In een vijfde en beslissende wedstrijd veegde Oostende afgelopen weekend Bree van het parket. Na een turbulent seizoen kon de regerende landskampioen zo toch zijn titel verlengen.

Telindus Oostende kampioen dus. Voor de twaalfde keer in de clubgeschiedenis en voor de tweede keer op rij. Na een beladen en slopend seizoen, waarbij de kampioen in de NBA zowaar eerder bekend was dan de kampioen in België. Veel had te maken met hét incident in de vierde wedstrijd, waarbij een dwaling van de wedstrijdcommissaris – een doorslaggevende fout op het scorebord – voor een replay zorgde. Maar sportief recht zegevierde en Bree kon, nadat het de oorspronkelijke wedstrijd met één puntje had gewonnen, ook de replay met één puntje verschil winnend afsluiten. Op naar een vijfde en beslissende wedstrijd in Oostende dan maar. Daarbij was de grote vraag of Sam Van Rossom kon aantreden, want de Speler van het Jaar kwam tijdens die vierde herspeelde match slecht neer en verstuikte zijn pols. Maar Van Rossom stond er … en hoe ! De 21-jarige Belgische spelverdeler dirigeerde Oostende naar een fenomenale 62-37-ruststand. Gesteund door een gedreven Veselin Petrovic (21 punten aan de rust) ontpopte Telindus Oostende zich tot een offensieve machine. Na 16 minuten hadden de kustjongens al de kaap van de 50 punten gerond : zelden gezien ! Bree moest dan ook snel de handdoek werpen. Anderhalve minuut voor het eindsignaal mocht Van Rossom onder het oorverdovende applaus van een uitverkochte en uitzinnige Sleuyterarena naar de bank. Een kwartiertje later, met een 100-77-zege op zak, zat hij op de basketbalring, om traditioneel het netje van de ring te knippen als een van de kampioensmemorabilia …

Van Rossom glunderde na zijn tweede landstitel op rij : “Deze finales waren prachtige promotie voor het basketbal. Bree was een zeer lastige tegenstander, vooral heel moeilijk te verdedigen, ze gaan constant naar de ring.” Een correcte analyse van de jonge Belg, want wat Bree en Oostende serveerden, was een heerlijke combinatie van emobasket, psychologische oorlogvoering en tactisch vernuft. Met grote dank ook aan de beide coaches, Chris Finch en Sharon Drucker. Het Amerikaanse flegma tegen de Israëlische beheerstheid. Prachtige strijd. Deze finale was een duel tussen twee grote trainers : Finch die met een zeer beperkt budget van een modaal team een titelkandidaat maakte en Drucker die een zwalpend Oostende overnam en net op tijd in balans kreeg. Ieder op zijn manier. Finch die voortdurend tekeergaat tegen scheidsrechters en wedstrijdcommissarissen. Die door zijn emotionele coaching al een aardige collectie technische fouten verzamelde, maar evenzeer een tactisch verbluffende coach die de anders zo sterke zonedefensie van Oostende aan flarden scheurde met een snel passing game en veel inside druk. Hij liet zijn kleine mannetjes constant naar de ring snijden en bestookte de grote jongens van Oostende van begin tot eind. Meesterlijk !

Maar hoe Drucker met die druk omging, was al van even hoog niveau. Nooit zenuwachtig, constant switchend van man-to-manverdediging naar zoneverdediging. Offensief slim roterend en op de juiste momenten liet hij zijn team een ritme hoger schakelen. Drucker, die in december overnam van de Serviër Mihailo Uvalin, kan alleen maar beamen : “Ik volg veel competities en ik kan je zeggen : ik heb genoten van het Belgische basketbal. Dit is een sterke competitie. Met coaches, spelers en clubs van hoog niveau.”

Vergif in de ploeg

“Na mijn komst duurde het lang vooraleer we het juiste ritme vonden met de ploeg”, vervolgt Drucker zijn discours. “Week na week bouwden we aan een nieuw team, maar ondertussen moet je natuurlijk wedstrijden winnen. Dat er hier en daar een misstap tussenzat, was niet meer dan normaal. Ploeggeest creëer je niet in één dag. Om mijn basketbalfilosofie te kunnen volgen moesten er enkele spelers vertrekken en nieuwe bijkomen.”

Dat gebeurde ook. Oostende, regerend kampioen, startte dit seizoen zwak en bengelde op een gegeven moment zelfs op een achtste plaats. Het kostte de kop van de achterdochtige zenuwpees Mihailo Uvalin. Samen met hem mochten ook eerst de Duitser Dennis Wucherer en nadien de ongedisciplineerde Amerikaanse ex-NBA’er Lavor Postell opkrassen. “De jongens die er bijkwamen – Titus Ivory, Glen McGowan en Cedric Bozeman – zorgden voor het juiste evenwicht in de ploeg”, blikt de Oostendse assistent-coach Umberto Badioli terug. “In de slotsprint vonden we de juiste cohesie na een lang en slopend seizoen.”

Drucker is een man van de dialoog. Hij overlegt met zijn assistenten en, opmerkelijk, luistert naar zijn spelers. Gevraagd naar een reactie over Finch houdt Drucker het op ‘een psychologisch slopende finale’, maar zijn assistent Badioli heeft een iets uitgesprokener visie op het beklijvende coachesduel. “Voor mij is Drucker over de hele lijn de winnaar van deze finales”, vindt hij. “Bree speelde heel goed, ze hanteren een simpel maar efficiënt basketbal. Maar Finch verdient het niet om coach van het jaar te zijn. Hij is heel erg onsportief en pusht zijn ploeg om ‘vuil’ basketbal te praktiseren. Vanaf de eerste seconde klaagt hij bij de scheidsrechters. Sorry, maar dan ben je geen coach van het jaar.”

Uitblinkers noemen doen Drucker en Badioli liever niet, maar ongevraagd steken ze toch de loftrompet over die ene Belg die de finales kleurde, Sam Van Rossom. Snedig, betrouwbaar, matuur : de jonge spelverdeler is absoluut een topper in wording. Niet voor niets was hij bij Oostende één van de jongens die het vaakst op het veld stonden. Vooral op beslissende momenten. Van Rossom is zijn coach dankbaar : “Ik voel veel respect van Drucker, hij geeft me veel vertrouwen, veel minuten en maakt me belangrijk in de ploeg. Zeer aangenaam en voor mij veel makkelijker om met zelfvertrouwen op het veld te staan.”

Met opgeheven hoofd vertrekken

Tot slot nog een woordje van lof over de verliezende finalist, want laten we dat vooral niet vergeten : wat Bree verwezenlijkte met de middelen die het had, is op zijn minst een landstitel waard. Eind vorig seizoen bijna in liquidatie en geschrapt uit de eerste klasse, met een zeer beperkt budget toch kunnen beginnen aan deze campagne, met een totaal hertimmerde (en goedkopere) ploeg. Een hele batterij onbekende Amerikanen, die de Belgische competitie moesten leren kennen. Denk bijvoorbeeld aan een jonge kerel als Jeff Horner, die de eerste maanden een povere indruk liet – veel balverliezen en weinig consistentie – maar waar Finch rotsvast in bleef geloven en terecht, zo bleek achteraf. Horner groeide, samen met zijn ploegmaat Kelvin Torbert, uit tot een smaakmaker in de Belgische competitie. Alle krediet voor Finch, die zulke jongens tijd gunde om zich te ontplooien. Maar ook hij, en zijn assistent Johan Roijakkers, beseffen dat de koe bijna uitgemolken is in Bree en dat evengoed doen als dit jaar zowat onmogelijk wordt. Het einde van een era waarin Bree twee jaar geleden voor het eerst van de landstitel mocht proeven. Met opgeheven hoofd mogen Finch en Roijakkers de club verlaten en gaan ze samen aan de slag in Bergen. Intussen heeft Sharon Drucker zijn contract met een jaar verlengd. We kijken nu al uit naar een nieuwe clash tussen flashy USA en cool Israël volgend seizoen.

door matthias stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content