Petit pays, petit esprit. Door kleine politieke belangetjes dreigt het stadionproject van Club Brugge – en daarmee de eventuele Belgische WK 2018-kandidatuur – een stille dood te zullen sterven.

Club Brugge heeft zijn grenzen bereikt in het Jan Breydelstadion. Meer toeschouwers kunnen er niet meer bij en de mogelijkheden voor commerciële exploitatie zijn er nihil. Dus werkte het een project uit voor een nieuw stadion met 40.000 zitplaatsen annex winkelcomplex in Loppem, net buiten Brugge. De financiering raakte rond, zonder tussenkomst van de overheid. Met de huur die de winkeliers in het winkelcentrum betalen, zou de lening afgelost worden. Een sluitend dossier en toch zit het muurvast.

1. Waarom werkt de stad Brugge het stadionproject van Club tegen?

Het Brugse schepencollege bestaat vooral uit Cerclesympathisanten. Het voornaamste bezwaar van burgemeester Patrick Moenaert (CD&V) tegen het Clubproject in Loppem is dat het de doodsteek voor de middenstand in de binnenstad zou betekenen. Club kwam dat bezwaar tegemoet. Oorspronkelijk was in het stadioncomplex een winkelcentrum van 45.000 m2 voorzien. Allemaal kleinhandel. In zijn ultieme plan bracht het de totale winkeloppervlakte terug tot 41.000 m2, waarvan nog 31.000 m2 voor kleinhandel. De rest is voor grootdistributie. De stad ter wille neemt Club hiermee een groter financieel risico, want de huurprijzen voor grootdistributie liggen aanzienlijk lager. Ter compensatie is de parking nu betalend.

Opvallend is dat de stad ook een uitbreiding van het Jan Breydelstadion, waarvan hij zelf eigenaar is, niet genegen is. Voor Cercle is het nu al te groot. Bovendien heeft Moenaert in zijn begroting geen budgetten voor sportinfrastructuur voorzien. Daarom ook vreest hij het vertrek van Club, dat 93 procent van alle vergoedingen aan de stad voor zijn rekening neemt. Medebespeler Cercle betaalt slechts 7 procent. Duidelijk is dat Cercle zonder Club die kosten niet alleen kan dragen. Moenaert beseft dat de stad in dat scenario inkomsten zal derven, boven op de aanpassingen die het stadion dan nodig heeft om het op maat van het kleine Cercle te snijden.

Zelfs als alles bij het oude blijft (Club en Cercle samen in een niet uitgebreid Jan Breydelstadion), staat de stad Brugge voor kosten. Moenaerts diensten becijferden zelf dat ten laatste in 2012 voor minstens vijftien miljoen euro structurele aanpassingen aan het Jan Breydelstadion moeten worden uitgevoerd om het bespeelbaar en veilig te houden. Daarin zijn de tien miljoen euro voor een nieuw dak niet inbegrepen.

2. Waarom houdt Cercle zich gedeisd?

Club maakte zijn stadionproject bekend in januari 2007. Economische nonsens, zei Cerclevoorzitter Frans Schotte in een reactie, en hij voegde eraan toe: “Met privégeld mag Club zo veel gouden paleizen bouwen als het wil, maar ik hoop dat de overheid hier geen geld voor uittrekt.”

Een zeer ongelukkige uitspraak, om drie redenen. Ten eerste, Club maakte de financiering van zijn nieuwe stadion rond zonder overheidssteun. Ten tweede, Vlaams minister van Sport Bert Anciaux is juist wél bereid om te investeren in nieuwe stadioninfrastructuur, een inhaalslag die nodig is onder meer met het oog op een mogelijke organisatie van het WK 2018 in België. En ten derde, hoe kan Cercle nu zelf nog zijn handje gaan ophouden bij de stad als Club straks uit Jan Breydel vertrekt? Schotte heeft de draagwijdte van zijn woorden niet goed ingeschat en nu, een jaar later, keren ze als een boemerang in zijn gezicht terug.

Veelbetekenend is ook dat Cercle, ondanks zijn huidige groei en succes, niet geïnteresseerd lijkt te zijn in een eigen stadion, maar verkiest zijn thuishaven (maar niet de kosten) te delen met Club.

3. Waarom doet de Vlaamse regering niets?

Niet de stad Brugge, maar de Vlaamse regering moet beslissen over de bestemmingswijziging en de vergunningen voor het stadion in Loppem. Minister-president Kris Peeters (CD&V) schuift de hete aardappel echter door naar het lokale beleid. Hij schreef een brief aan de burgemeesters van Zedelgem (waarvan Loppem een deelgemeente is), Oostkamp (op wiens grondgebied het nieuwe stadion deels zou komen te liggen) en Brugge met als boodschap dat hij zich bij hun advies zal aansluiten. Een ongeziene demarche. Ook ongezien is dat niet de schepencolleges, zoals gebruikelijk, maar alle gemeenteraadsleden hun stem voor of tegen ‘Loppem’ mogen uitbrengen.

Peeters heeft een verleden als topman van Unizo, de Unie van Zelfstandige Ondernemers. De middenstand is zijn achterban. Unizo sprak zich al uit tegen Clubs stadionplan. Peeters is een partijgenoot van Moenaert en van Pol Van Den Driessche, CD&V- senator en bestuurslid annex woordvoerder van Cercle. Zowel in Brugge, Oostkamp als Zedelgem is de CD&V aan de macht.

4. Wat is de achilleshiel van het project in Loppem?

Club wil met zijn nieuwe stadion op een plekje uit de zogenaamde Groene Gordel rond Brugge gaan zitten. Als de overheid dat toestaat, creëert ze een precedent en dreigt de weg te zijn vrijgemaakt voor nog meer dijkbreuken in die buffer. Maar hoe groen is een locatie waarin een verkeerswisselaar ligt en die wordt doorkruist door een spoorlijn? Club rekent erop dat de stad de locatie in Loppem mee opneemt in het grootstedelijk gebied, waarvan het eerstdaags de grenzen moet vastleggen. Daarmee zou de rest van de Groene Gordel definitief worden beschermd. Precies door het stadionproject schuift de stad deze beslissing al geruime tijd voor zich uit.

Ondertussen raakt Club in tijdsnood. Vandaar de dramatische oproep van voorzitter Michel D’Hooghe vorige vrijdag om duidelijkheid te krijgen in het dossier. Door de complexe verordeningen in Vlaanderen op het vlak van ruimtelijke ordening gaat er vaak veel tijd over voor er iets kan worden verwezenlijkt. Club wacht al ruim een jaar op een antwoord. Tegen december 2010 moeten bij de FIFA de kandidaturen van mogelijke gaststeden voor het WK 2018 ingediend zijn, inclusief de bouwvergunning voor een stadion van minstens 40.000 toeschouwers. D’Hooghe vreest, terecht, dat die timing nu al moeilijk haalbaar is geworden voor zijn club.

Minister van Sport Anciaux is een voorstander van dat WK in België, minister-president Peeters blijkbaar niet. En voor één keer blijkt zelfs Clubs ultieme breekijzer, notoir blauw-zwartsupporter Jean-Luc Dehaene, niet in staat de oppositie binnen zijn eigen partij te breken.

5. Hoe moet het nu verder?

Deze week spreken de gemeentebesturen van Zedelgem en Oostkamp zich uit over het stadionproject in Loppem, volgende week doet Brugge dat. Ofwel gaat het licht op groen, ofwel niet. In het laatste geval haakt projectontwikkelaar Uplace af en blijft Club, samen met Cercle, tegen zijn zin maar noodgedwongen in het uitgewoonde Jan Breydelstadion spelen. Club zal er zijn hoofd blijven stoten aan het plafond, België zal een witte vlek blijven op de wereldkaart van boomende voetbalarena’s. En het WK 2018 wordt opnieuw een iets verdere droom. S

door jan hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content