaats, met amper vier punten meer dan de laatste.

De fans zijn op post, traditiegetrouw met meer dan 48.000. Echt uitverkocht zijn alleen de wedstrijden tegen Celtic, dan rondt men de kaap van de 50.000. Maar voor dit soort wedstrijden zijn in het bezoekersvak en her en der bij de thuisaanhang nog tickets verkrijgbaar. Voor wie het kan betalen toch. Tickets voor een wedstrijd kosten hier minstens 20 Schotse ponden, ongeveer 30 euro. Duur voor de gemiddelde arbeider-supporter, die, creatief als hij is, daar wat op vond. Hij koopt een abonnement, kan dus zeker al de wedstrijden zien die hij wil volgen, en brengt matchen die hem niet interesseren via de website van de club per stuk aan de man.

Buffel mag van manager Alex McLeish starten. Logisch ook, met 3,5 miljoen euro is onze landgenoot de duurste transfer die McLeish hier al deed. De voormalige speler van Aberdeen is nu bezig aan zijn derde seizoen op Ibrox en moet de ploeg een nieuw elan geven. In zijn eerste jaar liep alles van een leien dakje, Rangers pakte de treble, zij het dat de titel maar met één goal verschil van Celtic werd afgesnoept. Maar nadien lukte het minder. Dit seizoen geen Champions League, in de kwalificaties was CSKA Moskou over twee duels te sterk, en geen Cup meer, tien dagen geleden gingen de Rangers er in de achtste finale uit tegen Celtic. Buffel debuteerde toen, kreeg een kans, maar schoot die naast. In de krant zette men al randcommentaren bij dat debuut. Heeft de Belg wel genoeg body om het hier te maken, vroeg de Scotsman zich af. McLeish schoot meteen zijn jongste aankoop te hulp. Unfair, noemde hij het om Buffel op die ene actie te beoordelen. Wie bij Feyenoord in twee seizoenen 32 keer scoort, is gewoon een goeie spits. Punt.

Het debuut verloopt discreet, naar het beeld van de speler. Aan de spurtjes in de opwarming merkte de aandachtige kijker dat de gewezen Feyenoorder nog wat alertheid mist. Misschien omdat hij de commando’s van de physical coach wat later dan de anderen snapt, hier spreken ze immers een quasi onverstaanbare variant van het Engels. Buffel lacht : “Op mijn eerste persconferentie schrok ik hard, ja.”

Het veld is waardeloos, het tempo ligt verrassend laag. De match tegen Dunfermline is voor de Rangers al de 33e wedstrijd van het seizoen en lijkt een tussendoortje. Buffel, zo leert een snelle blik in de Rangers News, is de 31e speler die dit seizoen voor de A-ploeg van blauw-wit uitkomt. Het niveau valt tegen, al na zes minuten komt de thuisploeg op voorsprong. In een poging om Buffel bij een voorzet vanaf de rechterkant af te stoppen, misrekent de Litouwse verdediger Skerla zich, waarna Steven Thomp- son, de partner van Buffel in de spits, kan profiteren. De zaak is meteen binnen, want Dunfermline raakt amper in de buurt van aanvoerder-doelman Stefan Klos.

Rangers laat weinig zien, het publiek dommelt grotendeels in, de sfeer is flets, de radio heeft het over a poor game. Buffel blijft aanvankelijk voorin, maar de lange, onprecieze ballen van achterin raken amper tot bij hem. De verdediging blijft hangen, het gat met het middenveld is groot. Om het te dichten laat de gewezen Feyenoorder zich na een tijdje geregeld afzakken. Zijn balbehandeling levert hem af en toe open doekjes op, maar echte kansen krijgt de na de rust fysiek langzaam wegdeemsterende Belg amper. Na 82 minuten mag hij van manager McLeish naar de kant. Het staat inmiddels 3-0, het publiek heeft er dan ook genoeg van en druipt, na een korte versie van God save the Queen, af.

Buffel zelf blikt al bij al tevreden terug op zijn eerste minuten in Ibrox. “Het belangrijkste was winnen. De ploeg speelde misschien niet zijn beste wedstrijd, ik denk dat we het nog moeilijk hebben om het spel te maken.” Dat de combinaties niet altijd over hem liepen, begrijpt hij. Net als de Engelse kunst van het understatement. “Ik ben hier pas een week en ik moet de jongens nog beter leren kennen. In principe mocht ik van de coach zwerven rond Thompson ( gelegenheidsspits in afwezigheid van de Kroatische bankzitter Prso en de geschorste Spanjaard Novo , respectievelijk al goed voor 11 en 17 goals dit seizoen, nvdr), maar de lange ballen naar hem waren niet altijd nauwkeurig. Dan ga je zelf zoeken, om te zien waar je het best aan de bal komt. Ik mis nog scherpte en matchritme, maar dat komt. De sfeer is alleszins leuk en ik heb de indruk dat de groep goed aan mekaar hangt. Maar of dit de juiste keuze was, zal ik pas over een aantal weken weten.”

De voorbije week trok Buffel vooral op met de Nederlander Ricksen. “Ik woon voorlopig nog op hotel en de eerste dag haalde hij me hier af om samen naar de training te rijden. Daar stelde hij me aan iedereen voor. ’s Avonds nam hij me mee uit eten. Dat is een leuke manier om ingeburgerd te raken. Op het trainingsvlak wordt veel werk gedaan door Jan Wouters. Ook dat is weer handig, hij gebruikt de Nederlandse methodes.”

Is de wissel ook ingegeven met het oog op de nationale ploeg ? Buffel : “Ja. AiméAnthuenis belde me al, hij was tevreden dat ik meer duidelijkheid had.” Duidelijkheid : ja, zekerheid : neen. De opmerking dat hij als fijne speler moeilijk zou aarden in een robuuste competitie, wuift Buffel weg. “Als ik hier mijn mannetje leer staan, is dat weer een nieuwe stap in mijn carrière. Daar gaan we voor. Misschien zijn, op Celtic na, de andere ploegen wat minder, maar daar staat tegenover dat deze club ambitieus is én elk jaar kans maakt op deelname aan de Champions League. Dat zal makkelijker zijn dan bij Feyenoord. En anderzijds… Is de competitie bij ons of in Nederland dan zo sterk ? Dunfermline vond ik alvast sterker dan RBC ( grijns). Alleen het weer valt tot nu toe een beetje tegen, maar in België schijnt de zon ook niet altijd.”

Twee uur na de match keuvelen we na een kort spurtje door een fikse regenbui in het hotel nog een beetje na. Buffel beklemtoont opnieuw dat hij zich hier echt goed voelt, ook al zit hij hier voorlopig nog alleen. “Mijn vriendin heeft haar werk opgezegd, maar ze moet nog een aantal dingen afwerken. Zij is pas over een maand vrij.” De hond komt pas na de zomer. “Ik dacht dat het nu direct kon, maar blijkbaar is de onze niet in orde met zijn vaccinaties. Dat zal voor binnen zes maanden zijn.”

Rangers is, dat blijkt uit letterlijk alle details, een hele grote club, zegt hij. “Ons trainingscomplex vind ik onvoorstelbaar. Als je je daar als speler niet kan ontwikkelen, lukt het nergens. Krachtfaciliteiten, een grote indoorhal met kunstgras, sauna, jacuzzi, stoombaden in de kleedkamer, twee voltijdse masseurs, twee voltijdse kinesisten, een dokter. Je kan er ontbijten, krijgt er ’s middags eten, want de club vindt het belangrijk dat de spelers zich ook qua maaltijden op en top verzorgen, alles is tot in de puntjes geregeld.”

De trainer volgde hem al langer, ook bij de nationale ploeg. Buffel : “Rangers heeft zelfs een poging gedaan om me in juli al te contracteren, maar de vraagprijs was toen veel te hoog. Het voordeel van mijn niet-spelen was dat die de voorbije maanden zakte, zodat Rangers een nieuw bod kon doen. En omdat ze direct hoog hebben ingezet, zijn de andere geïnteresseerden snel weggevallen.” Ondanks een behoorlijke schuldenberg bood de Schotse club 3,5 miljoen euro voor Buffel. “Het toont aan dat de trainer achter mijn komst staat. Dat bedrag duidt er in mijn ogen ook op dat ze iets met mij van plan zijn.” Met oudjaar bleek al dat Rangers en niet Benfica of Anderlecht dé optie was. Buffel : “Op die dag ging Feyenoord akkoord, maar ik begon me al eerder te informeren. Ook bij Joos, ja. Ik probeerde hem een paar keer te bellen, maar ( grijns) hij nam nooit op.”

In de lobby benaderen twee Schotten hem. Of hij met hen wil poseren ? Buffel helpt ze gewillig en, daardoor aangemoedigd, vragen ze naar de reden van zijn komst. Hij schiet in de lach : “Iedereen blijft zich dat maar afvragen…”

Hij dan niet ? Buffel bekent : “Ja. Aanvankelijk ook ik, maar ik ben helemaal niet somber. Je hebt een hele reeks spelers die hier beter geworden zijn en dat nu bewijzen bij een grote club in het buitenland. Dat moet ook mijn ambitie zijn. Laudrup, Larsson, Van Bronckhorst, allemaal technische spelers. Als we erin slagen om van achteruit beter op te bouwen, moet het hier echt wel lukken. Ik denk dat er in alle wedstrijden ruimte zal zijn, behalve tegen Celtic. Die ploeg heeft dat soort robuuste voetbal nodig, omdat ze daar ook de spitsen voor hebben. Voor de rest vallen die wilde tackles wel mee. Ik ben niet bang voor de duels, omdat ik ook wel op karakter speel. Om al die redenen was het niet zo’n moeilijke beslissing, of toch niet eentje waarvan ik lang wakker lag.”

Thomas Buffel gunt zichzelf amper een moment om terug te blikken. Dit is geen bitter afscheid of een zaak van gemengde gevoelens tegenover Feyenoord, dat hem al bij al weinig krediet gaf. “Absoluut niet. Ik heb er acht jaar met plezier gewerkt. Het werd mijn tweede thuis en ik heb er veel vrienden, maar als voetballer moet je vooruit kijken. Die laatste zes maanden gaan dat beeld écht niet veranderen. Ik heb het er ook nooit verkorven bij de supporters, die zijn die 32 goals niet vergeten. Iedere keer dat ik op de bank zat, begonnen ze mijn naam te scanderen. In de eindfases van wedstrijden ben ik nog een paar keer beslissend geweest, ook dat gaf voldoening. Mede daardoor heb ik geen zin om nu wild om me heen te gaan schoppen.”

Trainers zien het of zien het niet in een speler, klinkt het fatalistisch. Buffel : ” RuudGullit heeft zijn keuze gemaakt en stapte daar niet van af, ook al ging het soms minder. En een trainer is nu eenmaal de eindverantwoordelijke. Er was niet veel contact tussen ons beiden, laat het ons daarbij houden. Het heeft geen zin om uit te weiden, ik moet verder met mijn carrière.”

Had het ook geen zin om te wachten tot bijvoorbeeld Kalou vertrok ? Buffel : “Neen. Dat ziet iedereen toch verkeerd. Kalou is vrij snel, al na een paar wedstrijden de diepste spits geworden en in mijn invalbeurten speelde ik vaak mét hem. Ach, er waren genoeg kanten waar de trainer met mij uit de voeten kon, maar hij week niet af. Conclusie : afgelopen verhaal. Als een club als Rangers zich dan meldt, is het makkelijk om de stap te zetten. Weet je, als je echt goed bent, komen de clubs wel, contract of niet.”

Kortom, hier zit een gelukkig man ? Buffel : “Absoluut !”

door Peter T’Kint

Het veld is waardeloos, het tempo ligt verrassend laag. De match tegen Dunfermline lijkt een tussendoortje voor de Rangers.

‘Die wilde tackles vallen wel mee. Ik ben niet bang voor de duels.’

‘Ik heb acht jaar met plezier gewerkt bij Feyenoord. Ik heb geen zin om nu wild om me heen te gaan schoppen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content