Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

‘Laat dit maar zo snel mogelijk voorbij zijn.’ Ook tegen Chelsea ging Anderlecht met de billen bloot. Op een stilaan klassieke manier. Werk aan de winkel voor psycholoog en technische staf.

De fans spaarden na afloop hun kritiek niet. Op het moment dat de moedigste Anderlechtspelers zich richting spionkop begaven om een laatste groet te brengen, floten de fans hun helden genadeloos uit. Ze hadden allemaal veel betaald voor hun mini-abonnement – tussen 80 en 160 euro voor abonnees en tussen 110 euro en 220 euro voor niet-abonnees- en de nul op negen thuis kwam hard aan. Na twintig meter keerden de spelers dan ook snel op hun stappen terug om te douchen.

Dit blad schreef het eind september al : de problemen van Anderlecht liggen in het defensieve. De voornaamste problemen, moet je twee maanden later concluderen, want ook offensief bakten de Brusselaars er internationaal niet veel van.

Verdediging

Paars-wit verdedigde in deze Europese campagne slap en maakte geregeld individuele fouten, vooral, maar niet uitsluitend op stilstaande fasen. Ongeveer iedereen, inclusief hijzelf, is eruit dat Anthony Vanden Borre geen verdediger is. Daarvoor is hij soms te nonchalant. Hij heeft talent, kracht, infiltratievermogen, soms een uitstekende inspeelpass en rendeert beter op het middenveld, zijn favoriete plaats. In de heenwedstrijd op Stamford Bridge kreeg hij daar al zijn kans, nu ook in de terugwedstrijd. Maar uitgerekend in de beginfase kwam hij één keer bij een overname van de positie van Michal Zewlakow op zijn oude rechtsachterplaats terecht, zonder rugdekking. VdB verslikte zich, zag Frank Lampard met zijn linker een perfecte voorzet trappen en Hernan Crespo, leep weg van Hanu Tihinen, strafte genadeloos het foutje af.

Een klassieke tegengoal, net als de tweede, een paar minuten later. Anderlecht verdedigt slapjes op standaardsituaties, het is alle wedstrijdscouts al opgevallen. Chelsea, Liverpool, Genk, Lokeren, Club Brugge, allemaal al straften ze laks verdedigen af.

‘Vincent Kompany laat zich twee keer door Crespo aftroeven’, was een van de individuele beoordelingen in de krant donderdag. Naast de kwestie, want bij de eerste fase was Tihinen in de buurt van de Chelseaspits en bij de tweede deed de pas herstelde Rode Duivel wat hem is opgedragen : zijn zone afschermen. Crespo vertrekt wel bij hem, maar is verder voor een andere verdediger. Anderlecht past bij standaardsituaties individuele dekking toe, behalve Kompany, die aan de eerste paal moet blijven, een meter of vijf van de doellijn. Dat Crespo kon doorkoppen, is dus niet zijn schuld.

Dat Ricardo Carvalho aan de tweede paal kon binnenschieten, is wel die van Mbo Mpenza, die net als tegen Liverpool zijn rechtstreekse tegenstander uit het oog verloor. Het probleem van Anderlecht is bij die fasen een manifest gebrek aan hardnekkigheid. Spoel de band drie dagen terug, naar het duel tegen Westerlo. Geen man die volgt als Peter Utaka afhaakt. Dat Mbo Mpenza in de fout gaat, verbaast kenners niet. Mbo is een spits, geen verdediger. Tenzij je Jan Koller heet en door lengte en kilo’s in beide strafschopgebieden heerst, zal een spits op het defensieve vlak nooit denken en reageren als een verdediger.

Ander opvallende punt : bij een corner trekt paars-wit alles terug, inclusief de spitsen. Serhat Akin staat aan de zestien, wachtend op een uitvallende bal, niemand staat hoger. Counteren, en zo’n fase misschien met een paar lange halen in je eigen voordeel uitbuiten omdat de tegenstander uit balans is, zal je bij Anderlecht dus zelden zien.

En een laatste opvallend punt waaraan de club zich blijft bezondigen : het laag opstellen van de lijn verdedigers op vrije trappen vanaf de zijkant. Niet op de rand van het strafschopgebied of ter hoogte van de muur, maar meestal op vijf, zes meter van doel. Dat laat de keeper geen kans op interventie. Bij gebrek aan ruimte riskeert hij immers in botsing te komen met andere spelers. Dat zorgt ook voor gevaar voor een kluts of een afvallende bal, gegarandeerd dicht bij de goal. Het levert problemen op en eigenlijk is het een raadsel waarom de Brusselaars het blijven doen.

Aanval

Vijf Europese wedstrijden en geen doelpunt, terwijl net dat in de competitie, zeker thuis, goed lijkt te lukken. Met 35 goals is de Brusselse aanval met voorsprong de beste van het land. Hoe kan dat ?

Een gebrek aan moed kan Frank Vercauteren zeker niet worden verweten. We hebben er voor u al zijn ploegopstellingen eens op na geslagen, met minstens twee en meestal drie spitsen gebruikt hij zijn aanvallend potentieel. In afwezigheid van de geschorste Nenad Jestrovic en geblesseerde Grégory Pujol mocht zelfs Oleg Iach-tchouk tegen Chelsea nog even diep in de spits. In principe heeft de kern van Ander-lecht alles. Snelheid op de flanken met Akin en Christian Wilhelmsson, die toch ook tegen Chelsea weer bewees op dat niveau acties te kunnen opzetten.

Een diepe spits als Mbo Mpenza, die weliswaar niet de zuivere afwerker is – wat hij nog maar eens bewees bij die ene actie toen hij alleen voor Petr Cech niet voor de meest logische oplossing koos (keeper langs links passeren en binnentrappen) maar op de Tsjech besloot. Gelukkig werd hij bij die fase afgefloten voor buitenspel. Maar goed, hij dreigt wel, vaak door af te haken, terwijl hij de bal toch in de rug vraagt. Jestrovic heeft wel weer zijn neus voor goals, maar was geschorst en omstreden. Qua kwaliteit misschien onterecht, want het is van Tomasz Radzinski geleden dat Anderlecht nog zo’n afwerker had. Maar zijn karakter en een gebrek aan samenspel in de kaats, de Serviër heeft dan weer andere minpunten.

Verdedigen doe je met de hele ploeg, aanvallen ook. Daar nijpt het schoentje. De verdediging is niet de meest snelle en wendbare. Ze volgt dus minder snel een afhakende spits, bang voor de ruimte in de rug. Dat is niet alleen defensief een probleem, maar ook offensief, ze staan verder naar achteren, zeker in topmatchen. Willen ze aansluiten naar voren, dan moeten ze meer afstand afleggen, wat tijd kost en de tegenstander toelaat zich te organiseren.

Het middenveld is dan weer niet van de jongste, met Pär Zetterberg, Bart Goor en Yves Vanderhaeghe heeft Anderlecht drie flinke dertigers lopen. Die, eerlijk is eerlijk, toegeven dat op dat niveau het ritme voor hen iets te hoog is. Zetterberg begon woensdag al op de bank, het was Akin die meer centraal liep, in de hoop dat die wel de snelheid van uitvoering zou hebben. Niet dus.

En een laatste vaststelling : lukt het nationaal nog om vrij hoog een bal te recupereren dan gebeurt die balrecuperatie Europees veel lager. Omdat de ploeg lager staat en omdat de tegenstander technisch veel sterker is en minder balverlies lijdt dan Belgische eersteklassers. De afstand die bij een aanvallende actie moet worden overbrugd, is opnieuw veel groter. Bovendien is het nationaal mogelijk om op individuele flitsen van bijvoorbeeld de Zweden te teren, maar internationaal is een betere animatie nodig. En voor animatie is naast techniek, tactiek en fysiek ook animo nodig, groepsgeest, terwijl net die er nu niet is.

Kortom, de nullen op rij in de Champions League hoeven amper te verbazen. l

PETER T’KINT

DE NULLEN OP RIJ IN DE CHAMPIONS LEAGUE HOEVEN AMPER TE VERBAZEN.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content