Dobro pozhalovat

© BELGAIMAGE

Bericht van Onze Man uit Rusland: iedereen heette ons hier hartelijk welkom, vandaar de titel boven dit stuk.

Of we ernaar uitkeken, vroeg een man bij vertrek, toen hij ons, woensdagochtend vroeg, naar de tram zag stappen. Valies in de hand.

‘Waar gaat de reis naar toe?’

‘Rusland!’

Uiteraard keken we ernaar uit. Zo’n twintig over zeven was het, die ochtend, een kleine vijftien uur later hielden we de kaart van onze kamer voor het elektronisch slot, een paar indrukken rijker. Ook al is Moskou niet zo ver, zo’n traject kent altijd wel wat hindernissen.

Eén keer gaan we het aanhalen, en dan nooit meer, want lezen over onze problemen, daar heeft u geen boodschap aan. Naar zo’n tornooi, zo leert het verleden, moet je afreizen met een open geest, en vooral zonder vooroordelen. Die over de Russen kent u: nors volkje, weinig soepel, je overspoelend met administratieve rompslomp en alleen de eigen taal machtig. Maar dat geldt ook voor Italianen, Fransen, Spanjaarden en de Engelsen. So what dus? En dat ze wat archaïscher zijn georganiseerd en graag alles nog eens op papier zien bevestigd? Ach, wij hebben gelijkaardige ervaringen met de Belgische administratie, die digitale omslag zijn ze hier heus wel aan het maken, zien we als we betalen met de chip.

Wie een beetje van voetbal houdt en de clichés thuislaat, kan alleen maar van genieten van een WK.

Het drukke verkeer in Moskou zorgt voor wat tijdverlies, dat klopt, maar wat wil je in zo’n metropool? ‘Hun lichten staan verkeerd afgesteld’, zal Bart Verhaeghe donderdagochtend constateren. Voor de Brugse baas, vicevoorzitter van de voetbalbond, moet het vooruitgaan. Met zijn club, met zijn Pro League, met de bond én ook in het Russische verkeer. Verhaeghe denkt probleemoplossend. Een escorte helpt dan, minister van Defensie Steven Vandeput weet er alles van. Maar ook wij hebben onze structurele files, vanaf Aalst, Haasdonk of Aarschot. En de hele Brusselse of Antwerpse ring lang. Op 1 januari 2018 had Moskou ruim 12,5 miljoen inwoners. Dat is alles wat in België woont, op een paar honderd vierkante kilometer samen gegooid. Dus ja, er is file.

Wat vooral bijblijft is de grote vriendelijkheid van iedereen om het mensen ter wille te maken. Kosten nog moeite worden gespaard. Het officiële wifinetwerk in het stadion is, zeer tot ons genoegen, uitmuntend van kwaliteit, veel beter dan op vorige tornooien. Journalisten die, een beetje bevreesd voor archaïsche toestanden, eigen mobiele wifirooters bij zich hebben, schrikken. Wel is er de verplichting om het officiële netwerk te gebruiken. Ze schrikken nog eens, vragen zich af waarom. Om via algoritmes dingen te checken? Who knows? Moeten we ons zorgen maken over afluistertoestanden of geheime video-opnames, zoals tijdens de Koude Oorlog? We zijn haast zeker van niet, maar wensen die eventuele watchers veel genot. Métro, boulot, dodo, veel meer zit er de eerste dagen niet in.

Het zal wel toeval zijn, maar toen we vertrokken op het station in Gent, sprak een koppel ons aan dat met vakantie naar Tunesië vertrok. De man bleek in het verleden allerlei ‘veiligheidsopdrachten’ te hebben uitgevoerd in Rusland.

‘Welke opdrachten dan wel?’

‘Laat het ons gewoon houden op veiligheid, oké?’

Vreemd.

Een open geest, hadden we u gezegd. Wel, de eerste indrukken zijn overweldigend positief. Het is allemaal veel beter georganiseerd dan vier jaar geleden, toen ze een paar dagen voor de openingswedstrijd nog druk bezig waren aan het stadion van Corinthians. We zagen mensen toen nog verven, asfalt leggen, putten dichten. Nu niks van dat alles. Alles is af, mooi gepoetst, uitstekend bewaakt, klaar om het WK te ontvangen. Het afhalen van ons pasje kan amper sneller, de hulpvaardigheid achter de diverse desks is groot. Er is gratis vervoer voor iedereen met een WK-ID binnen Moskou – bus, metro, maar ook interstedelijk. Oké, de bij de bid nog beloofde TGV is er niet, dat plan werd in 2012 al van tafel geveegd vanwege te duur, maar je kan wel op speciale supporterstreinen. Het genot van het reizen duurt nu wat langer.

Fans van Iran blazen verzamelen in de buurt van het Rode Plein in Moskou.
Fans van Iran blazen verzamelen in de buurt van het Rode Plein in Moskou.© GETTY IMAGE

Nu is zo’n WK-periode nooit representatief voor de staat van een land. En al zeker niet in de speelsteden. De FIFA-machine, die om de vier jaar ergens in de uithoeken van de wereld wordt uitgerold, is inmiddels goed geolied en functioneert steeds beter. Bordjes wijzen alles aan en er is een overvloed aan vrijwilligers uit alle hoeken van Europa die iedereen met de glimlach helpen en veel talen machtig zijn – zo zullen we op een Russische botsen die wat Nederlands (!) spreekt. Er zijn lijstjes met officiële hotels, waar shuttles naar het stadion vertrekken. Er is de inmiddels bekende perimeter van een paar kilometer rond het stadion, zodat er geen filechaos in de straten rondom een arena ontstaat. Er zijn veiligheidschecks, al zijn die minder dan vier jaar geleden, is de indruk. En zeker minder dan in Frankrijk, waar je veel meer politie op straat zag. Een WK is nog steeds duurder en beter georganiseerd dan een EK of gelijk welke andere competitie. Eens je de structuur door hebt, lijken ze op die manier wel allemaal een beetje op mekaar, maar wie een beetje van voetbal houdt en de clichés thuislaat, kan er alleen maar van genieten.

Donderdag 14 juni

Nieuw hier is de FAN ID. Supporters zijn vanaf nu niet alleen meer te herkennen aan hun shirts, maar ook aan de badge die rond hun nek hangt. Een uitvindsel van de Russen die iedereen uitgebreid scanden voor ze een visum uitreikten. Maar ook hun eigen landgenoten dragen zo’n pasje.

De Belgische delegatie – Bart Verhaeghe, Mehdi Bayat en Gérard Linard – geeft een stand van zaken in hotel Metropole, vlakbij het Bolsjojtheater. Het hotel bevindt zich in hartje Moskou. Vanuit hun kamers heb je zicht op de contouren van het Rode Plein en de chique winkelstraten rondom. Op die terrasjes zien we de eerste supporters. Wat opvalt overdag, is de beschaafde stilte. Geen vuvuzela’s, zoals acht jaar geleden, en zeker geen samba, zoals vier jaar terug. Supporters zoeken hun weg door deze metropool, in kleine groepjes. Stil, een beetje teleurgesteld ook dat het Rode Plein, dé trekpleister van Moskou, is afgesloten voor een concert. Misschien hebben de fans ook een beetje last van de jetlag, maar vooral van de alcoholarmoede. Peru, sinds lang niet meer aanwezig, verkocht het vierde grootste aantal tickets. Dat is verrassend. Ook de Argentijnen zijn – ondanks hun aanhoudende economische crisis – massaal van de partij.

Het laat de Rus ogenschijnlijk allemaal een beetje koud. In de reclamefilmpjes op televisie zie je nog wat Russische voetballers opduiken, maar in het straatbeeld niet. Wel Lionel Messi, die een contract heeft met een Russische bank, Cristiano Ronaldo, Paul Pogba of Luis Suárez. Allemaal prijzen ze hun kledingsponsors aan. Op het platteland is het ongetwijfeld anders, maar in de hoofdstad leeft de Rus op zijn Amerikaans. Dezelfde winkels, hetzelfde schoeisel, de hele wereld één markt.

Lula, de president die het WK naar Brazilië bracht, volgt het toernooi nu als analist vanuit… de cel.

In hun Sbornaya, de Russische ploeg, geloven ze (nog) niet. Aan de vooravond van het tornooi vroeg een Deense collega of de Russische bondscoach nog een boodschap wilde meegeven aan het volk. De man antwoordde met een kwinkslag: ‘Ik denk dat de helft van ons land zelfs nog moet ontdekken dat wij het WK organiseren. Dat zal gebeuren wanneer de aftrap van de eerste match wordt gegeven. Maar wacht, als we het gaspedaal indrukken, dan gaan we all the way.’

De Moscow Times bakte het nog bruiner in haar voorbeschouwing. Waarom Rusland gedoemd is om te falen was de kop de dag voor de wedstrijd. We zijn te oud en – vreemd als redenering – hebben te weinig ervaring. Daarmee doelde de Engelstalige krant in Rusland op de afwezigheid van grote vedetten in het buitenland. Die waren er vroeger wel, zeker na het uiteenspatten van de Sovjet-Unie in de jaren negentig en nog een keer een nieuwe lichting een decennium of twee geleden, maar ze zijn inmiddels nagenoeg allemaal terug. Op die ene na, een halve Spanjaard, die zijn land laat op de middag naar de overwinning zal leiden en naar – eindelijk – wat euforie. Je moet blijkbaar eerst door dat pantser heen.

Supporters in alle vormen en kleuren wandelen over het Rode Plein.
Supporters in alle vormen en kleuren wandelen over het Rode Plein.© GETTY IMAGE

’s Anderendaags in de metro: live tv van de wedstrijden. Top, niemand hoeft wat te missen. En in de Spaanse krant AS zien we nog iets nieuws: een foto van een dronegun, een wapen om drones die eventueel boven het trainingsveld van de Spanjaarden zouden vliegen, uit de lucht te schieten… Modern times.

Vrijdag 15 juni

Ons eerste bezoek aan het oefenkamp van de Belgen, een eindje buiten de stad. Op het platteland hier waan je je achtereenvolgens in de Franse Landes – we rijden door bossen met pijnbomen – en het Amerikaanse platteland, met zijn plots opduikende grote overdekte winkelcomplexen, gekoppeld aan een tankstation en een McDonald’s of een Burger King. De Rus wil Amerikaan lijken. En dan, her en der, plots uit het niets een prachtig blinkende orthodoxe kerk, met gouden koepel. Wat ook opvalt: de huizen zijn allemaal afgeschermd van de straat. Niet door tralies, zoals in Amerika, maar door ijzeren platen. Je moet door meer dan één pantser heen. De Duivels zijn goed beschermd: om de hoek van hun trainingscomplex ligt een legerkazerne, even verderop siert een tank het straatbeeld.

Overigens zijn we op het complex alweer onder de indruk van de bouwsnelheid. In december was hier nog niets, nu is er een trainingscomplex om u tegen te zeggen. Alle onrust vooraf was onnodig. Ook dat keert om de vier jaar terug.

Zaterdag 16 juni

De wedstrijden razen nu aan hoog tempo voorbij. De eerste indrukken? Het gaat snel, en niemand heeft het onder de markt. Bij het buitenkomen van het Spartakstadion botsen we op twee oud-Engelse iconen: Ian Wright en Glenn Hoddle. Wright, in een T-shirt met Diego Maradona groot op de borst, bekent dat hij een Argentiniëfan is. Hij spreekt zelfs over ‘wij’. ‘Jammer dat wij niet allemaal samen in het stadion zaten, en de IJslanders ook niet. Dat zou voor veel meer sfeer hebben gezorgd.’

Als u zich afvroeg waarom Argentinië, met zoveel aanvallend talent, amper scoorde in de kwalificaties, dan kreeg u een antwoord in de match tegen IJsland. Oké, de IJslanders verdedigden massaal, maar Argentinië speelde ook wel echt haast alle ballen richting Messi, die nu al vijf WK-wedstrijden niet meer scoorde. Zelfs al staan anderen beter geplaatst. Doe jij maar. Tja. Wat een miskenning van talent.

’s Avonds in de stad de eerste negatieve noot. Een aanslag met een taxi. De eerste berichten willen ons nog doen geloven dat de chauffeur die inreed op supporters op het voetpad, dronken was, maar de beelden liegen niet. Dit gebeurde vrijwillig. Dat moeten ze hier nog leren, dat de 21e eeuw voor oneindig meer bewijsmateriaal zorgt. Dat de dader opnieuw uit Kirgizië kwam, net als de dader van de aanslag in de metro, bewijst dat lang niet alles onder controle is.

Zondag 17 juni

Lula’s eerste werkdag. Lula is de president die het vorige WK naar Brazilië bracht. Hij is een gepassioneerd voetbalfan en wellicht de meest opvallende analist op dit tornooi. Omdat… hij de wedstrijden van Brazilië moet volgen vanuit de cel. Daar zit hij sinds 7 april, er wachten hem nog een aantal processen wegens corruptie. Vanuit de gevangenis gaat hij zijn indrukken neerschrijven, die de televisiezender die hem contracteerde, op beeld gaat laten zien. Een tussenpersoon zal ze op Brasil Actual, een radiostation uit dezelfde groep, voorlezen. Lula doet het om er electoraal voordeel uit te halen. In oktober zijn er presidentsverkiezingen, dan helpt zo’n Copa do Mundo.

Mexico brengt de verwachte kwaliteit tegen Duitsland, Zwitserland vecht sterk terug tegen Brazilië. Haast altijd één goaltje verschil, of geen, enthousiasme kan kwaliteitsverschil nu nog goedmaken, nu iedereen fris is. De Belgen kijken reikhalzend uit naar hun debuut, tegen Panamese nationale helden. De Panamese fans zijn massaal aanwezig, die via La Habana en Moskou in Sotsji raakten. Die strijd heeft de Belgische fan alvast verloren. Maar de andere is oneindig veel belangrijker.

O, en nog een aangename verrassing: als mijn collega Thomas in een taxi zijn gsm verliest en de wanhoop nabij is, brengt een lieve Rusissche toerist in Sotsji nachtrust. Hij vindt een uurtje later de telefoon op dezelfde achterbank, beantwoordt een van onze steeds wanhopiger oproepen en zit vriendelijk in de lobby van zijn hotel te wachten als we die afhalen…

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content