Althans, dat beweert Paolo Bettini, ieders favoriet voor het wereldkampioenschap van Varese.

Het wielergild kan opgelucht ademhalen. Varese is een echte wielerstad en zal het peloton met open armen ontvangen. Dit is Stuttgart niet, waar de renners bekeken werden als vreemde en uiteindelijk zelfs ongewenste gasten, nee, Varese heeft een koersverleden. Alfredo Binda is er geboren, net als Claudio Chiappucci, Stefano Garzelli en Ivan Basso. Fausto Coppi ontmoette er zijn illustere Witte Dame. Maar het was ook in Varese dat het Italiaanse wielrennen een van de grootste ontgoochelingen uit zijn geschiedenis opliep, tijdens het desastreuze wereldkampioenschap van 1951. Italië domi-neerde in die dagen de koers met deerfvijanden Fausto Coppi en Gino Bartali. Het WK in eigen land, nota bene uitgetekend door bondscoach Alfredo Binda, moest een eitje worden. Coppi werd echter ziek en haalde de start niet, Bartali miste de juiste ontsnapping. Zelfs dan was de dominantie van Italië overweldigend, maar drie Italianen in een kopgroep van acht man lieten zich ringeloren door de Zwitser Ferdi Kübler. Anderhalf miljoen Italianen stonden die dag langs de kant van de weg om die schande te aanschouwen – nog steeds het publieksrecord voor een WK.

Herhaalt de afgang van Varese zich voor Italië? Feit is dat de Italianen opnieuw starten als de te kloppen ploeg. De voorbije twee WK’s was er aan de mannen van bondscoach Franco Ballerini simpelweg niks te doen. In iedere kansrijke ontsnapping was de sterkste man een Italiaan. En wie in het peloton bleef, kon daar vaststellen dat de sterkste der sterksten, Paolo Bettini, de koers heel de tijd onder controle had. Ga daar maar eens tegenin.

Puur qua talent bekeken is er, net als de laatste jaren, maar één team dat de concurrentie met Italië aan kan gaan en dat zijn de Spanjaarden. Er is echter één wezenlijk verschil: waar bij Italië duidelijk voor één absolute kopman (Bettini) gekozen wordt, blijkt dat bij Spanje een duobaan voor Alejandro Valverde en Oscar Freire. En mag je van een olympisch kampioen ( Samuel Sánchez) en een meervoudig rondewinnaar ( Alberto Contador) verwachten dat ze zich volledig wegcijferen? Nee, eigenlijk niet.

Onder die twee machtsblokken komen de subtoppers: België, Duitsland, Frankrijk en met wat goede wil ook Nederland, Luxemburg en Zwitserland. Hier zullen coalities moeten worden gesmeed om de strijd te kunnen aangaan. En gelukkig voor de Belgen liggen er mogelijkheden. Zowel de kopman van de Fransen ( Chavanel) als die van de Duitsers ( Schumacher) rijdt volgend seizoen voor Quick Step. Tom Boonen en Stijn Devolder kunnen best maar eens gaan polsen. Zwitserland ( Cancellara) en Luxemburg (de broers Schleck) zijn tot elkaar veroordeeld wegens de CSC-link.

Respect

De Belgen mogen trouwens met ambitie aan dit WK beginnen, want de selectie van bondscoach Carlo Bomans lijkt de sterkste in jaren. Alleen moet dat in deze zin wel genuanceerd worden: het parcours wijst op een spurt met een (sterk) uitgedunde kopgroep. En hoeveel renners hebben we die het in zo’n situatie kunnen afmaken? Philippe Gilbert, Stijn Devolder en Nick Nuyens zijn gemaakt voor dit terrein, maar trekken in een sprint meestal aan het kortste eind. Dat geldt niet voor Tom Boonen en Greg Van Avermaet, maar voor die laatste zijn de 260 kilometer voorlopig wellicht een te lange onderneming. Als kandidaat-winnaar lijkt Boonen bij de Belgen dus de beste gok, al is niet iedereen daarvan overtuigd. “Het WK-parcours is te zwaar voor Tom,” deelde Bettini een eerste plaagstoot uit. De Krekel stipte bij de Belgen bovendien Gilbert en Nuyens als te volgen renners aan. Dus niet zijn huidige ploegmaats Boonen en Devolder.

En dat zou dan weer te maken kunnen hebben met de blijkbaar pijnlijke exit van Bettini bij Quick Step, die vanuit het perspectief van Patrick Lefevere nochtans best te begrijpen valt. ’t Is nu al twee seizoenen dat Bettini eigenlijk niet meer de prestaties neerzet die je van een coureur van zijn allure mag verwachten. De tweevoudige wereldkampioen heeft blijkbaar het systeem-Freire overgenomen: een heel jaar nagenoeg van de radar verdwijnen en dan pieken naar het WK. Waardoor hij dus uitgerekend schittert in die ene wedstrijd per jaar waarin hij niet in merkentrui rijdt. Bovendien is Bettini al 34 en vallen er door het opdoeken van enkele grote teams zaakjes te doen op de transfermarkt.

Maar dat zijn natuurlijk argumenten die bij Paolo Bettini in dovemansoren vallen. Hij zweert het WK in Varese te winnen als vergelding voor het “gebrek aan respect” van Patrick Lefevere. En Bettini is een type dat van revanchegevoelens alleen maar sterker wordt. Denk maar aan hoe hij vorig jaar in Stuttgart opzwol van woede nadat men hem er onbesmuikt als dopingzondaar opvoerde. En hoe hij, toeval of niet, dit seizoen pas grote koersen begon te winnen toen bekend werd dat hij weg moest van Lefevere. De supporters weten alvast hoe laat het is. In de 24 uur nadat Bettini zijn eerste rit in de Vuelta won, vlogen er in één klap 400 tickets voor het WK de deur uit. Allemaal mensen die ongetwijfeld hopen dat de Italiaan er voor de derde keer op rij de regenboogtrui pakt, wat een record zou zijn. Ook Oscar Freire kan zich in Varese trouwens in de geschiedenisboeken fietsen; hij kan de eerste renner worden die vier- maal het WK bij de profs wint.

door jef van baelen – beeld: tim de waele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content