Ier, geboren op 7 juli 1976 in Cork. 1,85 meter – 79 kg. Profiel: de gids.

Dominic Foley: “Wist jij dat Cork in 2005 nog culturele hoofdstad was van Europa? Nee? Dat geeft niet. “Gent is ook een heel mooie stad, like a picture. Daarom voel ik me hier met mijn gezin ook zo goed. Er zijn trouwens opvallend veel gelijkenissen met Ierland: heel gastvrije en opgewekte mensen, een prachtig historisch kader en lekkere gastronomie. Mijn moeder bezocht onlangs de binnenstad – ik fungeerde als gids – en ze raakte onder de indruk van de steegjes, de mooie gebouwen en de gezellige sfeer. De Gentenaars beseffen zelf niet over welke culturele rijkdom ze beschikken. Dat is logisch als je er dagelijks in vertoeft. Dan zie je die rijkdom niet meer. Maar mijn familie, vrienden en kennissen waren op slag verliefd. Zij vinden jullie gelukzakken. Ik was ook graag in Antwerpen, maar Gent staat toch op nummer een.

“Ik hou mijn werk en mijn privésituatie graag strikt gescheiden. Over mijn privéleven valt eigenlijk niet veel te vertellen. Ik heb een vrouw en een kind, speel graag golf in mijn vrije tijd. Je merkt het, echt saai hé.

“Dat ik als buitenlander werd verkozen tot aanvoerder beschouw ik als een grote eer. Ik heb nu de ervaring – die ik probeer door te geven aan de jeugd – om mij wat als leider te profileren, maar alles gebeurt in overleg met Dario Smoje, Khalilou Fadiga en Bernd Thijs. Van bij mijn komst was ik verbaal aanwezig in de kleedkamer en op het veld. Je moet je verantwoordelijkheid durven nemen. En je moet ook kunnen luisteren. Soms gaat iets het ene oor in en dan het andere weer uit, maar het is goed om even stil te staan bij een vraag of een opmerking, om dan gepast te antwoorden.

“Weet je, ik help graag anderen. De voetbalwereld is een jungle, een survival of the fittest. Maar je moet ook een helpende hand durven uitsteken naar de ploeggenoten, niet louter individueel denken. Dat was de les die ik meekreeg van persoonlijkheden zoals Mick McCarthy, Graham Taylor en Gianluca Villa. Ik heb er geen moeite mee om op te komen voor de rest van de groep. Of ik dan een harde of moeilijke onderhandelaar ben, moet je aan Michel Louwagie vragen. Voor de bekerpremie zaten we toch verschillende uren bij mekaar. Een compromis vinden is niet altijd eenvoudig.

“Je mag niet de speelbal worden van bepaalde personen of groeperingen. Dat geldt nu ook voor die nieuwe belastingregel. Sinds 1 januari 2008 werd de belasting voor buitenlandse voetballers plots opgetrokken van achttien naar vijftig procent. Ongelooflijk dat zoiets werd toegelaten tijdens het lopen van een contract. Absolutely disgraceful. Ik had het geluk dat in mijn contractaanpassing daar al rekening mee werd gehouden. Maar vele andere jongens wisten dat niet. Daarom onderhoud ik regelmatig contact met de mensen van Sporta.

“Ondertussen zijn er al zo’n twintig spelers door mijn toedoen aangesloten. Het blijft alleen jammer dat er geen echt volwaardige spelersvakbond bestaat. In Engeland, waar je automatisch lid wordt, is zoiets ondenkbaar en onmogelijk. Daar zouden ze meteen contact opnemen met de regering of een staking organiseren. Maar ja, de voetballers mogen voor de club geen al te machtige drukkingsgroep worden, hé.” S

door frédéric vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content