‘Drie uur in mijn eentje fietsen was drie uur piekeren ’

© INGE KINNET

De dood rijdt mee in het peloton, het is een boutade wanneer het noodlot toeslaat. Maar bij Timothy Dupont lag de dood vorige lente thuis, in de familiekring, op de loer. Voor de Belgische vicekampioen van 2019 was het een jaar van afscheid nemen en weer doorgaan. Tot drie keer toe.

Ze zijn er nog allemaal op de foto’s van Kerstmis 2021. Timothy Dupont en zijn vrouw Cindy, hun dochtertje Marilyn, de grootouders, sommigen met een nieuwe partner. Een jaar later zijn drie van hen er niet meer. Het is moeilijk te vatten. Zelfs de begrafenisondernemer had zoiets nooit meegemaakt, zuchtte hij na het derde overlijden. Uiteraard wel bij verkeersongevallen, waarin een half gezin in één klap wordt weggemaaid, maar niet op deze manier, op vijf weken tijd. Nog voor de ene wonde kon beginnen te genezen, werd er een nieuwe geslagen. En tussendoor was er de fiets, altijd weer de fiets, maar hoe ver je ook rijdt, uit je malende gedachten wegrijden lukt nooit.

Op de dag van de laatste groet moest ik ’s avonds op hotel om ’s anderendaags Dwars door Vlaanderen te rijden.’ TIMOTHY

In hun huisje in Gistel, op tweede kerstdag, vertellen Timothy en Cindy over 2022, hun annus horribilis. Op sportief vlak was dat tamelijk goed van start gegaan. ‘Conditioneel was ik in orde. Het jaar ervoor was ik tijdens Nokere Koerse gevallen op een zenuw en daardoor had ik lange tijd last van mijn ademhaling. Maar dat was achter de rug.’

Toch was het geen zorgeloze winter. De vader van Cindy, die al een halfjaar op de sukkel was, had in oktober een wreed verdict gekregen: terminale kanker, een tumor achter de long die zijn botten aantastte. Onbereikbaar voor chirurgie. ‘Genezen kon niet meer, daar waren de artsen heel duidelijk in’, vertelt Cindy. ‘Voor zijn comfort zou overgegaan worden op palliatieve zorg.’

Parket

Het wordt 25 maart 2021, de dag dat Jumbo-Vismaploegmaats Wout van Aert en Christophe Laporte samen naar de streep rijden in de E3 Saxo Bank Classic. Dat feit gaat helemaal voorbij aan Timothy Dupont, die midden in de nacht telefoon heeft gekregen. ‘Het was de vriendin van mijn schoonvader die belde. Ik dacht eerst: het is de kanker. Maar hij was van de trap gevallen, op zijn achterhoofd. Zo had ze hem gevonden. Het zal er wel mee te maken gehad hebben dat hij al erg verzwakt was.’ Cindy: ‘Als je op zo’n uur gebeld wordt… Timothy hoefde niet veel te zeggen, ik wist het direct.’

Ze wikken hun woorden. De ziekte had hard toegeslagen de laatste weken. Misschien was zijn plotse dood wel een verlossing geweest. Het einde afwachten wilde hij sowieso niet. Cindy: ‘De euthanasieaanvraag was al ingediend. Het was aan hem om te beslissen wanneer het niet meer ging. Natuurlijk hebben we nu geen afscheid kunnen nemen maar – het is wat raar om te zeggen – misschien is het beter zo dan dat je met z’n allen rond dat bed moet gaan staan wanneer hij er echt mee klaar is.’

Terwijl Timothy thuisblijft om ’s ochtends Marilyn naar school te brengen, rijdt Cindy naar het huis van haar vader. Ze wordt er opgevangen door de politie en Slachtofferhulp. Buiten wachten ze terwijl het parket met het onderzoek bezig is – een dodelijke val wordt gekwalificeerd als verdacht overlijden. ‘Omdat ik ervoor koos om nog eens binnen te gaan kijken, is er iemand van Slachtofferhulp meegegaan. Ze vertelden op voorhand wat ik precies te zien zou krijgen. Het lichaam hadden ze van de trap naar de zetel verplaatst, zodat hij er mooier zou bijliggen als ik hem nog zou willen zien. Voor de rest hebben we weinig hulp gehad, ik heb zelf het bloed op de trap nog moeten opkuisen. Ja, achteraf hebben ze eens gebeld om te vragen of het allemaal zou lukken.’

Als je midden in de nacht gebeld wordt… Timothy hoefde niet veel te zeggen, ik wist het direct.’ CINDY

De uitvaart regelen komt op hun schouders terecht. Daarna volgt het opruimen van het huis, de notaris, de miserie met de verzekering die tergend moeilijk doet. Timothy tracht zijn hoofd leeg te maken door te fietsen. Hoe hard het ook is, het is zijn job. ‘Ik ben op een dag of twee na, toen het echt te druk was, niet gestopt met trainen en koersen. Achteraf bekeken had ik dat beter wel gedaan, want voor mijn vrouw was het natuurlijk niet simpel. Op dinsdag 29 maart, de dag van de laatste groet, moest ik ’s avonds op hotel om woensdag Dwars door Vlaanderen te rijden. Daarna ben ik naar huis gegaan en donderdag was het de begrafenis. Op zulke dagen laat je je familie niet graag alleen. Maar ik heb me er zo wel makkelijker kunnen overheen zetten. Tot dan een maand later mijn vader…’

Wankel leven

Sven Dupont had geen gemakkelijke jeugd gehad. Op zijn achttiende verliet hij het ouderlijk huis om dienst te nemen bij de paracommando’s. Hij wilde zich bewijzen, tonen dat hij meetelde in de maatschappij. Toen hij amper twintig was, kreeg hij een zoon, Timothy. Het jongetje is zwaar astmatisch en de artsen schrijven als remedie zeelucht voor. Sven en zijn vrouw verlaten Heusden bij Gent, waar bijna heel zijn familie woont, en trekken naar de kust. Eerst naar Knokke-Heist, dan Klemskerke en ten slotte Bredene. Maar het huwelijk houdt niet stand en na een tijd trekt Sven terug naar Heusden, waar hij een bedrijf heeft. Back to the roots. Twaalf jaar na Timothy krijgt hij nog een dochter.

Wanneer zijn bedrijf over de kop gaat, breken donkere dagen aan. Sven worstelt met het leven, zoekt zijn heil in boeddhisme en kunst. De eenzaamheid van de lockdown doet hem geen goed, maar in maart 2021 staat hij in het gemeentekrantje WegWijs9070 met werk in hout en epoxy dat hij tijdens de pandemie gemaakt heeft. Hij lijkt er weer wat bovenop, maar het blijft wankel. En in april 2022 helt de balans toch over.

Timothy: ‘Mijn vader heeft zelfmoord gepleegd. Sinds het faillissement was hij zichzelf niet meer. Hij zag het leven niet meer zitten. Een paar keer was hij er al dichtbij… Ik vreesde dat de dag ooit zou komen, maar ik had niet verwacht dat hij het zou doen zo kort na de dood van Cindy’s vader. Mogelijk heeft dat hem getriggerd.’

Heusden is een klein dorp, iedereen kent iedereen. Wanneer de politie Sven vindt, verwittigen ze diens zus. Voor ze bij zoon Timothy aan de deur staan, is die door zijn tante al opgebeld. ‘De politie van Heusden had die van hier gecontacteerd om het nieuws over te brengen. Maar toen wisten we het dus al. In tegenstelling tot Cindy ben ik niet meer naar mijn vader gaan kijken. Ik had daar geen behoefte aan, mijn zus ook niet. Ik ben daar blij om. Een laatste groet zijn we natuurlijk wel gaan brengen, maar op het moment zelf … dat wil je niet zien, die confrontatie wil je niet aangaan.’

Ook dit keer moeten ze zelf de uitvaart regelen, terwijl nog niet eens alles afgerond is na het overlijden van Cindy’s vader. Tijd om te rouwen is er amper. Cindy: ‘Je leeft op automatische piloot, van de ene begrafenis naar de andere.’

Ze strijkt door de haren van dochtertje Marilyn, die in een fotoboek met potlood mannetjes en vooral veel hartjes tekent. Het kind stoot zachtjes haar moeder aan.

‘Kijk, mama, dat ben jij.’

Afsluiten

Timothy: ‘De dag na de begrafenis van mijn vader zou ik aan een criterium deelnemen, om mijn gedachten wat te verzetten. ’s Ochtends ging ik nog twee uurtjes losrijden en onderweg kreeg ik telefoon van de beste vriendin van Cindy’s mama. Die ging elke dag om negen uur met haar een koffie drinken. Ze was aan de deur geweest en had aangebeld, maar er deed niemand open. Ik zette mijn fiets aan de kant en belde naar Cindy, om te vragen of zij haar mama al had gehoord. Ook niet. Dan heb ik een maat gebeld die bij de politie is. Hij heeft de centrale verwittigd zodat er iemand ter plaatse kon gaan kijken. Vijf minuten later lieten ze me al weten dat het niet goed was. Ze hadden de deur opengebroken en haar gevonden. Ze vroegen of zij Cindy moesten bellen, maar dat was iets wat ik zelf moest doen.’

Ik ben niet meer naar mijn vader gaan kijken. Ik had daar geen behoefte aan, zoiets wil je niet zien.’ TIMOTHY

Cindy: ‘Ik had de hele tijd geprobeerd om haar te bellen, bellen, bellen, maar er nam niemand op. Normaal belde ze altijd direct terug als ze een oproep gemist had, dus ik vreesde al het ergste. En dan belde Timothy weer, ik was snel even naar de winkel gegaan en was net thuis, alleen met Marilyn. ‘Ga eventjes naar buiten’, zei hij en hij vertelde dat ze mama dood aangetroffen hadden. ‘Wees sterk,’ zei hij, ‘ga terug naar binnen en doe alsof er niks aan de hand is.’ Ik heb dan gewacht tot hij thuis was om Marilyn naar mijn beste vriendin te brengen en dan ben ik meteen naar Oostende gereden. Ik wou ook mama nog een keer zien. Ik denk dat dat voor mij een manier was om het te kunnen afsluiten.’

De doodsoorzaak: acute hartstilstand. ‘Ze denken dat het van verdriet zou kunnen zijn’, zegt Timothy. ‘Het is wel opvallend, zo kort na de anderen.’

Cindy: ‘Met een hartstilstand weet je dat niet. Je kunt daar niet op voortgaan. Ze zat in de zetel met de televisie aan. De dokter denkt dat het rond zes uur ’s ochtends moet gebeurd zijn. Waarschijnlijk was ze opgestaan om haar hond buiten te laten en is ze dan voor de tv in slaap gevallen.’

Weer moeten ze een uitvaart organiseren, tot ongeloof van de begrafenisondernemer. Van die weken herinnert Cindy zich maar weinig. ‘Je regelt alles, zodat je verder kunt en dan gebeurt het opnieuw. Na de eerste keer verwacht je geen tweede. Zeker geen derde.’

Genieten van het leven

En hoe sterk is de eenzame fietser? Dat valt flink tegen. ‘Als ik drie uur op mijn eentje ging fietsen langs de vaart, piekerde ik drie uur lang. Ik keek zelfs niet naar mijn computertje. Het was rijden om te rijden.’

Gelukkig kreeg hij vaak het gezelschap van zijn vrienden en trainingsmakkers Dieter Pylyser, Laurenz Rex en Johan Jacobs. ‘Ik heb veel aan hen gehad. Ze waren er op de momenten dat ze er moesten zijn. Als je zo uren naast elkaar kunt fietsen, doet dat deugd.’

Bijna dagelijks zat hij in het zadel. Het was werk en afleiding tegelijk. ‘Ik heb maar één wedstrijd afgezegd, de Vierdaagse van Duinkerke. Dat was de dinsdag na het overlijden van Cindy’s mama. We moesten de begrafenis regelen, dan kun je niet voor een paar dagen naar Frankrijk om te koersen. Een maand later heb ik nog een rit gewonnen in de ZLM Tour, maar ik kan me niet meer herinneren waar dat precies was.’

Wielrennen als beroep, hij weet er de waarde van in te schatten want het was lange tijd geen evidentie. Het astmatische jongetje van weleer ging eerst zwemmen, zoals veel van zijn schoolkameraden aan de kust. Hij was er best goed in, en toch zegt hij het zwembad vaarwel. De eentonigheid is niks voor hem. Hij wil zijn blik verruimen, ook letterlijk, door wisselende landschappen rijden, de prachtige natuur in binnen- en buitenland aanschouwen. Op de koersfiets of op de mountainbike, misschien wel zijn favoriete rijwiel. Hij wint bij de nieuwelingen en de junioren enkele koersen maar bij de beloften, zo rond zijn twintigste, heeft hij moeite om alles voor de sport opzij te zetten. ‘Ik genoot graag van het leven. Bijna was ik helemaal gestopt.’ Hij werkt een jaar als elektricien, nadien bij Carglass. Eerbare jobs, maar toch knaagt er iets in hem. ‘Ik besefte dat ik eigenlijk nog altijd heel graag koerste en dus besloot ik alles op het wielrennen te zetten, terwijl ik ook nog voltijds werkte.’ Ondertussen was ook Cindy in zijn leven gekomen. Makkelijk is het niet te combineren, ze hebben weinig tijd voor elkaar. Maar hun liefde houdt wel stand.

Onze ouders waren geen mensen die bij de pakken bleven zitten. Ze zouden zelf zeggen dat we vooruit moeten.’ CINDY

In 2012 breekt hij door bij Jong Vlaanderen. Als 25-jarige wordt hij Belgisch kampioen bij de elite zonder contract. Hij wint dat jaar zeventien koersen. ‘Ik begreep niet dat ik toen al geen profcontract kon versieren. Bij Topsport Vlaanderen kon ik niet terecht – ik was te oud, beweerden ze. In 2013 won ik opnieuw dertien koersen, enkele op UCI-niveau. Uiteindelijk kon ik bij wielerteam Roubaix aan de slag.’

Troost

Hij is een graag geziene gast in het peloton. Tekenend was hoe hij op het BK in 2019 na de finish nog honderden meter achter winnaar Tim Merlier aan reed om die te feliciteren. Net geklopt voor je grootste overwinning in je carrière en toch die inspanning doen, knap. Maar het peloton blijft vooral een verzameling collega’s en concurrenten, echte vrienden zijn er schaars. ‘Ik schiet met veel renners goed op, maar daar blijft het bij. Na wat er gebeurde in mijn familie werd ik vaak sterkte toegewenst, dat is natuurlijk wel het minste. En dan zo drie keer… Op den duur wist niemand meer goed wat te zeggen.’

Zelf maakt hij er geen probleem van om er open over te vertellen, ook wanneer journalisten hem ernaar vragen. ‘Er is geen reden om het weg te steken, ik ben er altijd eerlijk over geweest. Soms hielp praten ook, op andere momenten had ik er dan weer geen zin in. Nu gaat het makkelijker omdat het alweer even geleden is.’

Dat het een harde wereld is, mocht hij enkele maanden geleden ondervinden. Bij zijn ploeg Pauwels Sauzen-Bingoal kreeg hij geen contract meer aan dezelfde voorwaarden. Een nieuwe klap in dat vreselijke jaar. ‘Ja, medelijden was er totaal niet. Ik heb ook geen uitleg gekregen, tot op vandaag begrijp ik het niet. Ik heb na al die miserie nog goed gekoerst, zelfs die rit in de ZLM Tour gewonnen, dus ik kan mezelf niks verwijten. Ondertussen keken andere ploegen de kat uit de boom. Ik ben tevreden dat ik uiteindelijk bij Tarteletto-Isorex terechtkon, bij Peter Bauwens. ’

En zo loopt het jaar op zijn eind voor Timothy en Cindy. Met dozen vol herinneringen en lichtjes die de ene dag wat feller flikkeren dan de andere. Met een verzekeringsfirma die nog altijd moeilijk blijft doen en het leven dat verdergaat. Als de vraag valt waar ze het afgelopen jaar toch wat troost uit konden putten, kijken ze beiden naar Marilyn, die tussen hen in nog altijd met haar boekje bezig is. Plots veert ze op, schiet achter de twee hondjes aan en komt wat later terug met de naaktkat in haar armen.

Cindy: ‘We hebben haar verteld wat er met haar grootouders is gebeurd. Ze is slim en begreep het. Eigenlijk ging ze er heel goed mee om.’

Timothy: ‘Soms praat ze erover en dat vind ik goed. Het is hard, maar het is wat het is. We beginnen ook te beseffen wat we wel nog allemaal hebben. En dat we nú leven. Doemdenken helpt niet.’

Cindy: ‘Onze ouders hadden elk hun eigen karakter, maar het waren geen mensen die bij de pakken bleven zitten. Ze zouden zelf zeggen dat we vooruit moeten.’

Overleden makkers of geliefden die meeduwen op de trappers, het is nog zo’n sentimentele boutade uit het peloton. Voelt Timothy ook zoiets? Koerst hij nu met een andere ingesteldheid? Hij denkt even na en diept een opvallende anekdote op. ‘Drie jaar geleden is mijn grootste supporter gestorven aan een agressieve kanker, dat was heavy. Hij volgde me al van bij de nieuwelingen. Net op de dag dat hij overleed, won ik de Napoleon Cup. Dan denk je toch: er moet een verband zijn. Misschien geeft zoiets je wel innerlijke kracht, dat je tegen jezelf zegt: dáár doen we het voor.’

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij Tele-Onthaal (106 ofwww.tele-onthaal.be) of de zelfmoordlijn (1813 of www.zelfmoord1813.be).

Bio Timothy Dupont

GEBOREN: 1 november 1987 in Gent

PROFRENNER SINDS: 2014

PLOEGEN: Roubaix Lille-Métropole (2014-2015), Veranda’s Willems (2016-2017), Wanty-Gobert (2018-2020), Bingoal (2021-2022), Tarteletto-Isorex (2023)

BEKNOPT PALMARES: BK elite zonder contract (2012), Nokere Koerse (2016), GP Criquielion (2016), Antwerpse Havenpijl (2016), Kampioenschap van Vlaanderen (2016), GP Scherens (2017), GP Schotte (2017), Schaal Sels (2018), ritzeges en puntentruien in o.a. Ronde van Bretagne, Ronde van de Elzas, Ronde van Normandië en de Driedaagse van West-Vlaanderen, BK strandrace (2018 en 2021), zilver op het EK strandrace (2019 en 2022)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content