De Wereldbeker in Brazilië wordt in ons land intens gevolgd. Sport/Voetbalmagazine sprak met vijf mensen die een speciale band hebben met de Rode Duivels over hoe zij dit WK beleven.

Alain Van Buyten, broer van Daniel

Bij elke WK-match van de Belgen is het hetzelfde ritueel in een huis in de buurt van Charleroi. In de straat waar de vrouw (Céline), de ouders en de broer (Alain) van Daniel Van Buyten wonen. Een deel van de tuin is versierd in rood, geel en zwart, en er staat een tv.

Alain Van Buyten: “Er is altijd veel volk op zo’n avond: Céline en de drie kinderen, een van haar zussen, haar ouders, onze ouders, neven en nichten, vrienden. Iedereen is verkleed en we eten een hapje. Al in januari waarschuwde ik Daniel: ‘Je zal titularis zijn op het WK, ik voel dat.’ Het vrat aan hem dat hij zo weinig speelde met Bayern. Hij antwoordde: ‘We zien wel.’ Ik zei hem: ‘Zie dat je fit bent en dat je je goed verzorgt.’ Ik merkte ook dat zijn concurrenten bij hun clubs met blessures of kwaaltjes sukkelden, terwijl Daniel zelden geblesseerd is. Uiteindelijk dwong hij zelf zijn basisplaats af, zonder dat er iemand wegviel en er een plaats vrijkwam. Niet altijd spelen met Bayern maar wel met de nationale ploeg, dat was hij gewend. Hij weet wat hem te doen staat als hij niet veel speelt. Dan traint hij extra. Soms ging hij bij Bayern in zijn eentje naar het trainingscomplex op een vrije dag.

“Tijdens het WK hebben we veel contact. Hij is tevreden over zijn toernooi, maar hij zal nooit zeggen: ‘Vandaag was ik goed.’ Zo is hij altijd geweest. Hij praat niet graag over zichzelf. Toen ik hem beschreef wat er hier allemaal gebeurt, hoeveel emotie dat WK hier bij ons teweegbrengt, was hij erg bewogen. Ik vind hem vrijer voetballen dan in 2002, alsof zijn beslissing om na dit WK met de nationale ploeg te stoppen hem van een last op zijn schouders bevrijd heeft. Het kon hem niet meer schelen dat de pers hem zou aanpakken. Hij is met een gerust gemoed vertrokken, minder bezorgd dan voorheen.

“Wel was hij, net als wij, verbaasd dat hij tegen Zuid-Korea geen kapitein was. Dat heeft hem geraakt, hij had daar ook geen uitleg van de trainer over gekregen, zei hij mij. Hij zegt me nog weleens dingen die niet meteen naar buiten komen. Voor de match tegen Rusland hebben de spelers ook weinig geslapen. Er waren betogingen en opstootjes in de buurt van hun hotel. Ze hebben er weinig over gezegd, maar ze waren wel diep onder de indruk van de favela’s die rond een paar hotels liggen waar ze verbleven.

“Of het een voordeel was voor mij, zo’n bekende voetballer als broer? Niet altijd. Ik voetbal zelf en heb veel opmerkingen gekregen die maar één doel hadden: me uit mijn lood slaan. Genre: ‘Je bent even slecht als je broer!’ Ik antwoordde dan: ‘Was het maar waar dat ik even goed was als hij.’ Of men zei: ‘Doe maar dezelfde stommiteiten als je broer.’ In het begin raakte me dat, maar het went. Geleidelijk glijdt het van je af. Als ik plus en min naast elkaar afweeg, heeft het me meer bijgebracht om Daniels broer te zijn dan dat het me gekost heeft. Door hem heb ik belangrijke wedstrijden live meegemaakt. Toen het Koning Boudewijnstadion maanden van tevoren uitverkocht was, en mensen bij wijze van spreken vochten voor kaartjes, wist ik dat ik binnen zou geraken. Ik was er bij in de Champions Leaguematchen en ik was een van de genodigden op de feestjes na de matchen van Bayern met al die bekende namen.”

Marleen Boonen, moeder van François Sterchele

In de nacht van 8 mei 2008 verongelukte François Sterchele, amper 26 jaar. Hij debuteerde voor de Rode Duivels onder René Vandereycken in maart 2007 en kwam in totaal vier keer uit voor België.

Marleen Boonen: “Op een dag zei Laurent Ciman me: ‘Ik neem Françoismee in mijn koffer naar Brazilië. Ik snapte hem niet. Hij legde me uit dat, zodra MarcWilmots had meegedeeld dat hij tot de selectie behoorde, hij nummer 23 had gevraagd: François’ rugnummer. François en Laurent waren goeie vrienden. Ze leerden mekaar kennen bij Charleroi. Soms bleef Laurent hier slapen. Overal waar hij voetbalde, heeft hij goeie vrienden gemaakt. Bij Beerschot waren dat Jurgen Cavens en Vincenzo Verhoeven. Bij Club Brugge Stijn Stijnen en Jonathan Blondel. Bij de nationale ploeg Timmy Simons en Daniel Van Buyten. Maar eigenlijk kon hij met iedereen goed opschieten, het was moeilijk ruzie met hem te maken. Hij sprak zelfs tegen een hond met een hoed.

“Ik volg het WK in de Mundial Arena in Hognoul, hier bijLuik, waar een aantal chalets staan, elk met de kleuren van een WK-land. Jonathan Legear koos voor de chalet van Rusland. Toen ik me inschreef, bleef er niet veel keuze meer over. België en Italië waren al bezet. Ik kon nog kiezen uit de VS, Engeland en Kroatië, en heb voor Kroatië gekozen. De manager van François is zes jaar mijn vriend geweest, hij was van Kroatische origine. Vanaf vijf uur ’s middags is het WK-dorp open, en zijn er allerlei activiteiten. We eten en drinken Kroatisch. Ik neem een voorwerp mee dat me erg dierbaar is en dat de aandacht trekt bij de wedstrijden: een truitje van de Rode Duivels met de naam van François.

“In 2002 zat ik met François te kijken naar een WK-match van de Belgen in Japan, toen hij me zei: ‘Mama, ik zweer je dat ik de volgende keer als de Duivels naar een WK gaan in de ploeg sta. Onthoud mijn woorden goed.’ Hij was toen nog geen prof. Niemand kende hem, maar hij was toen al zo zeker van zijn kwaliteiten. Vandaag denk ik daar soms nog weleens aan, dat hij nu in Brazilië had kunnen spelen, als er niet dat vreselijke ongeval was geweest in 2008.

“Niet dat ik gestopt ben met naar het voetbal te gaan. Ik ging vroeger altijd naar hem kijken, uit en thuis. Mocht ik nu stoppen met naar het voetbal te gaan, dan zou ik in een groot zwart gat vallen. Zo veel jaren is het spelletje een belangrijk onderdeel van mijn leven geweest, dat ik besloten heb om ermee door te gaan. Soms vraagt men mij hoe ik dat aankan, maar ik stel me die vraag niet. Ik heb dat gewoon nodig.

“Ik houd de herinnering aan François levendig via de vzw François Sterchele Rêves d’Enfants die geld inzamelt voor minderbedeelde kinderen, die bijvoorbeeld in tehuizen belanden. Met dat geld kunnen ze speelgoed kopen, eens op vakantie gaan of simpelweg hun kamer inrichten. Straks is er in november ook de tweede Sterchele Night, een dansavond met een paar bekendheden.

“Ik ben altijd verbaasd als ik hier in de Mundial Arena kinderen kruis die me over hem spreken met glinsterende ogen, terwijl zij amper geboren waren toen François stierf. Hun ouders hebben hen verteld wat voor iemand François was. Dat raakt me wel.”

Frédéric Waseige, zoon van ex-WK-bondscoach Robert Waseige

Al een eeuwigheid tv-consultant in Franstalig België roept een WK mét Belgen bij Frédéric Waseige herinneringen op aan het WK 2002, toen zijn vader bondscoach was van de Belgen in Japan.

Frédéric Waseige: “Toen de RTBf me voorstelde om hun analist te zijn voor het WK 2002, heb ik hen gezegd dat ze beter iemand anders konden zoeken, omdat ik niet zo’n fantastische profloopbaan heb doorgemaakt. Dat antwoord gaf ik elke keer als een zender me vroeg. Telkens kreeg ik hetzelfde antwoord: ex-voetballers die plakken op een camera en het goed verwoorden, lopen niet dik gezaaid.

“Een ander nadeel, naast mijn bescheiden profcarrière, vond ik in 2002 het feit dat ik de zoon van de bondscoach was. Ik zat aan tafel terwijl de camera’s draaiden en mijn vader in de pers afgemaakt werd omdat hij net voor de afreis naar Japan had bekendgemaakt dat hij na het WK de Duivels zou inruilen voor Standard. Het doet pijn zulke dingen te horen en te lezen over je vader. Mijn vader is soms cynisch, maar hij is zo eerlijk als goud en hij kan niet doen alsof. Hij had kunnen verzwijgen dat hij voor Standard getekend had, maar hij wilde dat meedelen zodra het contract getekend was. Ook omdat hij wist dat dat nieuws geen negatieve impact zou hebben op de spelersgroep. Dat is ook zo gebleken.

“Het is ook niet hetzelfde om wedstrijdcommentator te zijn bij Be.tv en analist bij de RTBf tijdens een WK zoals nu. Een commentator moet altijd iets te vertellen hebben. Als hij zwijgt, is het alsof er al die tijd geen beeld is. Dus moet je goed voorbereid zijn en heel wat van buiten kennen. Kortom: je moet goed voorbereid zijn. Als analist ga je meer op je gevoel af, reageer je op wat er rondom je gebeurt of wat je ziet. De RTBf koos voor vier verschillende profielen. Khalilou Fadiga heeft een topcarrière als voetballer gehad, stopt humor in zijn bijdragen en is een beetje gek. Benjamin Nicaise prikkelt graag. En Philippe Albert is gewoon zichzelf, zoals hij altijd was. Hij zegt kort en bondig waar het op staat, en dat is er meestal vlak op. En je gelooft hem, omdat hij in de beste competitie ter wereld heeft gespeeld. Ik trok vaak met hem op voor Be.tv. Ik heb gezien hoe in Newcastle supporters voor hem knielden. Op een dag maakte ik iets ongelofelijks mee. In het station blader ik aan een krantenkiosk in een nummer van Four Four Two, het Britse voetbalmaandblad, en ik word helemaal gek wanneer ik zie dat Albert in de top honderden staat met de beste voetballers uit de Premier League ooit. Ik toon hem het artikel. Hij zegt: ah bon?, kijkt er even naar, en zet het dan weer op zijn plaats. Als ik in die top honderd had gestaan, had ik de hele oplage gekocht om aan iedereen uit te delen.

“Dit WK vind ik fantastisch, met een paar teams die erg onderschat zijn. Het totaalvoetbal van Mexico en Chili kreeg veel lof, maar zij zijn al lang naar huis. Terwijl Didier Deschamps en Marc Wilmots dit WK rustig op zich hebben laten afkomen. Ik onthoud ook de wederopstanding van Marouane Fellaini die ik een heel seizoen zag zwalpen bij Manchester United. Hij sleepte zich over het veld als was hij een zak aardappelen. In Brazilië speelt hij dan weer als een vers pakje friet. In Manchester was hij dé man van de nieuwe trainer die weggehoond werd – er werd gemompeld in het stadion – maar bij de Rode Duivels is hij bij zijn vrienden. Dat maakt een heel verschil.”

Joseph Bollu, ex-materiaalman van de Rode Duivels

De 79-jarige Joseph Bollu, een rasechte Brusselaar, was elf jaar lang materiaalman van de Rode Duivels. Hij maakte Kompany, Hazard en co van dichtbij mee, nu is hij supporter nummer één.

Joseph Bollu: “Ik heb zowat alle wedstrijden op het WK gezien, à part twee of drie matchen om middernacht. Een fantastisch toernooi tot nog toe, met veel goals. De wedstrijden van de Belgen volg ik op een camping in Zeeland, waar mijn vrouw en ik dikwijls naartoe trekken. Ze kennen mij daar. Ik loop daar dan rond in mijn volledige Rode Duivelsoutfit. Onlangs kreeg ik zelfs applaus toen ik op de camping toekwam, ze weten daar dat ik voor de nationale ploeg gewerkt heb – mede door de aandacht die ik kreeg in de tv-reeks Iedereen Duivel en in Brussel Deze Week.

“Toen ik eind 2012 vernam dat de KBVB niet meer op mij rekende, was ik zwaar aangeslagen. Ik deed dat elf jaar lang allemaal als vrijwilliger, hé. Van de ene dag op de andere werd mij verteld dat het gedaan was. Ik begrijp dat nog steeds niet, want ik denk niet dat er mij weinig verweten kan worden. Ik heb nadien nog een brief gestuurd naar Wilmots, maar daar nooit antwoord op gekregen. Uiteindelijk heb ik hem toch eens kunnen spreken, hij heeft me uitgelegd dat hij de omkadering wilde verjongen. (stil) Hij heeft zoveel mensen vervangen: de buschauffeur, keepertrainer Philippe Vande Walle, fysiektrainer Erik Roex, de kok Wim Casteleyn… Allemaal mensen die goed werk leverden. Dat was hard.

“Ik ben nadien nooit meer naar de trainingen gaan kijken, uit koppigheid. Ik heb ook nooit afscheid kunnen nemen van de spelers, maar ik blijf supporter nummer één.

“Ondanks alles zeg ik: het aandeel van Wilmots in het huidige succes is bijzonder groot. Het communautaire aspect binnen en rond de nationale ploeg is helemaal verdwenen en dat heeft veel te maken met zijn persoonlijkheid: een echte Belg die respect geniet in beide landsdelen. De spelers kijken op naar hem. Op training moest hij geen twee keer roepen om de groep bijeen te krijgen, zulle!

“Ik ben niet verbaasd dat het op dit WK zo rustig blijft in het kamp van de Belgen, zonder akkefietjes. De vorige generaties waren iets ‘stijver’, alsof ze zich er constant van bewust waren dat ze zich moesten gedragen, terwijl de huidige groep een bende speelvogels is. Op training plaagden ze me constant: zeggen dat mijn veters los waren als dat niet zo was, of een tik tegen mijn pet geven. Vertonghen en Vermaelen moesten ook vaak lachen met mijn Brussels dialect, dat ze dan probeerden te imiteren: ‘Hedde da truike baa veu deine joeng?’

“Je merkt wel dat zo’n WK een heel ander soort druk met zich brengt. Ik kan dat aflezen op hun gezicht. Hazard niet, die loopt er altijd zorgeloos bij, maar bij anderen zie je het toch als er iets scheelt. Het valt mij vooral op dat ze niet lachen als ze het stadion betreden, dat wijst toch op de stress die ze daar ondervinden. Mertens, Mirallas, Vertonghen en Vermaelen lijken mij de jongens die daar goed mee om kunnen. Dat zijn echte liefhebbers van het spelletje. Maar wees gerust, ook voor hen is dit overweldigend. Je ziet er niet veel hun truitje zomaar weggeven na de match, hè. De meesten zien dat als een belangrijk souvenir voor zichzelf.

A propos, wil je mij één plezier doen door iets te vermelden in je artikel? Mijn kleinzoon startte in Kinshasa een ngo die voetbalmateriaal wil leveren aan de kinderen ginds: Un stade pour tous. Via facebook vind je meer informatie. Ik hoop alvast dat ik wat ploegmateriaal van het WK kan recupereren en verzenden.”

Jean-Luc Lombaerts, vader van Nicolas

Advocaat Jean-Luc Lombaerts ging niet naar Brazilië, maar ook vanop afstand beleeft hij het WK intens.

Jean-Luc Lombaerts: “Als ik voor een dag of vijf, zes naar Sint-Petersburg ga, dan kan ik Nicolas een paar keer zien, in Brazilië niet. En toch gaan we zelden naar Rusland, want uiteindelijk heeft Nicolas daar een eigen leven opgebouwd. Ook zijn vrouw (Caroline Van Der Stricht, nvdr), sowieso al geen voetbaldier, is in België gebleven. Nicolas wilde onze trip naar Brazilië betalen, maar hij zei ook: ‘Wat ga je daar dan twee weken doen?’ De afstanden, de hitte… Mijn tijd van avonturieren is voorbij, al wil ik er binnen vier jaar in Rusland wél bij zijn. Daar droomt Nicolas nu al van.

“Tijdens het WK belt Nicolas me een of twee keer in de week op, onder anderen altijd anderhalf uur na de match van de Belgen. Zoals na Zuid-Korea, om half twee ’s nachts. ‘Wil je alstublieft niet meer storen in mijn slaap?’ (lacht) Hij bespreekt slechts heel kort de match, maar vraagt eerder hoe het met zijn twee zussen of zijn grootvader is.

“Ik heb er een enorme bewondering voor dat hij het voetbal zo goed kan plaatsen. Nicolas heeft het gevoel dat hij als linksvoetige centrale verdediger, naast Vincent Kompany, heel dicht bij een basisplaats staat. Zit hij op de bank, dan is hij óók ontgoocheld, alleen toont hij het niet. Zelden een onvertogen woord, maar dat is zijn karakter. Onvoorstelbaar nuchter, ook toen hij op zijn 22e bij Zenit tekende. Moederziel alleen naar een ander land vertrekken… Ik had tranen in de ogen, Nicolas niet. Als zijn contract afgelopen is, in juni 2018, zal hij elf seizoenen in Rusland gevoetbald hebben. Bijna een derde van zijn leven.

“Mijn jongste dochter, Anne-Sophie, volgt de wedstrijden op groot scherm op ’t Zand in Brugge, mét haar truitje van Nicolas aan. (lacht) Daphné, die momenteel zwanger is, houdt het rustig. Als de Belgen spelen, dan gaan mijn vrouw en ik naar onze beste vrienden, Patrick en Marleen. Een paar Duveltjes en, bij winst, een fles champagne. We zitten soms óók met gemengde gevoelens: trots als hij op het veld staat, ontgoocheld als hij niet speelt. Maar dan is er altijd wel een bemoedigend woordje van de vrienden.

“Soms denken we er al eens over na hoe we onze weekends zullen invullen als Nicolas gestopt is, want uiteindelijk zullen we dan ongeveer dertig jaar in het voetbal ‘gezeten’ hebben. Ik zei het nog aan mijn vrouw: ‘Pas maar op dan je dan niet in een zwart gat valt.’ (lacht) Maar sinds Nicolas in 2007 in Sint-Petersburg woont, hebben we veel meer tijd met onze dochters doorgebracht. Ik ben Verrader van het verleden van Elizabeth George aan het lezen, een verhaal over ouders die al hun aandacht toespitsen op hun vijfjarig zoontje dat viool speelt, terwijl hun gehandicapt dochtertje verwaarloosd wordt. Ik bedoel: je moet al je kinderen evenveel aandacht geven.

“De dag na de wedstrijd wacht het werk, al is het gerechtelijk verlof begonnen en wordt het een stuk rustiger. Wij hebben eerder een zakenkantoor, waar drie vierde van de zaken buiten de rechtbank afgehandeld wordt. Het leven staat niet stil omdat er in Brazilië gevoetbald wordt, al ben ik elke dag weer verbaasd over het aantal Belgische vlaggen aan de gevels…

“Buiten de wedstrijden van de Belgen gaat het WK voor een groot deel aan mij voorbij. Ik heb zelfs nog nooit een wedstrijd van Nicolas herbekeken. In de kranten knippen we wel alles uit, al gooien we het dan op een grote hoop. We zouden dringend eens een en ander op volgorde moeten steken…”

DOOR PIERRE DANVOYE, MATTHIAS STOCKMANS & CHRIS TETAERT – BEELDEN: CHRISTOPHE KETELS /BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content