Welke lessen heeft FC Brussels getrokken uit het moeilijke seizoen 2004-05 ? Een jaar geleden stelde men zich vragen over de kwaliteit van de aangekochte spelers. Dezelfde vraag kan vandaag worden herhaald. Sommige van de nieuwkomers zijn voor de Belgische voetballiefhebber volslagen onbekend. Maar Albert Cartier kent ze wel en hij ging vorig seizoen bij La Louvière niet anders te werk. En daar lukte het wonderwel met zijn team van onbekenden. Er is dus hoop voor Brussels. Kan de Franse coach de ambitie van voorzitter Johan Vermeersch – elk jaar drie plaatsen stijgen – concretiseren ? Dan zal de ploeg toch meer inhoud moeten hebben dan wat tijdens de voorbereiding werd getoond. Brussels presteerde daarin zo bleek dat men inderhaast probeerde Mario Espartero aan de kern toe te voegen. En dat is iemand van wie men wel weet wat hij in zijn mars heeft.

VERDEDIGING

De proefperiode van Isa Izgi is verstreken. Hij geldt als een veelbelovende doelman maar legde vorig seizoen een te flagrante onregelmatigheid aan de dag. Hij ruimt de plaats voor een gevestigde waarde : Patrick Nys. Vorig seizoen werd die nog uit de A-kern gestoten onder verdenking van een poging tot rebellie, maar in de slotfase werd hem genade verleend. Maar de vrede lijkt slechts voorlopig. Bestuur en technische straf verhullen niet dat ze zoeken naar een nieuwe doelman.

Op rechts begint Christ Bruno als basisspeler. Vorig jaar speelde deze zuiver rechtsvoetige vaak op de linker- flank omdat Fritz Emeran hem op rechts barreerde. Bruno kan dus nog altijd op links de nood lenigen en men mag hem ook centraal posteren. En bij het nemen van vrijschoppen is zijn trapkracht een belangrijk wapen. Steve Col- paert dient zich aan als zijn vervanger.

Voor het centrum van de verdediging opteert Cartier voor het duo Alexandre ClémentDavy Theunis. De eerstgenoemde kan als kolos orde scheppen in het luchtruim. Clément, een pure linksvoetige, neemt vooral de linkerkant voor zijn rekening. De rechtsvoetige Theunis dekt de rechterkant af. Vorig seizoen speelde Brussels zonder linksvoetige in het centrum van de verdediging en dat heeft de ploeg punten gekost.

Op links drong de jonge Sofiane Zaaboub zich op tijdens de voorbereidingsperiode. Ondanks zijn jeugdige leeftijd deed deze Fransman al ervaring op in Italië en Spanje. Brussels kocht hem in zonder hem te testen, louter op basis van zijn visitekaartje. Zoltan Petö mocht dan tijdens de terugronde van het vorige kampioenschap voldoening hebben geschonken, hij zal zijn mouwen moeten opstropen om een plaats af te dwingen. Sammy Greven loopt nog altijd bij Brussels rond, maar men heeft hem al doen begrijpen dat hij mag vertrekken.

MIDDENVELD

Werry Sels zou rechts moeten opereren – ten nadele van Steve Colpaert – maar men kent hem liever een vrije rol toe. Sels switcht geregeld van links naar rechts en andersom en duikt bij momenten ook centraal op. Centraal treft men bij Brussels een complementaire tandem aan : Alan Haydock en Richard Culek. Zij beginnen aan hun derde seizoen samen en dat merk je aan de automatismen die tussen hen zijn geïnstalleerd. Kapitein Haydock knapt vooral het defensieve werk op, Culek zorgt voor offensieve impulsen en was vorig seizoen onverwacht de beste doelschutter van de Brusselaars. Culek verstaat de kunst om op het juiste moment op de juiste plaats op te duiken. Mario Espartero arriveerde te laat om zijn beste plaats te kunnen kennen, maar allicht stelt Cartier hem op links op, tenminste als deze transfer in orde komt. Een andere Franse nieuwkomer, Julien Gorius, staat dicht bij de basisploeg. Hetzelfde kan worden gezegd van de Rwandees Musaba Selemani.

AANVAL

Bij het afsluiten van dit nummer was er geen enkele sprake van concurrentie in deze sector. Voor de twee plaatsen voorin kon Cartier een beroep doen op twee spelers : Igor De Camargo en Kristof Snelders. Ze wegen allebei op een verdediging, zijn alomtegenwoordig maar lijden allebei aan hetzelfde gebrek : ze scoren zo moeilijk. Een vervelende eigenschap voor een aanvaller. Over Kristoffer Andersen bestaat de indruk dat hij nog wat boterhammen moet eten alvorens voldoende zwaar te wegen.

BESLUIT

Albert Cartier probeert FC Brussels te doen voetballen zoals La Louvière : met een zo hoog mogelijke pressing. Maar je moet wel de geschikte voetballers in huis hebben om dit systeem toe te passen. Dat lag meer voor de hand op Tivoli dan in het Edmond Machtens-stadion. Cartier is zich daarvan terdege bewust. Hij beseft dat een seizoen zonder zorgen als een succes kan worden beschouwd.

door Pierre Danvoye

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content