‘Heerenveen is een cultclub geworden, iedereen wil erbij horen’, zegt een Nederlandse journalist. Samen met Trond Sollied en Chris Van Puyvelde wil de Friese club nu de laatste stap richting top zetten.

T rond Sollied blijft Trond Sollied, ook in Friesland. Een trainingssessie van anderhalf uur, maar de Noorse coach betrappen we enkel op een paar zuinige woorden als challenge of one touch. Sollied observeert, lacht eens, en … zwijgt. Het roepen en corrigeren laat hij over aan zijn assistenten Chris Van Puyvelde en Henk Herder, een man van de club.

De spelers van SC Heerenveen vinden het allemaal best. Alles gebeurt met de bal, wat een hele verademing is na het vele krachtwerk onder de vorige coach Gertjan Verbeek. De fans langs de zijlijn weten nog niet goed wat te denken. “Het is wel een héél stille man”, horen we een supporter van de oude garde mompelen. Ondertussen worden er pittige partijtjes één tegen één en twee tegen twee afgewerkt op het oefenveld aan de overkant van de snelweg waar het Abe Lenstrastadion ligt.

“Met het duo Sollied en Van Puyvelde wil Heerenveen een volgende stap zetten”, weet Anton Lippold, journalist van het Nederlandse weekblad Voetbal International. “Onder Verbeek eindigden ze de laatste jaren driemaal in de topvijf, nu willen ze doorstoten naar de echte top. Volgens een lezersonderzoek dat we bij VI uitvoerden, is het een van de populairste clubs in Nederland, na Ajax. Ze groeiden de voorbije jaren uit tot een soort cultclub, iedereen wil erbij horen. Ze brengen attractief voetbal, er zijn nooit problemen, families kunnen er in alle rust naartoe. Ja, de club kan op heel veel sympathie rekenen. Alleen voel je nu dat de druk stilaan opgevoerd wordt, ze willen naar de top.”

Een ambitie die algemeen directeur Yme Kuiper niet ontkent. Heerenveen heeft officieel geen voorzitter, Kuiper is daarom dé drijvende kracht achter de bloeiende club uit Friesland, samen met oud-voorzitter Riemer van der Velde, die officieel eigenlijk nog weinig met de club te maken heeft, maar toch vaak optreedt als beslissende man in belangrijke transferdossiers. Kuiper beaamt dat je in de sport altijd het hoogste moet nastreven, maar nuanceert ook: “Nu verkondigen dat je die volgende stap naar de top wilt zetten, zou niet fair zijn tegenover Gertjan Verbeek, een echte clubman die hier de voorbije vier jaar zeer goed werk heeft geleverd. We brachten offensief voetbal waar pers en publiek op afkwamen. Alleen voelden wij na vier jaar de behoefte om met een andere benadering te werken. Een ander sausje, zeg maar. Wij eisen nu zeker geen topdrieplaats. We spelen wel al vijf jaar op rij UEFA Cupvoetbal, die reeks willen we uiteraard voortzetten. In 2000 werden we één keer tweede, dat kan nog eens, maar dan moet alles meezitten en moet de rest van de concurrentie steken laten vallen. Want aan de budgetten van Ajax en PSV kunnen we, ondanks de geslaagde transferpolitiek van de laatste jaren, vooralsnog niet tippen.”

De voorbestemming van Sollied

“Je moet het ijzer smeden als het heet is”, gaat Kuiper verder. “Daarom zijn we nu al volop bezig met de toekomst. In vier jaar tijd hebben we de capaciteit van ons stadion van 14.000 naar 26.000 uitgebreid. Altijd uitverkocht, er bestaan zelfs wachtlijsten. We verhuren 50 sponsorboxen, die zitten allemaal vol. Bovendien is Heerenveen de club met de grootste sponsorgroep in Nederland: 1160 bedrijven die hier een businessstoel hebben. Met de KNVB spraken we in het licht van het WK 2018 ook al over een mogelijke stadionuitbreiding tot 44.000 plaatsen. Alleen mag je niet vergeten dat je ondertussen moet presteren op het veld.”

Verschijnen daar op het toneel: Trond Sollied en Chris Van Puyvelde. Dat de koele Noor na amper een jaar Gent verliet, was geen verrassing. Dat hij voor Heerenveen tekende, was dat wel. In België althans. Yme Kuiper doet uit de doeken hoe Sollied eigenlijk voorbestemd was om ooit in het hoge noorden van Nederland aan de slag te gaan: “Wij volgen de Scandinavische landen al langer. Ook het Rosenborg van Trond Sollied destijds. Eind jaren 90 zagen wij dat daar een club met beperkte financiële middelen het in Europa goed deed en zelfs won van topclubs. Op een bepaald moment ga je bestuderen welke mensen achter het succes van die club zitten en toen dook de naam van Sollied vaak op. Nadien ging hij naar AA Gent, Club Brugge en Olympiacos. Overal sloeg zijn aanpak aan. Bovendien speelde Rosenborg indertijd als een van de enige Noorse ploegen in een 4-3-3, al de rest speelde in 4-4-2. Ook dat paste bij onze clubfilosofie, want wij predikten altijd al offensief voetbal. De aanwerving van Sollied was dus zeker geen impuls, we volgen hem al lang en nu bleek dat hij in Gent een contract had dat na een jaar ontbonden kon worden. We waren er snel uit.”

Geen bomen op het veld

We zochten Chris Van Puyvelde op in Heerenveen, een stadje van net iets meer dan 25.000 inwoners. Rustig, kleine dorpskern, weinig verkeer. In niets merk je dat hier een topclub onder het oppervlak borrelt. Het stadion van SC Heerenveen ligt netjes aan de rand van het centrum, vlak tegen de snelweg aan. Alle fanactiviteiten spelen zich af in en rond Sportstad, het domein waar naast het Abe Lenstrastadion ook kantoorcomplexen, een Gezondheidsboulevard, een Lifestyle Passage, een sportcafé, een college en een congrescentrum liggen. Fanshop heet er faensjop, welkom is wolkom. Het Fries: een apart taaltje.

Chris Van Puyvelde: “Het viel mij meteen op dat deze club een warm nest is. De eerste gesprekken duurden niet langer dan een uur, dat was al voldoende. De rest van de onderhandelingen zijn via mail gebeurd. Uiteindelijk is het wel Trond die beslist. Zegt hij neen tegen het aanbod van Heerenveen, dan zit ik hier ook nooit. Trond is de baas.”

In vroegere interviews verwees je al vaker naar de Nederlandse competitie. Blijkbaar loop je al lange tijd hoog op met de Eredivisie?

“Kijk, toen wij uit Griekenland terug naar België kwamen, nam ik mezelf voor dat ik niet meer wou meedoen aan de klaagcultuur die in België heerst. Ik wil vooruitgaan. Na het EK 2000 werd er veel gesproken over nieuwe stadions, over verandering, over jeugd … Acht jaar later wordt er nog steeds veel over gesproken – een aantal clubs nam het voortouw: Standard, Genk, Gent – maar het eerste nieuwe stadion moet er nog komen.”

Terwijl in Nederland zelfs de kleinste clubs over fonkelnieuwe multifunctionele stadions beschikken.

“Voilà. In Nederland gebeurt alles veel directer. Neem deze club: de structuur die hier staat, is een droom. Toen ik hier aankwam, had ik meteen de keuze uit vier of vijf instapklare huizen waar ik samen met mijn gezin kon intrekken. Tweede keer dat je toekomt: auto staat klaar. De vergaderingen op de club net hetzelfde: daar worden besluiten genomen.

“Er heerst bij Heerenveen een duidelijke clubcultuur. Truitjes moeten in de broek, kousen moeten tot onder de knie, er mogen geen supporters met ontbloot bovenlichaam het stadion in. Je wordt daar automatisch in meegezogen. Ik hoorde dat heel wat topfuncties in Nederland door Friezen ingenomen zijn: het zijn nuchtere werkers met toch een stukje Bourgondische inslag. Daar voel ik me perfect in thuis.”

En Trond, kan hij overweg met die mondige Nederlanders?

“O ja, Trond luistert en geeft geregeld een opmerking waarbij de spelers in een deuk liggen van het lachen.”

Zijn oneliners werken hier dus ook mooi als bliksemafleider?

“Tja, dat is zijn manier van communiceren, hij heeft niet veel woorden nodig. Door zijn manier van werken dwingt hij genoeg respect af.”

Verbeek was een coach die er kort op zat en heel aanwezig was. Hoe reageert de groep op een trainer die vooral observeert en veel overlaat aan de zelfdiscipline van een groep?

“Trond doet alles met de bal. Er staan geen bomen op het veld, hé ( lacht). We hanteren hier een Omegawave-systeem, dat het verschil in hartritme vastlegt. Je kan er de stressgevoeligheid uit afleiden, de intensiteit, vermoeidheid en energiesystemen. Dat systeem werd ontwikkeld door trainers, artsen en nanowetenschappers. De elementen van het systeem zijn oorspronkelijk ontworpen in de ruimtevaart van de voormalige Sovjet-Unie.”

Sollied verklaarde hier al in de pers: ‘Dit is een zeer vreemde voorbereiding. Eentje zoals ik nog nooit meemaakte.’ Wat bedoelt hij daarmee?

“Omdat we met al die olympiërs zaten. Het was bovendien een zeer lange voorbereiding met een niet altijd gelukkige opeenvolging van oefenwedstrijden. Dat beseffen ze hier nu ook. Daarnaast is het erg moeilijk om door de vele afwezigheden aan automatismen te werken.”

De resultaten in de voorbereiding vielen tegen.

“Ach ja, de resultaten … We speelden vaak met een onuitgegeven elftal. Paniek is er helemaal niet, wij weten waarmee we bezig zijn. Ik herinner me het eerste jaar in Brugge: de voorbereiding liep voor geen meter. We spelen de laatste oefenwedstrijd tegen het PSV van Erik Gerets, winnen daar met 4-1 en hup, de trein was vertrokken.”

Waar halen jullie die zelfverzekerdheid vandaan?

“We weten dat er nog een pak spelers moet terugkeren en we voelen dat de groep de ideeën oppikt. Deze groep heeft een enorme trainingsmentaliteit. Zij weten wat te doen, waar zich aan te houden, dat zit in deze cultuur. Toen wij in Griekenland na de zomerstop weer begonnen, kwamen de meeste spelers na een maand niksen op het strand weer opdagen voor de eerste training. Behalve Rivaldo.”

Rivaldo, was dat geen salonvoetballer?

“Dat imago van hem is volledig onterecht. Rivaldo vroeg via mail zelf oefenprogramma’s op bij onze physical trainer. Je raakt niet aan de top zonder die mentaliteit.”

Wat heb je in dat jaar Gent opgestoken?

“Het is een jaar vol emoties geweest, met pieken en dalen. Ik heb Gent leren kennen als een club die op emoties drijft, maar waar dat stilaan gekanaliseerd wordt naar realiteit en vooruitgang. Ik blijf het spijtig vinden dat we de bekerfinale niet gewonnen hebben, als je ziet wat dat teweegbracht. Gent maakte vorig jaar een scharnierjaar mee. Ze waren al jaren bezig iets op te bouwen, daar kwam het offensieve compartiment bij en nu hebben ze voor drie jaar een standvastigheid, plus een nieuw stadion. Wat de rest van het Belgische voetbal betreft: besluiteloosheid, op alle niveaus. Maar ja, wanneer het boven regent, druppelt het vanonder. Kijk naar onze regering: daar wordt mee gelachen hier.”

Het seizoen bij AA Gent werd wel overal voorgesteld als een sabbatjaar voor Sollied.

“Het was voor mij in ieder geval geen sabbatjaar, met dat gevoel zijn we zeker niet begonnen aan dat avontuur. Ik onderhoud nog steeds goede contacten met de mensen van Gent. We zijn eind vorig seizoen samen gaan eten, we hielden er allemaal een heel goed gevoel aan over. Wie zegt trouwens dat we nooit meer terugkeren naar Gent? Zeg nooit nooit.”

Met jullie aanwerving hoopt Heerenveen het laatste stapje te zetten om zich tussen PSV, Ajax en Feyenoord te nestelen. Voel je druk?

“( lacht) Als je Griekenland overleeft, kun je alles aan. Sindsdien maak ik me veel minder zorgen. Zoals Trond vaak zegt: never use energy in useless things. Het zal moeilijk zijn, er zijn smaakmakers weg. Ik denk bijvoorbeeld aan Sulejmani. Maar Heerenveen heeft dat in het verleden altijd goed opgelost, daar moet je dus vertrouwen in hebben. Als je de stap naar de top wilt zetten, moet dat op alle niveaus. Door bijvoorbeeld in de toekomst eens te zeggen: we gaan een toptalent proberen te houden. Nu ja, als je Sulejmani kunt verkopen voor 16 miljoen euro …”

Moet je je als technische staf anders instellen op een competitie met play-offs?

“Neen, de kampioen blijft de kampioen.” S

door matthias stockmans – beeld: jan van de vel (reporters)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content